Totaal aantal pageviews

zaterdag 27 december 2014

Zijn de idealen van Jezus haalbaar?


Stefanie, zo in de Kersttijd komt die vraag weer bij me boven.  Die Jezus, waar jij in gelooft, heeft prachtige dingen gedaan. Een sociaal bewogen figuur. Zijn idealen zijn echter onhaalbaar. Want na 2000 jaar is het nog steeds een bende op deze wereld. En de aanhangers van Jezus, de christenen, hebben nou niet bepaald het goede voorbeeld gegeven. Tijdens diverse momenten in de geschiedenis hebben ze elkaar te vuur en te zwaard bestreden. Denk maar aan de inquisitie, heksenverbrandingen en zo kan ik nog wel even door gaan.

Lieve pa. Jezus was inderdaad sociaal zeer bewogen. Maar als je Hem verengd tot alleen maar een idealist, dan doe je Hem toch tekort. Hij heeft de relatiebreuk tussen God en mens hersteld.

Prima, maar waarom merken we daar dan niks van? Was het maar zo dat alle christenen harmonieuze en vredelievende mensen waren. Kijk, dan was het duidelijk.


Helaas is dat niet het geval en dat is nou juist de reden van de komst van Jezus op aarde. Wij zijn allemaal gebroken, pa. Allemaal, ik ook. Ik ben echt niet beter. Christenen zijn geen betere en harmonieuzere mensen. Een soort engelenvolkje, altijd blij, blij, blij. Wij zijn niet beter, wel beter af, omdat we Jezus kennen. En omdat ik weet dat ik het zelf niet kan en dus Jezus nodig heb.

Dat vind ik dus zo zwak. Dat we een hogere macht nodig hebben. We moeten het zelf doen, Stefanie.

Dat heeft veel opgeleverd, zeg. Een grote bende op deze wereld, je zei het net zelf.  

Zucht.

Dit soort gesprekken tussen ons duurt eigenlijk al 15 jaar, papa. Inmiddels ben je dik in de zeventig. Nog altijd hang je dat humanistische wereldbeeld aan. Daar is op zich niks mis mee, maar er ontbreekt iets essentieels aan. Erken dat je het niet zelf kunt. Kunnen wij de planten laten groeien? Kun jij orkanen wegblazen? De sneeuw terug naar boven sturen? Kunnen wij de dood ontlopen?

Je weet dat mama ook niet geloofde. Totdat ze, tijdens  de laatste dagen van haar leven, die crucifix naast haar bed had staan. Haar aanvankelijke angst voor de dood, verdween.

Telkens zoek je maar weer redenen op om niet te hoeven geloven. Maar, je hoeft alleen maar... Zeg gewoon tegen God: "Ik begrijp U niet, toch wil ik bij U horen."

Ik bedoel...

Is dat nou zo moeilijk?

Stefanie toch, niet te emotioneel hoor. Weet je, het laat me niet los.  Inderdaad, er zijn heel veel dingen waar we niets aan kunnen doen. Ik noem dat het lot, jij noemt het God.

God heeft een gezicht. Het lot niet.

We moeten hier beslist nog eens over door praten.

Oké, dat is beloofd.

donderdag 18 december 2014

Reddeloze planeet


Het is voor de bewoner van de planeet Etwoil uit het Suske en Wiske verhaal "De Dromendiefstal" een uitgemaakte zaak: de aardbewoners zijn achterlijke barbaren. Roofdieren doden om te eten, aardbewoners doden om rijkdom en macht. Na duizenden jaren zijn het nog steeds agressieve holbewoners.

Lambik is het er niet mee eens. Hij zegt: "Wij kiezen intelligente onbaatzuchtige vrome idealisten om ons te regeren. Zij beslissen wat moet gedaan worden."
De bewoner van Etwoil hoont het weg. Mensen maken altijd fouten, de Etwoilers worden geregeerd door een computer. Er is wel een probleempje: op die planeet  bestaan geen dromen meer.

In science fictionverhalen komt het vaker voor. Ergens is een planeet waar ze het beter begrepen hebben dan wij. Daar heerst vrede en harmonie. Wie weet komt er ooit uit het centrum van de Melkweg verlossing van een beschaving die zijn tijd ver vooruit is.
 


Je hebt de onverbeterlijke optimisten die geloven dat het met de mensheid uiteindelijk wel goed zal komen. Kwestie van evolutie. Uiteindelijk zal de vrede en de liefde de boventoon voeren in onze wereld.

