Totaal aantal pageviews

dinsdag 29 januari 2013

Het weeralarm bestond nog niet


"Niet dat we jullie weg willen hebben, maar volgens de radio gaat het mogelijk ijzelen," waarschuwde de oom ons.

Inderdaad, we waren al te lang blijven plakken, maar gezelligheid kent geen tijd. Buiten waaide een koude vrieswind, maar het was droog. Nog wel. Snel naar huis dus en we namen afscheid en liepen naar station Rotterdam Alexander. De treinen reden gewoon. De NS was nog een robuust staatsbedrijf en van een 'winterdienstregeling' had nog nooit iemand gehoord. Na de kerst was het Siberisch gaan vriezen en Nederland lag bedekt onder een dikke sneeuwdeken. Nu dreigde er echter een plotselinge dooiaanval. De winter van '78 - '79 zou bijzonder grillig worden.


In de trein van Rotterdam CS naar Delft leek het wel of we door een aura van bliksems omgeven werden. Vanaf de bovenleiding schoten er vonken alsof het vuurwerk was.

Toen de trein vaart minderde omdat station Delft werd genaderd, waarschuwde een ingeblikte conducteurstem: "Dames en heren, het is heel erg glad buiten, wilt u asjeblieft uitkijken."

De straten leken geglazuurd. Naar huis fietsen was onmogelijk, lopen zou een beproeving worden. Eigenlijk wist ik als tienjarig jongetje niet goed wat ijzel betekende. Je had sneeuw of hagel en natuurlijk vorst. Regen in combinatie met vrieskou leek onmogelijk. Maar ik zou dit ijzige en grimmige winterverschijnsel vanaf nu nooit meer vergeten. Met de fiets aan de hand glibberden we voort. We kwamen nauwelijks over bruggetjes omdat ook de leuningen verijst waren. We vervloekten de ijverige burgers die hun stoepjes sneeuwvrij hadden gemaakt, want nu waren het venijnige ijsbaantjes geworden. We liepen zoveel mogelijk door besneeuwde bermen en ontwikkelden een soort behendigheid om al glijdend vooruit te komen, de fiets bood zowaar enige houvast.
 

We moesten kilometers lopen en deden er, geloof ik, meer dan een uur over. Half onderkoeld moeten we zijn thuisgekomen. De tante belde ons ongerust op, ze had het al een paar keer geprobeerd. Ach ja, de mobiele telefoon bestond nog niet en ook de buienradar en het weeralarm waren nog lang niet uitgevonden. Waren die uitvindingen er al wel geweest, dan waren we überhaupt niet op visite gegaan.

Maar ja, dan had dit avontuur ook nooit plaatsgevonden.

 

vrijdag 18 januari 2013

Drie is rood, vrijdag is groen


Drie is rood, maar vijf is weer donkergroen. De een is lichtbeige, negen is sneeuwwit, maar tien is weer kanariegeel. Groen en ribbelig? Onmiskenbaar vrijdag. Romig geelwit? Da's natuurlijk dinsdag, terwijl de zondagen glimmend auberginekleurig zijn. Ook de letters hebben kleuren. De L is hemelsblauw, de C biefstuk-rood, de A is even groen als vijf, terwijl de T knalrood door mijn brein stuitert.
3  5  1   9  10   vrijdag  dinsdag zondag
 L  C  A  T
zzzzzzzz   7 ZATERDAG       
Oktober 
 
Ben ik bezig een LSD-trip te beschrijven? Welnee, ik lijd aan synesthesie. Nou ja lijden... Cijfers, letters, maar ook dagen en maanden hebben kleuren en dat is al zo sinds mijn aller-vroegste jeugd. Je denkt: dat heeft iedereen, maar het blijkt dat dit verschijnsel slechts voorkomt bij 1 op de 20 mensen. Mijn hersenen schijnen bepaalde zintuiglijke waarnemingen door elkaar te interpreteren. Klank krijgt daardoor kleur. Niet dat ik tijdens een concert een kleurenshow te zien krijg, wel klinkt bijvoorbeeld de letter z (zzzzz) roodrossig, waardoor ook de zeven en de zaterdag diezelfde kleur heeft. Maar de zondag heeft dus weer die glimmende auberginekleur. Mijn onnavolgbaar brein heeft natuurlijk gedacht: die twee dagen mogen wat betreft kleur niet op elkaar lijken. En aangezien de letter O eveneens die aubergine-achtige kleur heeft, is de zOndag dat ook.

Het gaat niet altijd op: oktober heeft weer een fluweel-paarsige kleur.

Abstracte begrippen zijn bij mij daardoor concreet geworden, ze hebben kleur, dus ik kan ze plaatsen. Een saaie lezing of ingewikkelde abstracte uiteenzetting? Die zijn altijd wat minder saai omdat mijn hersenpan alle kleuren van de regenboog laat zien.

Ook bij preken, want tittel en jota, alfa en omega...ook die hebben kleuren.

woensdag 9 januari 2013

Haar eniggeboren Dochter


Ik geloof in Godin de Moeder, schepster die de Schepping draagt.
In Haar Dochter, Jesca Christa. Zij werd geboren uit een maagd.

