Totaal aantal pageviews

zondag 31 juli 2011

Paradijs voor slakken

Diepgroene druipende weelde. Mals gebladerte zover het oog reikt onder een veilige grijze hemel. Tergend traag zetten natte naakte lijven zich in beweging. Het zal nog uren duren voordat de slijmerige lichamen het kletsnatte paradijs bereiken. De ogen tasten de omgeving af en ontwaren een kleurrijk schouwspel. En terwijl glimmende slijmsporen achterblijven op de stenen, wordt een nieuwe bladerenmassa vol overgave geconsumeerd.

Dit zou een stukje slakkenproza kunnen zijn. Ik denk dat slakken nog handmatig schrijven. Heel langzaam zetten zij sierlijke letters op droge bladeren.
Maar de gebeurtenis hierboven beschreven, slaat wel op onze tuin. Want de kleurrijke bloemen die wij begin juni plantten, zijn niet meer. Volledig kaalgevreten door de glibberige tuinbewoners. En het weer hielp netjes mee. Want slakken hebben een broertje dood aan de zon en die scheen weinig. Nat en grijs, dat is het echte slakkenparadijs.
Ook de natuur is onderworpen aan de zonde; het kwaad woedt zelfs in de tuin. In het voorjaar zuchtte de tuin onder een meedogenloze droogte en nu woekert de schimmel en regeert de slak.
De natuur is fascinerend. Maar mooi? Het is eten of gegeten worden, survival of the fittest. Wat is daar mooi aan? En ja, een slak moet ook eten. Een slak zal zeggen:
“Ik eet slechts vegetarisch, maar jullie ‘hogere wezens’ vreten complete veestapels op.”

Wij mensen mogen de natuur wel beheren als goede rentmeesters. Dus heb ik nieuwe bloemen geplant op de plek van de kaalslag. De blauwe hagelslag op de aarde is slakkengif. Dat is wreed, maar de natuur is dat ook. Wees gerust: dit strooisel is ecologisch verantwoord en niet gevaarlijk voor mens en dier.
Behalve voor slakken dan.

zondag 24 juli 2011

De toekomst in 1999

Iedereen woont in een wolkenkrabber of in een vrijstaande bolwoning. Robots hebben al het huishoudelijke werk uit handen genomen en we gaan met vakantie naar de maan.
Zo ziet de wereld er uit in het jaar 2000 dacht ik als kind eind jaren ’70.

Begin 1999, aan de vooravond van het nieuwe millennium, heb ik een keer opgeschreven wat ons de komende vijftien jaar zoal te wachten zou staan. Onlangs vond ik die aantekeningen terug en nieuwsgierig ben ik gaan lezen wat ik meer dan twaalf jaar geleden had genoteerd.

Na de val van het derde paarse kabinet krijgen we vanaf 2005 een regenboogcoalitie (CDA, PvdA en VVD) onder leiding van een vrouwelijke premier. Politieke debatten kunnen we volgen via onze mediamonitor. Sowieso kunnen we elk tv-programma gewoon downloaden vanaf het internet en bekijken wanneer ons dat uitkomt. Videobanden zijn in 2010 echt achterhaald. Dvd killed the video star. Inmiddels bellen we via onze polstelefoon terwijl oorbelspeakers aan onze oren hangen. Met de virtual reality-bril op ons hoofd kunnen we overal administratieve werkzaamheden verrichten en internetten, ook al zitten we op het strand van IJburg.
Door alle BSE-ellende en dioxineschandalen eet de helft van de Nederlanders vegetarisch en in 2010 is het heel normaal om eetbare kalebassen, yamvruchten en brandnetels bij de groenteboer te kopen.
Met onze auto (die in toenemende mate op elektriciteit of waterstof rijdt) vinden we onze weg met behulp van satellietnavigatiesystemen. Vanaf 2012 kun je per milieuvriendelijk luchtschip van Amsterdam naar Londen vliegen.
Jongeren gaan rond die tijd uit hun dak met spazy: psychedelische galmende muziek. Jongens dansen in een soort tuniek, meisjes swingen in sarong. Anderen verafschuwen die subcultuur en geven de voorkeur aan hammerhouse: oorverdovende, bijna machinale stampmuziek. Ze dansen wild in gescheurde kleding. Dat is vet-hammer-cool.
Sinds 2010 hebben de Amerikanen geen geld meer voor de ruimtevaart. Geen nood. De Chinezen gaan er mee verder. Tussen 2011 en 2013 voeren ze bemande vluchten uit naar de maan en in 2025 willen ze de Chinese vlag in de rode Marsbodem planten.