Je hebt ook de cynici. Die zijn er vast van overtuigd dat onze aarde spoedig  naar de ratsmodee zal gaan. De mens roeit zichzelf uit, over pakweg tien miljoen jaar zul je nauwelijks nog een spoor van onze beschaving tegenkomen. Wij zullen vergeten worden terwijl de aarde zijn ontelbare rondjes zal blijven draaien om een zon die ooit zelf zal doven.

Ik geloof niet in een Messiaans volk uit het centrum van de Melkweg.
Ik geloof er niets van dat de mensheid uit zichzelf vrede en liefde zal vinden.
Ik geloof evenmin in een totale vernietiging van de aarde en dat we van zijn bewoners nooit meer iets zullen vernemen.

Dit is nu precies waar het met Kerst over gaat. Op onze reddeloze planeet werd ooit, heel gewoon en bescheiden, een Kind geboren. Het is het begin geweest van iets dat we zelf nooit bedacht zouden hebben. Het is het begin van een hele nieuwe wereld, een totaal nieuw begin voor ieder van ons.

vrijdag 12 december 2014

De notulen van Tes Odou


Als ik  Tes Odou tik, spuwt Google Engels- en Griekstalige theologische  informatie uit. Handelingen 9: 2. De mensen van De Weg (de christenen) die Paulus vervolgde vlak voordat hij, op weg naar Damascus, het Licht zou zien.

Ik probeer een andere zoekterm: Gereformeerde Jeugdvereniging Delft, GJV Delft. De gewenste informatie blijft uit. Dat krijg je met activiteiten van ver voor het internettijdperk: ze lijken totaal vergeten.

Maar, je bent archivaris of niet, ik heb de notulen van de GJV Delft nog.
 


Het gebeurde in het najaar van 1986. Een jong stel uit Friesland was in Delft komen wonen en ontdekte dat het jeugd- en jongerenwerk in de plaatselijke kerk een beetje lauw was. Dat moest anders. Er werd rondgebeld, aangeschreven, contacten gelegd, folders uitgedeeld.

Op zondagavond 14 september van dat jaar werd de eerste bijeenkomst gehouden in de Gereformeerde Kerk het Open Hof. Notabene de kerk waar ik altijd kwam.
Ik was in die tijd geestelijk wat aan het verleppen, dus deze Jeugdvereniging kwam voor mij als een geschenk uit de hemel.

Al snel werd een naam bedacht, want 'GJV' klonk wel wat saai. Het werd Tes Odou, Grieks voor De Weg.

Het is geweldig om in die notulen te bladeren. Talloze herinneringen komen weer boven. De contributie bedroeg twee gulden per avond. Elke week werd een onderwerp behandeld: schepping versus evolutie, het avondmaal, popmuziek, een avond over het Leger des Heils en op een dag kwam motorclub Psalm 23 op bezoek. De buren van het Open Hof moeten hun ogen uitgekeken hebben. Tientallen ronkende motoren richting kerk.

Elke maand hadden we een ontspanningsavond. Ik lees over een 'enveloppenspel', fietstocht, strandwandeling, bingo, stijldansen. En elk jaar wilden we op kamp. Ik ontdek  dat dat in 1988, tijdens het Pinksterweekend,  bijna niet doorging omdat er te weinig mensen meegingen. We hadden concurrentie van 'Opwekking'. Een aantal leden van het koor Rejoyce ging mee en zo konden we alsnog afreizen naar een kampeerboerderij in Winssen bij Nijmegen.

Zoals altijd: aan alle goede dingen komt een eind. In 1992 valt het doek voor Tes Odou. Geen nieuwe leden meer, bestaande leden vonden dat ze te oud werden. Toch waren het mooie jaren en volgens mij zijn daar nog twee huwelijken uit voortgekomen. Dus helemaal vergeten kan Tes Odou niet zijn. "Je raadt het nooit, wij hebben elkaar leren kennen op de Gereformeerde Jeugdvereniging te Delft!"

Google weet maar niks te vinden. Ik hoop dat dit blogje daarin verandering brengt.

 

zaterdag 29 november 2014

De Psalmen-blues


Op de site CVandaag stonden onlangs enkele uitspraken van U2 zanger Bono. Hij voelde zich verwant met singer songwriter David. In de Psalmen komen alle aspecten van het leven voor: de negatieve en de positieve dingen.  "Het is heel belangrijk voor een christen om eerlijk te zijn tegenover God. God is veel meer geïnteresseerd in wie je bent, dan wie je wilt zijn."



Ik vond het een mooie uitspraak. Hoeveel mensen verzuchten niet: "Ik zou er eigenlijk veel meer aan moeten doen. Meer bidden, meer Bijbellezen, maar het komt er maar niet van. Druk druk druk, weet je wel." We zijn te veel bezig met wie we zouden willen zijn.
Ik bespeur het ook bij het zingen van Opwekkingsliederen. Een hoog 'de lucht is altijd blauw gehalte', een soort geestelijk fastfood misschien?
Wat dat betreft zijn de Psalmen een stuk eerlijker. Enkele voorbeelden:

Zolang ik zweeg teerden mijn botten weg,
kreunend leed ik, de hele dag.

