Totaal aantal pageviews

dinsdag 28 mei 2013

Zonnige Drie-eenheid


Theologische wiskunde.  Een onbegrijpelijk dogma. Een vreemde Goddelijke formule. De Drie-eenheid is dikwijls stof tot worsteling. God is één, maar toch ook weer drie: Vader, Zoon en Heilige Geest. Afgelopen zondag was het Trinitatis, een dag die in het teken staat van de Drie-eenheid. In tegenstelling tot Pasen en Pinksteren is Trinitatis nu niet bepaald uitgegroeid tot een belangrijke kerkelijke feestdag.

Vroeger, tijdens de catechisatie, vertelde de dominee dat je de Drie-eenheid ook weer niet te letterlijk moest nemen: "God bestaat niet uit drie aardlagen en Hij is ook geen lasagne."

Het blijft vaag. En het helpt ook al niet dat de term in de Bijbel ontbreekt en pas eeuwen na Jezus' geboorte tijdens verschillende kerkelijke concilies zijn vorm kreeg. Weliswaar gebaseerd op Bijbelteksten zoals Mattheus 28: 19 waarin Jezus opdraagt zijn volgelingen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige geest.

 

Het helpt misschien wel om God te vergelijken met de zon. De zon is een onmetelijk grote gloeiende gasbol in het heelal die al het leven op onze aarde mogelijk maakt. Maar de zon is ook: lichtstralen door de wolken heen, of heerlijke warmte.

Als iemand zegt: "Ik ga van de zomer met vakantie naar de zon," zal iedereen begrijpen dat die persoon niet per ruimteschip op reis gaat. En als een astronoom uitlegt dat-ie zich bezighoudt met de zon, zal niemand denken dat deze wetenschapper zijn dagen slijt op een zonnig tropisch eiland. En als je collega maandag vertelt dat hij van het weekend heerlijk in het zonnetje heeft gezeten dan reageer je niet met: "Zonnetje! Weet je wel hoe groot de zon is? De aarde valt erbij in het niet, laat staan jij."

De zon als warmtebron, daglicht, vakantiebestemming, hemellichaam...en toch hebben we het over hetzelfde fenomeen. En zo heeft ook God meerdere aspecten en verschijningsvormen.

Ik las ergens een mooie uitleg over de Drie-eenheid. Je hebt God als geheel, maar ook Zijn buitenkant (Jezus) en Zijn binnenkant (de Heilige Geest). Drie verschijningsvormen van de Ene.

 

dinsdag 21 mei 2013

Volg de gele streepjes


Misschien is dat de reden waarom zoveel Nederlanders naar Frankrijk met vakantie gaan: het land is relatief leeg en oogt niet zo aangeharkt en af. Precies het tegenovergestelde van ons land. Bovendien is het er - over het algemeen - beter weer en met een afwisselend landschap, eeuwenoude steden en een voortreffelijke keuken is het plaatje natuurlijk compleet.


De Nederlandse natuur staat vol met houten paaltjes waarvan de kop allerlei kleuren kan vertonen. Volg de paaltjes met een bepaalde kleur en je loopt een wandeling.

In Frankrijk zijn het slechts verfvlekken, vaak geel, rood of blauw. Een wandeling heeft daardoor vaak iets weg van spoorzoekertje. Want is er nu een geel streepje op dit rotsblok te zien, zodat we op de goede weg zijn, of is het toch korstmos? Vaak waren de gekleurde merkjes op stenen, bomen, elektriciteitshuisjes of telefoonpalen wel goed te zien. En zag je een kruisje, dan wist je dat je dat pad niet moest in slaan.

Maar toch ging het af en toe mis. In de buurt van het dorp Siran liepen we door een betoverend mooi pijnboombos. Tussen de stammen bloeiden talloze roze bloemetjes en overal zag je brokkelige muurtjes die onthulden dat hier lang geleden akkers moeten zijn geweest. Het kronkelige weggetje kwam uit op een brede asfaltweg. Volgens het routekaartje moesten we die slechts 100 meter volgen en dan weer rechtsaf de akkers in. Pad één verdween in een wijngaard, pad twee leek helemaal geen pad te zijn. Je kwam op een stenig plateau die eindigde bij een afgrond.
 