Bepaalde trends en technologische ontwikkelingen voorspellen is al vrij lastig, maar de wereldpolitiek kun je al helemaal niet voorzien. Dat blijkt wel, want ik schrijf:

Er komt een grote oorlog in het Midden-Oosten. Iran bezet in 2007 Afghanistan en het oosten  van Irak. Syrië rukt op naar het westen van Irak. Ondertussen erkent de VN in 2008 de staat Palestina. Er ontstaan echter grote spanningen met Israël over de status van Jeruzalem.

De terreuraanslagen van elf september 2001, de moord op Pim Fortuyn, de Amerikaanse aanval op Irak… het zijn gebeurtenissen die ik natuurlijk niet kon bevroeden. Hoe graag we ook van alles zouden willen weten, de toekomst blijft voor ons stervelingen verborgen in nevelen.
Gelukkig maar.

zondag 17 juli 2011

Hou van de regen!

“Ik wens iedereen die op vakantie gaat een goede tijd,” sprak onze teammanager na afloop van het afdelingsoverleg. “Als je naar het buitenland gaat: veel plezier. Blijf je in Nederland: veel sterkte.”
We keken naar buiten. Vanaf de negende verdieping van ons kantoor kon je zien dat de buitenwijken van de stad verborgen lagen achter grauwe regensluiers. Dichterbij leek het of een reus met een mega-plantenspuit de eeuwenoude daken permanent aan het vernevelen was. Kennelijk had de zomer een day off genomen.
“Zeg Herfst, neem jij die atmosferische toko even over zolang ik weg ben.”
Moet je net tegen Herfst zeggen.

Nu hoef ik niet te klagen. Drie weken China, betekende drie weken zonovergoten weer, op anderhalve dag regen na. Mijn zus heeft fris, maar redelijk zonnig weer in Noorwegen, en Martine, de zus van Nicolien, zit in Oostenrijk met man en kinders te smoren.
Nicoliens vriendin Stefanie gaat met Hans en de kids eind juli naar Schotland. Zonnige oorden zijn aan hun niet besteed.
“Schotland is het paradijs,” vindt Stefanie. “Niks geen witte stranden met palmpjes, maar woeste hoogten en ruige zeearmen. Groen gras, rotsen, zon en regen. En je moet de regen gaan liefhebben. Omhels de grijze wolken, kus de druppels. Als je zowel van de zon als van de regen houdt, heb je alle dagen mooi weer!”
Tja…

“Nou, ik heb toch liever een zonnetje, hoor,” was de nuchtere reactie van Nicolien.
En toch. Hou van de regen! Niet het weer moet zich aanpassen aan ons, want dat doet het weer natuurlijk niet. Maar als wij anders naar lage drukgebieden gaan kijken, worden we misschien veel gelukkiger.

Even op internet gekeken hoe het weer in bijvoorbeeld Edinburgh op dit moment is:
17 graden en flink wat regen.
Omhels de wolken, kus de druppels…

dinsdag 12 juli 2011

Geestelijke boekjes

Zo langzamerhand heb ik in mijn boekenkast een behoorlijk rijtje boeken over het geloof bij elkaar verzameld. Toen ik – zo’n twee decennia geleden alweer – belijdenis deed, werd ik overstelpt met boeken over onderwerpen als:  God beter leren kennen, Groeien in geloof, De Bijbel stap voor stap, Gebed voor beginners, etcetera.