David gaat gebukt onder zijn misstappen.

Mijn ogen zijn dof van ellende,
ik roep u aan HEER, elke dag...

Woede, angst, verdriet, verlangen, maar ook uitzinnige vreugde vind je in de Psalmen. Niet alleen de jubelstemming, ook de uiterste ellende, de blues. Of zoals het citaat van zanger Leonard Cohen in het novembernummer van de Nieuwe Koers:

There is a crack, a crack in everything
That's how the light gets in.

De Psalmen bezingen de barsten en scheuren van het leven, maar ze vangen daardoor wel het Licht.

Voortaan alleen Psalmen zingen dus. Ach, nee. Er is niks mis met een daverend praisenummer. Bovendien - als ik Psalm 150 zo bekijk - hadden ze destijds een compleet orkest opgetrommeld. Hoorns, harpen, lieren, snaarinstrumenten, tamboerijnen, fluiten, bekkens, cimbalen. En er werd gedanst.

Ideetje voor een kerkdienst: een authentieke uitvoering van de Psalmen.

dinsdag 18 november 2014

De steen in mijn hart




Er ligt een steen in mijn hart
Een rots van wrok
Een kei van haat
Een massieve bitterheid

 
Er ligt een steen in mijn hart
Een niet te stillen woede
Onverteerbare wraak.
Inwendige strijd.
 

Een steen in mijn hart
Frustratie en revanche
Het halen van verhaal.
En het slijt niet met de tijd.

 
Jij zei: die steen blokkeert jouw leven
Sluit alles af wat mooi is
Liefde stroomt allang niet meer
Door de steen in jouw hart
 

Jij kijkt steeds maar achterom
Naar hoe het was
En hoe het had gemoeten
Jouw tranen zijn versteend
Tot de steen in jouw hart
 

Er ligt een steen in mijn hart
Hij komt niet van zijn plek
Ik wilde dat het kon
Een onbeweeglijke muur
Een ontilbaar blok beton
En hoe ik ook duw en trek
De steen blijft in mijn hart

 
Jij zei: op een morgen in Jeruzalem
Heeft Hij de steen genomen
Rolde hem weg
Is uit Zijn graf gekomen
Als Hij die steen kon tillen
Kan Hij dat ook bij jou
Hij kan jou verlossen
Van die steen in jouw hart
Van de steen in jouw hart

woensdag 12 november 2014

Onbereikbare liefdes


In Kayleigh, een song van de band Marillion, wordt een onbereikbare liefde bezongen. Ik hoorde het nummer weer eens op de radio en zag op Youtube de videoclip en kreeg een idee voor een blog.

Ik ben al meer dan 15 jaar gelukkig getrouwd en mijn herinnering aan voorbije Onbereikbare Liefdes zijn inmiddels wel wat verflauwd, maar soms duiken ze weer even op: de 'Kayleighs' van toen:
 


Anne Marijke, ik was blijven zitten en was een vreemde in een nieuwe klas. Bij niemand plaats, alleen nog naast jou. Je was anders dan al die andere meiden. Ik denk dat ze jaloers op jou waren omdat je hoge cijfers haalde en er bovendien heel leuk uit zag.
Ik was veel te verlegen, maar tijdens dat schoolkamp sleurde je me de dansvloer op. Uiteindelijk bleek je niet verliefd op mij, maar op David Bowie...

Mary, jouw blonde haren brachten me in verwarring. Daarom ging ik in de klas vaak achter je zitten zodat ik kon wegdromen achter die blonde waterval.

Letty, je had een oogje op mij, maar op een of andere manier sloeg bij mij de vonk niet over. Op dat schoolfeest kwam ik niet opdagen, terwijl je graag had gewild dat ik er bij was. Kun je het je nog herinneren? Achteraf kon ik me wel voor mijn kop slaan, want je was eigenlijk best heel erg leuk. Ik had gewoon moeten komen. Dan hadden wij samen kunnen dansen bij het nummer Kayleigh van Marillion.
Letty, misschien heb ik je hart niet gebroken. Ik brak het mijne.

