Met moeite baanden we ons een weg door het hoogopgroeiende struikgewas en langs exotische planten met grote bladeren. We zagen een spelonk in de rotswand tegenover ons. Als we daar naar toe zouden klimmen, konden we even rusten.
Een fragment uit een reisverhaal over Madagaskar? Detail van een expeditieverslag door het regenwoud van Nieuw Guinea?
Welnee.
Als ik slechts tien centimeter lang zou zijn geweest, had ik dat avontuur hebben kunnen beleven in mijn eigen tuin in een gedeelte dat een soort rotstuin is geworden. Natuurlijk heeft zo’n trektocht door je eigen tuin bij een lengte van pakweg een poppenhuispoppetje wel zo zijn uitdagingen. Je prikken aan een brandnetel overleef je waarschijnlijk niet. En wat dacht je van de dierenwereld. Wespen zo groot als katten, muggen met afmetingen van duiven. De poes van de buren die de omvang heeft van een groot uitgevallen prehistorische sabeltandtijger. Als die zijn klauwen naar je uitslaat…
Grappig om te constateren dat je eigen tuin in een gevaarlijke wildernis veranderd als je het formaat zou hebben van een kabouter. Het is maar hoe je tegen dingen aankijkt en dan ontdek je wonderen achter je huis.
Nog meer wonderen kun je ontdekken als je iets afwijkt van wat gangbaar is, zelfs bij normale lengte. Bijvoorbeeld als je groenten laat doorschieten. De krop krulsla hadden we eerder moeten plukken. Nu is hij gaan bloeien en dat blijkt helemaal geen lelijk gezicht te zijn. Prachtige blauwe bloemen ontluiken in het vriendelijke licht van de najaarszon.
We hebben slabloempjes in de tuin.
Avonturen van eigen bodem.