Kerken
als bijouteriedoosjes, gebouwen als kunstig gespoten suikertaarten. Een stad
als een symfonie. Een metropool als een orkest. In de smalle klinkerstraatjes,
tussen hoge huizen klinkt een eenzame viool. Pianospel waait zachtjes uit een
salon. Over de brede boulevards de Radetzky Mars. Schallende trompetten op de
pleinen.
Er
is zoveel stedelijke schoonheid in Wenen dat je metaforen gaat zoeken. Het oog
krijgt een overmaat aan indrukken en het oor doet ook mee. De muziek, maar ook
de krakende parketvloeren van Schloss Schönbrunn.
Ruiken,
proeven en voelen zijn eveneens van de partij: de bedwelmende geur van seringen
op het Heldenplatz, de smaak van vette chocoladetaart of de warme lentezon die
flirt met de stad.
Overal
knarsende en bellende trams. Nog nooit zo’n uitgebreid tramnet gezien. We
wilden een keer een groot stuk met de tram afleggen, want dan zie je meer dan
de lange tunnels waardoor de U-bahn dendert, maar lijn 1 ging ook de grond in.
Smalle tunnels, wissels en splitsingen in de gewelven. Gelukkig maar voor even.
Op
een gegeven moment ben je helemaal verzadigd van alle barok en rococo. Dan wil
je rust voor je ogen. Simpele lijnen en structuren. De glanzende wolkenkrabbers
aan de Donau. Lange strakke bruggen over land en water. Want, dat is opvallend.
Deze stad vol krullen en tierlantijnen heeft een saaie kaarsrechte rivier. Londen
heeft de Theems, Parijs de Seine, maar Wenen heeft niets met de Donau, de stad
is er met de rug vanaf gebouwd. Wenen is ontstaan aan de Wien: een lullig
stroompje dat over grote afstand overwelfd is. In het Stadtpark stroomt de Wien
door de open lucht, ingebed door weinig elegante betonnen oevers. Veel respect
voor het water is er niet.
Verfijnde
smaken, statige paleizen, Biedermeier, Wiener Philharmoniker… Het lijkt of de Wener dat op zondagmiddag
allemaal achter zich wil laten. Want in de Volksprater was het ontzettend druk.
Het Reuzenrad draaide zijn tergend trage rondjes en daaromheen groepeerde zich
een dichtbebouwd pretpark. Hoempa en stampmuziek, bier en vette worst. De lucht
van suiker en frituur.
Maar
ook de vijf kilometer lange Hauptallee waarlangs de halve stad fietste, jogde
of slenterde. De bomen waren al groen, de lucht nog steeds strakblauw.
Lente
in Wenen.