 

Joke, ik had beter moeten weten. Je had me daar op het Scheveningse Strand, ter hoogte van het Seinpostduin, al duidelijk gemaakt dat het wat jou betreft alleen vriendschap was. Maar ik wilde er niet aan, want wat was er mooier dan verliefd te zijn in jouw stad Amsterdam? Ik wist wel dat er een Ander was en op het Leidseplein spatte mijn droom uiteen.
En toch: je hebt me de zelfkant van de stad laten zien. Als hulpverleenster wist je de werkelijkheid achter de rode glitterfaçades van de Wallen.

 
Ach, het zijn herinneringen en uiteindelijk heb ik de ware dan toch ontmoet. True love never grows old, zeggen de Engelsen.
Maar als Kayleigh op de radio weer eens langskomt, dan gaan mijn gedachten soms terug in de tijd...

 

dinsdag 4 november 2014

Mozes met hoorntjes


Vorige week was het een vraag bij de Grote Bijbelquiz: waarom heeft Mozes hoorntjes?

Een groot beeld van Mozes, zojuist afgedaald van de berg Sinaï, kun je vinden in de San Pietro in Vincoli te Rome. Het kost even tijd om deze schepping van Michelangelo goed te bewonderen, want talloze medetoeristen willen hem ook voor de camera hebben. Die hoorntjes op zijn hoofd zijn vreemd. Mozes heeft wat weg van een woeste Viking, als je al niet een associatie krijgt met een duivelsfiguur.
 
 

En dat allemaal door een vertaalfout in de Bijbel (Exodus 34: 29). In het exemplaar dat Michelangelo las, had de vertaler het Hebreeuwse woord voor straal (keren) aangezien voor hoorn (karan). Het Hebreeuws kent immers geen klinkers.

Overigens is de fout later hersteld. In de Statenvertaling staat dit: Zo wist Mozes niet, dat het vel zijns aanschijns glinsterde.
De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 heeft het over het glanzende gezicht van Mozes.
Wie bij God is geweest straalt, glanst of glinstert, maar heeft geen hoorns.

Bij vertalingen kunnen fouten worden gemaakt. Wie de Bijbel in zijn oorsprong wil lezen zal met een studie Hebreeuws en Grieks moeten beginnen. Zelfs Aramees is  onontbeerlijk wil je delen van het boek Daniël kunnen begrijpen.

 

woensdag 22 oktober 2014

Mijn aller-vroegste vakantieherinnering


Bossen, een speeltuin, een hele grote zandverstuiving. Mijn aller-vroegste vakantieherinnering ligt in Maarn, midden op de Utrechtse Heuvelrug. Afgelopen zaterdag wandelden we van Driebergen naar Maarn en moest ik daar weer even aan denken.

Het moet juni 1972 zijn geweest. Ik was net vier. Mijn moeder was zwanger: mijn zus was in aantocht. De herinnering bestaat uit flarden. Een huisjespark. Eigenlijk een bungalowterrein, maar mijn vader en moeder hadden het over een huisjespark. Daar bij lag een maïsveld. Ik wist niet wat maïs was.
"Daar maken ze maïzena van," verklaarde mijn moeder. Of ik het begreep?


 

De attractie van het huisjespark was de speeltuin en met name de glijbaan. Ik vraag me af of het vakantieverblijf een zwembad had, hoogstens een poedelbadje. Ik kon overigens nog helemaal niet zwemmen.

Er waren twee trekpleisters in het dorpje Maarn. De viaducten onder het spoor en de snelweg was er één. Dat galmde zo leuk als je er doorheen liep en schreeuwde. En de zandverstuiving net naast het dorp (De Koeheuvels). Een zandbak in het kwadraat, wat wilde je als kind nog meer?

We maakten een fietstocht naar de Pyramide van Austerlitz. Ik zat voorop de fiets van mijn vader. Onderweg verloor ik mijn teddybeer die de excursie ook mocht bijwonen. Een groot drama! Gelukkig vonden we de onfortuinlijke knuffel enkele tientallen meters terug langs het fietspad. Die Pyramide viel tegen: slechts een beboste heuvel met een toren. Dat klopt ook, want pas in 2007 is dit monument, dat ooit door het Franse leger aan het begin van de 19de eeuw werd opgericht, weer geheel gerestaureerd.
 
De Pyramide anno 2014

 

Mijn zwangere moeder moest tijdens die vakantie wel wat pech verwerken. Tijdens een fietstocht kwam ze ten val. Haar knie bloedde en ze was vreselijk van streek, doodsbenauwd dat mijn ongeboren zusje iets was overkomen.
Op een dag maakten we een tochtje met de trein, toen mijn moeder op het station van Maarn bij het instappen klem kwam te zitten tussen de deuren. Foutje van de conducteur.

Mijn zusje overleefde ook deze aanslag.
 

