Het verhaal van de Verloren Zoon is voor velen bekend.
Een vader had twee zonen, de een eist zijn erfdeel al bij leven van de vader op
en trekt de wijde wereld in. Berooid komt hij terug. De vader slacht het
gemeste kalf en wil de terugkomst van de zoon vieren. De oudste zoon echter is
er niet blij mee. Al dat feestgedruis voor zijn broer die de bloemetjes heeft
buitengezet, terwijl hij zich al die tijd uit de naad heeft gewerkt.
Dat deze Bijbelse gelijkenis ook op Rembrandt veel indruk
heeft gemaakt, blijkt uit zijn beroemde schilderij ‘Terugkomst van de Verloren Zoon’.
Het doek hangt in de Hermitage te Sint Petersburg.
Enkele weken geleden waren we in retraite in De Spil in
Maarssen. Het weekend ging over het boek van de katholieke priester Henri
Nouwen: Eindelijk Thuis. In dat boek staat dit schilderij van Rembrandt
centraal.
Tijdens dat weekend werd de vraag gesteld: waar sta jij?
Voel je je verwant met de jongste zoon, of de oudste. Of misschien met de
vader? Of met de figuren op de achtergrond van het schilderij. Ze staan in de
schaduw, maar je ziet een vrouwenfiguur (de moeder van de zoons? Een zus?) en
anderen, omstanders, knechten.
De wrok van de oudste zoon is voor mij wel te begrijpen.
Al die tijd ben je loyaal geweest aan je vader, maar een gemest kalf is nooit voor
je geslacht. De wanhoop van de jongste zoon is ook te snappen. Hij knielt voor
de vader neer; durft hem niet in de ogen te kijken.
Met de vader kan ook God zelf worden bedoeld. Opvallend:
Rembrandt schilderde twee verschillende zegende handen bij de vader: een
mannelijke en een vrouwelijke hand. Om zowel het vaderlijke, als het
moederlijke aspect van God te accentueren.
Met welk figuur op het schilderij vereenzelvigde ik
mijzelf? Soms neig ik naar de oudste zoon, maar gedurende het weekend kwam ik er
achter dat dat niet zwart wit is. Soms voel je jezelf de oudste, dan weer de
jongste. Je kunt zelfs vader zijn, of een van de personages op de achtergrond.