 

En zo waren we het spoor bijster. Nergens gele streepjes meer te bekennen. Er zat niets anders op dan de asfaltweg verder te volgen tot het punt waarop de route die weg opnieuw zou kruisen. En eenmaal op die plek besloten we de route andersom te volgen. Dan zou namelijk blijken waarom we even daarvoor de mist in gingen. Een sportief traject dat op een gegeven moment dwars door een beek leidde. Van steen tot steen bereikten we de andere oever. En waar kwam dit pad dan uit? Op diezelfde brede asfaltweg als daarnet, maar dan honderden meters zuidelijker dan op het punt waar we de weg kwijtraakten.

En zo bleek dat we al aan het begin verkeerd waren gelopen. Dat schitterende pijnboombos, daar hadden we volgens de route ook helemaal niet doorheen moeten lopen.

"En als je ooit je weg verliest," een flard Koningslied waaide voorbij. Soms is het helemaal niet erg je weg te 'verliezen'. Je komt nog eens op mooie plaatsen.

dinsdag 14 mei 2013

Verscholen vallei


Een week lang geen televisie, radio of krant.  Ook geen internet of mobiele telefoon, domweg omdat er niet of nauwelijks bereik is.  Ik heb het eigenlijk allemaal niet eens gemist.  Een afgelegen vallei, diep in het zuiden van Frankrijk, maar niet onbereikbaar want met een bekende prijsvechter vlieg je vanaf Eindhoven in ruim anderhalf uur naar Carcassonne.  Als je met een huurauto deze majestueuze, nog geheel ommuurde stad verlaat, vertoef je eerst nog op brede wegen door golvende wijngaarden. Al snel worden het stille landwegen door tijdloze dorpjes en uiteindelijk ga je kronkelend de bergen in. En dan wijst een bordje naar rechts. Er staat een tongbrekende naam  op: Cantignergues.
 
 
Een smal weggetje duikt de groene diepte in. In deze verscholen vallei stromen beekjes en geurt de brem. De autorit heeft minder dan een uur gekost en verder kun je niet meer. Meer dan de helft van dit kleine Franse dorpje behoort tot Porte d'Espérance, door een Nederlands echtpaar beheerd vakantiedorp. De dorpshuizen zijn door vele vrijwilligers opgeknapt. Aan elk detail is gedacht.
 
 

Ik kwam er tot rust. Tijdens wandelingen is je enige zorg of je de gele streepjes van de randonnée nog kunt vinden op boomstammen of rotsen. Hoe heerlijk is de wereld zonder Google Maps en hoe onvoorstelbaar gedetailleerd zijn de topografische kaarten van het Institut Geographique National. En gelukkig ook geen last van die zenuwen-Buienradar, want we keken gewoon weer naar de hemel. Vaak was-ie blauw en dreven er mooie stapelwolken in.

We kwamen er weer tot de essentie van het bestaan en genoten van de vele kleuren en geuren en het gemoedelijke tempo van de Midi. Slecht mobiel bereik? Des te beter was het Goddelijke bereik...

woensdag 1 mei 2013

Zijne majesteit


Ik was elf toen de koningin afstand deed van de troon. Juliana was een soort nationale oma voor mij. Een lieve gemoedelijke grootmoeder die het niet zo nauw nam met allerlei protocollaire aangelegenheden.

In de zesde klas van de lagere school werd uitgebreid aandacht besteed aan de "abdicatie". Het is geen kroning, leerde de meester ons. We kregen een mok met de afbeeldingen van Juliana en Beatrix op de buitenkant.
 

"Als je er heet water in doet, zie je aan de binnenkant Bernard en Claus verschijnen," vertelde de meester. Ik geloof dat ik er ook in stonk.

Natuurlijk keken we op 30 april naar de televisie. Juliana en Beatrix verschenen op het balkon van het Paleis op de Dam.

"Zojuist...zooojuiuiuist, heb ik afstand gedaan van de regering," probeerde Juliana er bovenuit de roepen. Het was onrustig in Amsterdam. Het paleis en de kerk stonden in een luchtbel van plechtstatigheid, daarbuiten regeerde de chaos en werden complete veldslagen uitgevochten. Hoewel ik de inhuldiging in de Nieuwe Kerk oersaai vond, had ik wel het idee iets historisch te zien. De nieuwe koningin die in een hermelijnen mantel voortschreed, alsof ze uit een zeventiende eeuws schilderij kwam wandelen.
 
 

En nu dus Willem Alexander in die koninklijke mantel. Drieëndertig jaar later komt er een generatiegenoot op de troon, hij had een iets oudere broer van mij kunnen zijn.

Nichtje Willemijn vond het wel grappig dat prinses Alexia bijna even oud is als zijzelf, Amalia zou zomaar een oudere zus van haar kunnen zijn. En zo heeft iedere generatie zijn eigen koning of koningin.