Al met al best veel herinneringen van een vierjarige aan die vakantie van lang geleden.

donderdag 16 oktober 2014

Duizelingwekkende visioenen over de Eindtijd


Engelen die op bazuinen blazen, meteorenregens die de aarde teisteren,  afzichtelijke monsters die uit zee oprijzen.  Het Bijbelboek Openbaring is misschien wel het meest opmerkelijke boek van de Bijbel. Waarschijnlijk ook het moeilijkste.

Tot en met hoofdstuk 5 gaat het nog, al worden er ook dan al vreemde visioenen beschreven.  De zeven christengemeenten passeren de revue. Het lijkt op een horror-fantasy film met veel special effects die nog een aanloop nodig heeft. Vanaf hoofdstuk 6 gaat het los. De zegels worden verbroken, paarden draven door het beeld.  Er wordt dood en verderf gezaaid, honger en ziekte, oorlog en aardbevingen. De zon kleurt zwart, de maan rood. Er volgen engelen die op bazuinen blazen en nog veel meer rampen aankondigen, engelen die schalen vol gramschap uitgieten over de aarde. Een strijd tussen goed en kwaad. Het roept associaties op met Tolkiens Lord of the Rings: de poorten van Mordor schuiven open en legioenen orks vallen aan.
 


Echt vrolijk word je er niet van. Is dit wat de mensheid nog te wachten staat? Of beschrijft het laatste Bijbelboek op symbolische wijze datgene wat we dagelijks op het journaal zien? Een grote valkuil van Openbaring is dat we geneigd zijn alles chronologisch te lezen. Bij Openbaring 6:14 moet je dan al concluderen dat de aarde compleet is verwoest: 'Geen berg of eiland bleef op zijn plaats.'

Het lijkt er op dat de visioenen steeds weer een ander gezichtspunt laten zien van de dingen die er nu al zijn en gebeuren moeten. Profetie wil niet altijd zeggen: een voorspelling. Profetieën moeten iets teweegbrengen, iets uitwerken.

Opmerkelijk is dat God de regie blijft houden. Het kwaad krijgt een toebemeten tijd om toe te slaan, maar moet ook weer ophouden als Hij het wil. Uiteindelijk wordt het kwaad overwonnen en de dood zal helemaal verdwijnen. 'Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid.' (Openbaring 20:14).

Neemt niet weg dat de 'Apocalyps' nog veel vragen bij mij oproept. Hoe moeten we al deze symboliek (de draken en gedrochten, de vuurregens en de aardbevingen) nu precies interpreteren?  En wat wordt er bijvoorbeeld bedoeld met het 'Duizendjarig Rijk' (Openbaring 20). Is dat er nu al, of moet dat nog komen? En is het wel precies 1000 jaar?

Eeuwen geleden zorgde dit bijzondere Bijbelboek al voor veel inspiratie, getuige de gewelfschilderingen die wij afgelopen zomer in een Macedonisch klooster konden zien.

dinsdag 7 oktober 2014

Een zeer merkwaardige kerkenraad


Gemeente van Jezus Christus: We zullen vanochtend de namen van de nieuwe leden voor de kerkenraad aan u bekend maken:

Allereerst zijn we blij u te mogen mededelen dat we een nieuwe voorzitter gevonden hebben. Hij is een groot manager die enorme organisaties kan leiden. Recht door zee als het moet. Hij is geboren in Noord Afrika en hij heeft een strafblad, heeft ooit iemand vermoord. Maar ja, dat kan de beste overkomen, niet waar?

Dan zijn er een aantal nieuwe ambtsdragers, dit keer ook een tweetal dames.
 
We hebben een bedreven boerin die oorspronkelijk ook uit het buitenland komt. Je zou haar een economische vluchtelinge kunnen noemen en aangezien wij vruchtbare gronden hebben, kun je het haar niet kwalijk nemen dat ze naar hier gekomen is. Ze heeft een rotsvast vertrouwen in God kan ik wel zeggen.

De volgende dame had een belangrijke functie in een zeer luxe privébordeel, waar ze overigens niet vrijwillig in terecht gekomen is. Ze heeft in de hoogste kringen haar charmes gebruikt. Maar daardoor kon ze een genocide voorkomen, dus ik dacht: zo'n iemand willen we hebben in de kerkenraad.
 

En dan nu: de heren.

Een er van is een echte macho, een kampioen in allerlei vechtsporten. Zijn specialiteit: iemand te lijf gaan met een ezelskaak. Je moet er maar opkomen! Het is iemand die van aanpakken houdt. Hij valt niet met de deur in huis: hij sloopt hem er gewoon uit.
Een zwak punt bij hem: hij kan niet van de vrouwen afblijven, vooral als ze beeldschoon zijn. Maar ja, wie zonder zonde is, gooit de eerste steen. Toch?

