Totaal aantal pageviews

vrijdag 30 oktober 2015

Ik steeg omhoog en overzag mijn jeugd

Ik steeg omhoog en overzag mijn jeugd.
Als ik in Rotterdam zou zijn geboren had ik de Euromast beklommen, zou ik Amsterdammer zijn geweest, nam ik de toren van de Oude Wester. Groningen: de Martinitoren. Maar mijn jeugd bracht ik door in Delft, dus beklom ik afgelopen dinsdag met mijn zus de toren van de Nieuwe Kerk in Delft.
Je moet geen last hebben van claustrofobie vanwege de smalle wenteltrap in een krappe torenschacht en vooral geen hoogtevrees hebben. Maar eenmaal boven ligt mijn jeugd aan mijn voeten.
 
Grachtjes en smalle straatjes. De wereld is veranderd in lilliputter-formaat en heeft iets grappigs.
In het noorden de gebouwen die vroeger hoorden bij de Gist- en Spiritusfabriek. Het bekende ‘Delftse luchtje’. Daarachter een groen vlak. Ergens moet daar ’t Haantje zijn waar ik met mijn ouders en zus woonde en mijn eerste stapjes zette.  
In het noordwesten lag de werkgelegenheid van mijn vader: de kassen van Sion. De glazen huizen worden vervangen door een woonwijk, gelet op de ragfijne hijskraantjes die nog net zijn te ontwaren. Wat kwam ik vaak in de moestuin. Ik kweekte er mijn eigen groenten: tuinkers (simpel), schorseneren (de halve tuin ondersteboven spitten om de pennen te oogsten).
Westelijk is het nevelig. Ook mijn lagere school, de Prinses Irene School is in de nevel van de tijd verdwenen, want het gebouw bestaat niet meer. Wat zou er van de school-schildpad geworden zijn? Deze trage reptielen kunnen oud worden, dat wel. Het Christelijk Lyceum Delft is er nog wel, maar door die heiigheid niet goed te zien. De school waar ik tussen 1985 en 1987 op de havo zat en waar het schoolreisje naar Turkije ging.
 
Wel kan ik een vormpje ontdekken tussen de herfstige bomen: de Hofkerk met daarachter de Lindenhof. Het verzorgingshuis waar mijn ouders de laatste jaren van hun leven hebben doorgebracht.
Het Westerkwartier ligt eigenlijk al bijna op de voorgrond. Komisch, al die kleine dakjes. De Buitenwatersloot is vanaf hier inderdaad een slootje. Hier ging ik naar de mavo en was ik voor het eerst verliefd.
Een blik naar beneden in zuidelijke richting en je ziet de Breestraat waar ik menig avond doorbracht in Café Parlé, de koffiebar van de Youth for Christ. Bijbelstudies en verhitte discussies over jodendom en christendom. Totdat het Stichtingsbestuur eens poolshoogte kwam nemen. Judaïseerden wij niet te veel?
Zuidoost: Rotterdam, de geboortestad van mijn moeder, is slechts vaag zichtbaar.
De geel-blauwe gevel van de Ikea bij de A13 schittert in de oktoberzon. Toen ik zelfstandig ging wonen kocht ik veel tweedehands meubelen en vulde dat aan met bijvoorbeeld de Billy boekenkast van de Zweedse meubelgigant.
 
In het oosten is het beeld het scherpst. De bomen van de Delftse Hout zorgen voor een prachtige groen-rood-gele zoom van de Delftse bebouwing. Menig voetstap en fietsbandenspoor liggen er van mij. Beestjes kijken in het Hertenkamp, een duik in de plas.
Nog verder zie je nieuw aangeplante bossen met aan de horizon: Zoetermeer. Sweet Lake City, noemde onze aardrijkskundeleraar deze suburb van Den Haag altijd.
In het noordoosten en wederom het noorden wordt de achtergrond gedomineerd door de skyline van Den Haag. Daar studeerde ik aan de Bibliotheekacademie. Maakte er vrienden en probeerde ik volwassen te worden.
Ik steeg omhoog en overzag mijn verleden. Het moment om weer af te dalen. Het waren andere tijden. Terug naar de onze.
 
 
 
 
 

dinsdag 20 oktober 2015

Ontbijt zonder ontbijtkoek: vakantie-ervaringen in Nederland


Twee weken Holland. Geweldig naar mijn zin gehad! Overigens klopt de term Holland niet. Dat geldt eigenlijk alleen voor het westen. Je hebt de landsdelen (provincies noemen ze die) Noord- en Zuid-Holland en de rest is geen Holland. Het lage landje aan de zee heet, heel toepasselijk: Nederland.
 


Vestzak-wereldstad
 

Amsterdam is eigenlijk een wereldstad in vestzakformaat. Je kunt er alles aflopen, of je stapt op de tram. En al die kanaaltjes. Met schilderachtige hoge huizen er langs. Uniek!