 
Deze bovenstaande geloofsbelijdenis is een theologisch gedachte-experiment. In Genesis 1:27 staat dat God de mens naar Zijn beeld schiep, man en vrouw schiep Hij hen. Je kunt er dus niet omheen dat God zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen bezit. Toch wordt Hij meestal als man voorgesteld, hoewel er uitzonderingen zijn (meer dan je denkt), bijvoorbeeld in Jesaja 66:10-13 waarin God als moeder wordt voorgesteld die Haar kind - het volk Israel - aan haar borst drukt. De voorstelling dat God mannelijk zou zijn, is door de toenmalige cultuur bepaald. Het mannelijke domineerde, dus God werd als snel een 'Hij'. Maar wat als het heel anders zou zijn geweest...
 

Stel dat de menselijke cultuur gedomineerd zou worden door vrouwen. Een wereld van zorgzame matriarchen en dappere amazones, machtige koninginnen en vrome profetessen. In die wereld zou de tweeslachtige God al snel met 'Zij' worden aangeduid. Het zou 'Onze Moeder' zijn. Best mogelijk dat in die wereld Moeder-God Haar eniggeboren Dochter naar de aarde zou hebben gestuurd. Hoe zouden we die 'Wonderbare Raadsvrouwe', die Vredevorstin genoemd hebben? Jesca Christa?

Vergeet niet dat in Afrika, Jezus zwart is. En in een Peruaanse kathedraal zag ik ooit een schilderij van het Lam Gods, dat geen lam was, maar een lama.
 

Het gedachte-experiment dwingt je ook God niet in je broekzak te stoppen. Voordat je het weet hebben wij mensen God geanalyseerd en gecategoriseerd, maar dan blijkt Hij/Zij onvoorstelbaar anders te zijn.
 

Overigens is die maagdelijke geboorte van Jezus natuurlijk het toppunt van feminisme. Maria raakte zwanger en kreeg haar kind en er kwam geen man aan de pas!

woensdag 2 januari 2013

Mannen op de maan


Al meer dan een uur zaten mijn ouders en mijn oma en opa welhaast geobsedeerd naar de televisie te kijken. Als kleuter vond ik die televisie ook bijzonder fascinerend, maar waar mijn familie naar keek was werkelijk vreselijk saai. Ze staarden naar schokkerige beelden (zwart-wit, maar de TV was sowieso niet in kleur) van een man in een dik wit pak met een soort motorhelm op zijn hoofd. Soms waren er twee mannen te zien met op de achtergrond iets als een caravan op poten. Ze liepen heel raar, een beetje zweverig. Het landschap bestond uit een eentonige grijze vlakte en de lucht was pikzwart.
"Het is toch niet te geloven, wat zijn de mensen toch knap," verzuchtte mijn oma keer op keer.
"Ja, je kunt het je eigen niet indenken, hè. Zo ver weg," reageerde mijn vader.
"Kijk, ze komen nu zelfs met een karretje," wees mijn moeder.


 
Slechts weinigen zullen er bij hebben stilgestaan, maar afgelopen december was het precies 40 jaar geleden dat de laatste bemande maanreis plaatsvond. De beroemde vlucht van de Apollo 11 in de zomer van 1969 weet iedereen. De eerste voetstap werd op het maanoppervlak gezet. Maar daarna werd ons meest nabije hemellichaam nog vijf keer bezocht totdat het budget bij de Amerikanen op was. De laatste keer was met de Apollo 17. Twee astronauten landden er op 11 december 1972 in de volstrekt desolate Taurus-Littrow Vallei. De derde astronaut draaide rondjes om de maan. Ze bleven er enkele dagen en maakten uitstapjes met een speciale maanauto en verzamelden kilo's maanstenen.

Het kan best zo zijn dat het de Apollo 17-reis was die ik me als kleuter van vier nog vaag kan herinneren. Later, als schoolkind, was ik er van overtuigd dat ik als volwassene met vakantie naar de maan zou gaan.

Helaas, toen de mannen van Apollo 17 de maan verlieten, is er nooit meer iemand teruggekomen. Voetstappen, landingsgestel, VS-vlag, alles ligt en staat er nog precies zo bij als toen. En dat zal zo blijven tot in lengte van eeuwen.

Die hele race naar de maan was in feite één grote prestigeslag tussen Russen en Amerikanen. Toen de Russen de eerste mens de ruimte in schoten, konden de Amerikanen natuurlijk niet achterblijven. Er moest een man op de maan; de sky was zelfs niet the limit.

Er is anno 2013 een volk op aarde dat er alles aan doet om technologisch en economisch de nummer één van de wereld te worden: China. Grote kans dat zij binnen pakweg vijftien jaar hun vlag op het maanoppervlak zullen planten. Aan het einde van deze eeuw is er misschien toch een vakantiereisje naar de maan mogelijk. De voertaal zal er Chinees zijn en je zult er met stokjes moeten eten. Nou ja, met die geringe maanzwaartekracht is dat eigenlijk best makkelijk.


 
Alle trouwe lezers van dit blog wens ik een heel mooi 2013 !