Wij verwelkomen een singer songwriter. Hij heeft heel wat hits op zijn naam staan. The Lord Is My Shepherd stond volgens mij zelfs een tijdje op nummer één. Het is iemand die erg strategisch kan denken en met kleine middelen grote blokkades uit de weg kan ruimen. Zo'n iemand kan onze kerk wel gebruiken.
Oké, die buitenechtelijke affaire van hem. Hij heeft er spijt van. Ik ga er van uit dat wij een vergevingsgezinde kerk zijn.

Tot slot een prediker op en top. Er is veel werk van hem verschenen en hij reisde overal heen. Wel moet ik zeggen dat hij ooit een extremist was die christenen het liefst liet afmaken, maar hij blijkt een of ander visioen ergens op de snelweg te hebben gekregen en nu is hij born again, zeg maar.


Dat zijn ze. Na de preek zullen ze worden ingezegend. Nu we  het toch over de preek hebben, waar is onze Voorganger eigenlijk?
Wat zegt u? In een restaurant een hapje eten met een aantal prostituees en belastingfraudeurs?
 

Het moet nu toch niet gekker worden!

 

dinsdag 30 september 2014

Altijd koffie


Als een bewoner van een andere planeet de eet- en drinkgewoonten van de mensheid zou bestuderen,  zou koffie een opvallende plaats innemen.  De werkdag begint met dit bruine opwekkende drankje. Belangrijke vergaderingen, overleggen en conferenties worden onderbroken door koffiepauzes, waarbij er uiteraard ook thee is.

VOF de Kunst zong het al: "Maar, als de koffiejuffrouw het wil, ligt alles stil."

Tegenwoordig zijn de meeste koffiejuffrouwen vervangen door grote zwarte kasten waaruit je allerlei soorten koffie kunt tappen. Trouwens ook thee, warme chocola of tomatensoep.

Als iemand tegen je zegt "Kom even bij me op de koffie," dan hoef je helemaal geen koffie te lusten. Koffie is synoniem aan gezelligheid geworden.

Turkse koffie
 

De bewoner van de andere planeet zal misschien concluderen dat koffie ook een religieus aspect heeft. Kerkdiensten hebben na afloop vrijwel altijd koffie. Dit 'koffie na de dienst' lijkt wel een onderdeel van de liturgie te zijn. Over de verzuiling heen, is er troost voor iedereen. Kerkscheuringen en theologische disputen ten spijt, koffie zal er altijd zijn.

Er is zelfs koffie na de dood als we de uitvaartondernemingen mogen geloven.

Baby's krijgen gelukkig nog geen koffie. Dat is een hele troost.

zaterdag 20 september 2014

Muzikale topografie


Altijd als ik over de A2 rijd, moet ik denken aan Peter Koelewijn:
 
De snelweg Utrecht - Amsterdam rijd ik op bij Vinkenveen.
Niet meer dan één Caballero verder de afslag Schiphol - Amstelveen.

Het lied KL 204 (Als ik God was) gaat over afscheid van een liefde. Zij stapt op het vliegtuig, hij blijft gedesillusioneerd achter.

Er zijn meer plekken op de wereld waarin mijn interne jukebox actief wordt. Popmuziek en topografie gaan prima samen.


In Berlijn is het Klein Orkest nooit ver. Ook al is de Muur geslecht.
En alleen de vogels vliegen van Oost- naar West-Berlijn.
Worden niet teruggefloten, ook niet neergeschoten.


Op het Rode Plein in Moskou fluistert Gilbert Becaud in mijn oor:
La Place Rouge était vide...
Verliefd op de gids Nathalie. Romantiek in het hart van de Koude Oorlog.

 

In Bangkok kan ik het aanstekelijke oriëntaalse deuntje van One Night In Bangkok niet uit mijn hoofd krijgen. De song van Murray Head komt uit de musical Chess.
One night in Bangkok makes the hard man humble.
 

New York is talloze malen bezongen, maar Frank Sinatra galmt het hardst door mijn hoofd.
I want to wake up, in that city that never sleeps.
Een jonge provinciaal wil beroemd worden in New York want als het daar lukt, lukt het overal.
Op de avenues, te midden van het razen van de gele taxi's, in de hitte die blijft hangen tussen de wolkenkrabbers, resoneert het vele malen:
It's up to you, New York, New York!


Maar als ik daar eenzaam aan de oever van de Hudson zit, verlang ik misschien toch weer naar Amsterdam, zoals Maggie MacNeal dat zo mooi zingt.
Amsterdam, Amsterdam - daar is van alles aan de gang
Amsterdam, Amsterdam, bestaat al eeuwen lang.

dinsdag 9 september 2014

Weercliche

Het weer is een van de beste aanleidingen om een praatje met iemand te maken. Het cliché is daarbij onvermijdelijk.