Krankzinnig is dat Red Light District die ze “Wallen” noemen. Je denkt aan stadsmuren of een burcht, maar het zijn straten waar schaars geklede vrouwen in de etalage zitten. Met maar één doel, natuurlijk. Bij ons gebeurt het allemaal achter fraaie façades, maar in Nederland is het wel heel openlijk, terwijl de Nederlandse vrouwen op zich heel erg geëmancipeerd zijn.

Aan de rand van steden dacht ik een soort sloppenwijken te zien. Kleine houten huisjes met tuintjes er omheen. Maar dat blijken ‘tweede huisjes’ te zijn van Nederlandse flatbewoners die een tuintje willen hebben. Begreep ik.

 
Dutch Mountains 

 
Dat hele Nederland heeft heel veel toeristische attracties, allemaal zeer makkelijk bereisbaar. Heel veel stadjes met kanaaltjes en oude gebouwen. De dorpen zijn een soort mini-stadjes met ook weer overal voorzieningen. Zelfs Chinese restaurants!

Nederlanders zeggen dat hun land vol is. Vind ik wel meevallen. Rijd door de Schermer of de Beemster (dat zijn meren die nu ingepolderd zijn) of Flevoland (een reusachtig binnenmeer dat deels drooggelegd is) en je kan tot de horizon kijken. Alles hartstikke plat. En dan die Afsluitdijk: een enorme, kilometers lange dijk van het landsdeel Noord-Holland naar Friesland. Weidse wateren, imposante wolkenluchten. Ze spreken hier van de Dutch Mountains, die wolkenluchten. Want bergen zijn er niet. Midden in het land, in een gebied dat ze Veluwe noemen, zijn wel wat heuvels, maar veel stelt dat niet voor. Raar is dan weer dat er plaatsnamen zijn met ‘berg’ er in. Bergen aan Zee, Bergen op Zoom, Driebergen. Er is geen berg te zien!
 


Gore zoute dingetjes

 
Het eten is weer een heel verhaal apart. Ze hebben een soort van kruidkoekachtig brood, ‘ontbijtkoek’ noemen ze het. Maar bij je ontbijt krijg je dat helemaal niet. Wel ronde broze crackers waar je kleine stukjes chocola op kan strooien. Er zijn speciale eetlokaaltjes of stalletjes waar je aardappelfrites in een puntzakje kunt krijgen en er zijn eetgelegenheden die zich helemaal gespecialiseerd hebben in pannenkoeken. Zelfs midden in het bos vind je zulk soort restaurants.

Eet niet hun kleine zwarte snoepjes die ze te pas en te onpas aan je uitdelen. Nee, dat zijn geen drugs, maar ‘dropjes’. Gore zoute dingetjes.

 
Zelfredzaam

 
En de Hollanders zelf? Aardige mensen die zeggen waar het op staat. Nooit verlegen om een praatje. De meesten kunnen Engels. Soms wel erg individueel. Zo maakte ik mee dat er een blinde man in de bus stapte. Dat kon je duidelijk zien aan zijn rood-witte stok. Niemand hielp hem naar een plaats. Maar nu komt het… Hij leek dat helemaal niet erg te vinden. Op een of andere manier vond hij zijn weg. Zo is kennelijk Nederland. Zelfredzaam. Ieder voor zich. Behulpzaam, maar niet overdreven.

Een mooi land, dat Nederland. Maar de volgende keer kom ik in de zomer. Want de maand oktober is me te koud!

 

 

 

 

woensdag 7 oktober 2015

Het heerst!


Het hangt in de lucht en is ongrijpbaar. Onverwacht slaat het toe en als je getroffen bent zal de reactie van anderen altijd zijn: “Het heerst!” Het valt mij op dat het altijd heerst. Verkoudheidsvirussen, influenza, dikke keel en verstopte neuzen….je kunt er niets aan doen en je bent niet de enige, want het heerst.

Stel dat je koortsig onder de wol moet en ze zeggen tegen je: “Ik snap niet dat je ziek bent, want het heerst naar mijn weten helemaal nergens.” Dan is het alsof je door een zeldzaam virus bent getroffen. Toen ik enkele weken geleden werd geteisterd door een verkoudheid, heerste het gelukkig wel, dus had ik een goedgekeurd argument om ziek te zijn.
 
 

‘Grieperig’ zeggen we dan, maar meestal is het helemaal geen griep. Als je je op je werk ziek meldt en je vertelt erbij dat het geen griep is, maar een stevige verkoudheid, kan het zijn dat ze je niet eens serieus nemen. Of de boel nept. Maar van verkoudheid kun je goed beroerd zijn. Een nare hoofdpijn, loopneus, scheermesjes in je keel, warme en koude rillingen.

Voortaan geef je bij het ziekmelden gewoon aan dat je lijdt aan een heftig geval van rinofaryngitis (officiële naam van neusverkoudheid) of een ernstige aanval hebt van rinorroe (loopneus). Grote kans dat ze je de komende twee maanden niet terugverwachten.

Inmiddels ben ik allang weer opgeknapt, hoewel de keel blijft kriebelen en mijn hoofd voelt af en toe loodzwaar. Het heerst en het zal de komende winter nog wel door blijven heersen.