De webcam vermeldt rond een uur of acht min twintig, dus het thermo-ondergoed gaat vandaag beslist aan. Vanaf het dalstation van de Titlisbahn bij Engelberg begint het gemoedelijk. Een gondeltje laat je over dik besneeuwde sparrenbomen zweven. Voorbij de Gerschnialp gaat het serieus de hoogte in. Op 1800 meter ligt daar de stijfbevroren Trübsee: een kruispunt voor allerhande wintersporters. Je stapt hier over op de kabelbaan naar Stand (2426 meter). Diep beneden mij lijken de skiërs net miertjes op een groot wit laken. De laatste etappe gaat met de Rotair, een cabine met een draaiende vloer. Immense rotsmassieven glijden onder ons door. De sneeuwmassa's onthullen stukken blauw ijs: de gletsjer. Als we het bergstation van de Titlis op een hoogte van 3028 meter naderen wordt er gewaarschuwd voor de buitentemperatuur. Het is er nu min achttien graden Celsius.
En dat is koud. Zeker als er ook nog een stevige wind staat. We durven niet na te denken over de gevoelstemperatuur. Zelfs hier zijn Japanners die met je op de foto willen. Een korte wandeling naar het diep ingevroren weerstation, een blik over de tijdloze bergen. We voelen ons poolreizigers.
Binnenin het bergstation is een panoramaruimte met makkelijke stoelen. Hier kun je chillen zonder windchill en verwarmd een blik werpen op een voor de mens ongastvrije wereld. En toch is de mens hier: met hightech kabelsystemen.
We dalen weer af naar warmere oorden. Bij de Trübsee is het slechts drie graden onder nul.