 

Winterse omstandigheden

-Nou, Koning Winter regeert, hoor.

-Het is ook wel weer mooi, zo'n witte wereld.

-Zijn de rayonhoofden al bij elkaar geweest?

 


Zomerse omstandigheden

- Het kwik heeft vleugeltjes gekregen.

- Het is hier in Nederland meteen zo benauwd.

- De mussen vallen dood van het dak!

 

Regen

-Nou ja, wat nu valt, valt straks niet.

-Tussen de regendruppels is het droog.

-Ach, je bent toch niet van suiker. Je smelt er niet van.

-De meeste regen valt naast je.

 

Winderig weer, storm

-Ben je nog niet weggewaaid?

-Kan iemand daarboven die deur eens dicht doen, het tocht.

 

Onweer

-Voor de donder hoef je niet bang te zijn. De bliksem is gevaarlijk.

-Het lijkt wel of ze buiten foto's maken.

 

Mist

-Heb je de weg hier naar toe een beetje kunnen vinden?

-Het is een kleine wereld buiten.

  

Het is moeilijk om op een originele manier over het weer te praten. Je kunt het wel hebben over hoe het er uit zou zien wanneer de sneeuw roze is en dat het je opvalt dat de donder zelden ritmisch klinkt, maar al snel zijn je zelfbedachte opmerkingen uitgeput.

"Waarom valt de regen niet omhoog?" verzucht Huub van der Lubbe in zijn album Simpel Verlangen. Dat is pas een originele opmerking. Maar, als je hem te vaak gebruikt, wordt het ook weer een weercliché.

woensdag 27 augustus 2014

Skopje: schitterende kitsch

"Wat heeft onze hoofdstad niet wat andere hoofdsteden wel hebben," moet het gemeentebestuur van Skopje enkele jaren geleden gedacht hebben.
Men bezocht Parijs en Praag, zwierf rond door Rome. Vanuit de internationale gemeenschap werden er financiële bronnen aangeboord en een scala aan Macedonische architecten aangetrokken.

Ik moet zeggen dat mijn eerste indruk van Skopje redelijk belabberd was.  Heel veel verwaarloosd beton, bergen troep op straat en een allegaartje van bouwstijlen. Voeg daar een temperatuur van 35 graden Celsius aan toe en ik waande me ter hoogte van de evenaar.
 

Ondanks de aardbeving van 1963 en de daaropvolgende wederopbouw naar socialistisch principe, is er wel degelijk historie in de Macedonische hoofdstad. De Oude Bazar aan de voet van de Burcht met smalle straatjes, oude kerken en moskeeën is zeker de moeite waard, ook al moet je niet teveel van de route afwijken, anders kom je in naargeestige stegen en op door onkruid overwoekerde binnenplaatsen.

Maar dan het gloednieuwe centrum van Skopje. Er staan gebouwen die lijken op het antieke Rome, over de rivier - naast de oude Stenen Brug - zie je een nieuwe brug die toch wel wat lijkt op de Praagse Karelsbrug. Er is zelfs een heuse Arc de Triomphe. Een gigantisch ruiterstandbeeld van Alexander de Grote met speelse fonteinen vormt de klapper.
 
 

En er is een rivier (een beetje stad moet een rivier hebben) waar je 's avonds heerlijk langs kunt slenteren en naar al die nieuwe, prachtig verlichte, gebouwen kunt kijken. Als de zon onder is worden de standbeelden en fonteinen met allerlei kleuren verlicht.  Er zijn muzikanten en verkopers van lichtgevend prularia en er is een vuurvreter aan het werk.

Je mag het allemaal kitsch vinden. Het kan misschien wat weg hebben van Las Vegas, maar Skopje bruist.

Toch beter dan slecht onderhouden beton en naargeestige stegen.

dinsdag 19 augustus 2014

Op de koffie in Ratevo


Blauwnevelige bergen. In de verte moet Bulgarije liggen. In het dal zie je een stuwmeer. De natuur bij Berovo, in het oosten van Macedonië, nodigt uit tot lange wandelingen.

Een wandeling naar een  bergtop begint bij de stuwdam. Als we de dam naderen zien we dat de toegang nadrukkelijk wordt versperd. Soms heb je van die aarzelende versperringen, waar je gewoon overheen stapt of onderdoor kruipt en dan net doet alsof je neus bloedt, maar deze barricade, hoewel je je er nog wel langs zou kunnen wurmen,  is overtuigend.