IJverig begon ik te lezen, maar raakte al snel in verwarring door tegenstrijdige informatie. Terwijl schrijver A hamerde op dertig minuten ‘stille tijd’ per dag en het geven van ‘tienden’ van je inkomen, vond schrijver B dat het helemaal niet om regels ging, maar om relatie.
Toen weer iemand anders de mens met een biefstuk vergeleek, raakte ik van de kook. Wij, zondige biefstukken, moesten ons namelijk laten opeten door Jezus. In de maag terechtkomen van Jezus. Volledig opgelost worden in de spijsverteringssappen van Jezus…
Ik heb het boekje dichtgeklapt en naar een afgelegen plekje in mijn boekenkast verbannen. Ik besloot helemaal geen geloofsboeken meer te lezen.
Tegen een vriend verzuchtte ik: “Al die geestelijke boekjes, ik kijk er niet meer in.”
“Als je dat ene boek maar wel blijft lezen,” raadde de vriend mij aan.
“Welk boek, bedoel je?”
“De Bijbel, natuurlijk.”
Ach ja, de Bijbel. Ik was hem door al dat andere leesvoer, totaal vergeten.

Niet dat de Bijbel altijd makkelijk te doorgronden is, sterker nog: daar heb je een levenstaak aan. Geen wonder dat talloze schrijvers ons tegemoet willen komen met allerhande uitleg, verklaringen, commentaren, getuigenissen, visies. Over de Bijbel, over het christendom, over het geloof. De boekenrijen mogen onafzienbaar zijn, de hoeveelheid internetpagina’s, blogs en tweets over geloof  moet zo onderhand kosmische afmetingen hebben.  
Ik doe daar natuurlijk even hard aan mee met mijn blogje.
Iemand heeft eens tegen me gezegd: “Hoe meer je leest, hoe minder je zelf bedenkt, daarom kun je maar beter schrijven!”
Vandaar.

donderdag 7 juli 2011

Het heelal in een waterdruppel

In de film Hurton hears a Who! ontdekt de olifant Hurton dat een klein stofje, dat door de jungle zweeft en zich vervolgens vasthecht aan een roze bloempje, in werkelijkheid een minuscule planeet is die bevolkt wordt door microscopisch kleine mensjes. 
Vorige week vrijdag was de film op de televisie te zien. Ik weet nog dat ik als kind diep onder de indruk raakte van die film (een oudere versie van de huidige uit 2008). Zouden er inderdaad planeetjes zijn zo groot als pluisjes? Draaiden er hele zonnestelsels om grassprietjes heen? Ik speurde alle – vooral roze – bloemen af op zoek naar verborgen wereldjes. En stel dat onze aarde in werkelijkheid niet meer was dan een stofje, vastgehecht aan een gigantische bloem, gedragen door een olifant met kosmische afmetingen, struinend door een jungle zo groot als het heelal.

Door keihard te schreeuwen kan de olifant Hurton communiceren met de bewoners van de piepkleine planeet: de Who’s. Zo wil hij de burgemeester van de stad Who-ville duidelijk maken dat hij de planeet wil redden door het stofje naar een stabiele plaats te brengen. De Who’s echter kunnen maar moeilijk begrijpen dat de burgemeester contacten onderhoudt met een wezen dat onvoorstelbaar veel groter moet zijn dan hun wereld. En andersom wordt Hurton door zijn junglevriendjes compleet voor gek verklaard.

Het blijft een intrigerend denkbeeld. Wie weet is ons heelal niet meer dan een waterdruppel op een bloemblad in een tuin. De waarneembare werkelijkheid, ons complete universum gevat in een druppel. Daar buiten bevindt zich een dimensie die alle verstand te boven gaat.

Wat stelt de mensheid eigenlijk voor. Zeven miljard microben op een stukje steen, zwevend door een onmetelijke ruimte, ijl en koud. Toch geloof ik in een Maker die ons ooit heeft bedacht. Kennelijk zijn we de moeite waard.