Er komt een man poolshoogte nemen. De dam is verboden terrein, gebaart hij. Of we dan misschien alleen er naar toe mogen lopen om een foto te maken. Hij knikt.
We mogen het bouwwerk even zien, maar er overheen lopen en de bergwandeling maken gaat dus niet.

Er klinkt een onheilspellend gedonder.  Aan een kant ziet de lucht loodgrijs. Wellicht is het sowieso geen goed plan om te wandelen.
 


En zo komt het dat de plannen voor vandaag worden omgegooid. En deel van de groep gaat naar de markt van Berovo, een ander deel rijdt naar een dorpje buiten de stad. Ratevo heet het dorp en heeft zich in de flanken van de heuvels genesteld. Vervallen boerderijen en een knus dorpspleintje. Van hieruit zou je ook een mooie wandeling kunnen maken, over golvende heuvels, langs schuren en hooibergen. 

Er klinkt opnieuw gedonder, aan de horizon bliksemt het. Een oudere vrouw wenkt ons. Onder een afdak op het boerenerf staan stoelen en een tafel.  We zien een ketel op een houtkachel.
"Kafe," zegt ze.  Natuurlijk willen we dat wel. Er is trouwens ook čaj, thee.

 

We zitten met z'n allen onder het afdak als de regen met bakken uit de hemel valt. De vrouw gooit wat extra hout op het vuur en zet het water op.
Bij de koffie moet je het drab laten bezinken, de thee is heet water met kruiden uit de bergen. Het blijft niet bij drinken: er komt brood op tafel, gebakken courgetteplakjes, een schotel van prei met geitenkaas en room. De twee kleinzoons worden er bij gehaald voor toelichting in het Engels. Ze willen een selfie maken met ons erbij. Want in deze wereld van houtkachels en paardenkarren is ook een smartphone een normale verschijning.

Eindelijk breekt de zon weer door en doet de verre bossen dampen. We lopen weer terug naar de auto.  Geen sportieve wandeling vandaag, maar toch een bijzondere belevenis in het landelijke Ratevo.

dinsdag 29 juli 2014

Eeuwenoud kinderbijbeltje


Een Herder had honderd Schapen. Eén van dezelven liep van den hoop af, en verdwaalde. Dit veroorzaakte den goeden herder eene groote ongerustheid. Hij zocht hetzelve met de grootste moeite, en wilde eer niet rusten, tot hij het gevonden had.
 

Zo begint de gelijkenis van Jezus over het verloren schaap in het oude kinderbijbeltje.  De tante die in het Amsterdamse grachtenpand woont, ruimt op en liet ons een stapel stoffige bijbeltjes zien.

"Mijn voorvaderen waren erg gelovig," zei ze.

Ik mocht wel wat meenemen en mijn oog viel op een zwart, versleten boekje. Toen ik het opensloeg stond er:  Uitgezogte Bijbelsche Verhaalen, tot een leesboek voor de Jeugd.
Behoorlijk oud, dus nam ik dat mee in mijn tas.

 

Eenmaal thuis ontdekte ik het jaartal MDCCXCIV. Grote genade, dit boekje dateert uit 1794! In archieven worden zulk soort werkjes met de grootste zorgvuldigheid en in de beste klimatologische omstandigheden geconserveerd en mag je er met ingehouden adem voorzichtig in bladeren.  Maar ik kan er in bladeren zoveel ik wil. Kostbare horloges, dure sieraden, ze interesseren mij niet, maar dit zal een kleinood voor de boekenkast zijn.

Voorin staat een krabbeltje dat Bijbelsche Verhaalen in 1818 aan een 9 jarig kind cadeau is gedaan. Soms is er met een potlood door de tekst gekrast. Een peuter van enkele eeuwen geleden?  Er staan prachtige gravures in die de Bijbelse geschiedenissen verbeelden. Jammer dat er behoorlijk wat van die platen zijn uitgeknipt.
 
 

De schrijfstijl doet ons natuurlijk erg ouderwets aan. Opvallend dat de schrijver dat in zijn inleiding ook opmerkt. Hij kreeg het verwijt dat hij de 'regte kindertaal niet altijd getroffen hebbe',  maar hij wilde ook weer niet te Kindsch schrijven, kinderen hebben dat namelijk al snel door.  Dus raadt hij aan dat Moeders en Leeraars (lazen vaders in die tijd niet voor?) de verhalen eerst voorlezen in eenvoudiger taal . Later kunnen de Kinders de Jeugdbijbel dan zelf ter hand nemen.

Na de gelijkenis van het schaap volgt er een stichtelijk woord:

De Goedertierene God wil gaarne alle menschen, die van den regten weg afgedwaald zijn, weder terug brengen.