Totaal aantal pageviews

dinsdag 31 maart 2015

Als ik bij Jezus' sterven zou zijn geweest


Wat zou ik hebben gedaan?
Wat zou ik hebben gedaan als ik er bij zou zijn geweest in Jeruzalem?

 
Die Farizeeën hebben een slechte naam, maar je moet ook de andere kant bekijken.
Het land is bezet door de Romeinen. Dus, meer dan ooit, is het zaak je identiteit te bewaren. Jezus was ook niet tegen de Wet. Ja, sommigen maken dat er van, maar ik was er bij toen hij zei:
“De Schriftgeleerden en de Farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daar naar.”
Heeft-ie gezegd. Maar hij zei er achteraan:
“Maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden.”

Daar zat volgens mij de crux.

 
Ik zag wel aankomen dat het fout zou aflopen. Ze moesten hem niet omdat hij de Waarheid sprak.
Ach, en nou is alles voorbij. Ze hebben hem vermoord. Nou, je moet wel onder een steen geleefd hebben als je het tumult van de afgelopen dagen hebt gemist. Ze hebben hem uitgeleverd aan de Romeinen.

Weet je wat die hogepriester zei? Dat was echt de limit. Pilatus vroeg aan de hogepriester waarom zij wilden hebben dat de ‘Koning der Joden’ dood moest. Antwoordt die hogepriester: “Wij hebben geen andere koning dan de keizer!”
Jongen, dat is toch…Dit is echt de druppel. De Romeinen zien die keizer als god. Dus als een Joodse leider zegt: ‘Wij hebben de keizer als god…’ Dat is toch het einde van onze godsdienst.

En ik had toch zo gehoopt dat hij de Messias zou zijn geweest. De Bevrijder. Dat het weer zou worden als in Davids tijd of zo. En hij was zo sociaal bewogen, man. Echt ongekend. Maar je ziet… Altijd weer hetzelfde verhaal.

Ik heb me die vrijdag teruggetrokken in mijn huis. Ik wilde er helemaal niks meer mee te maken hebben.

Wat zeg je? Hij is tot leven gekomen tijdens de nacht na de sjabbath? Ja, die geruchten gaan, maar dat gelooft toch niemand, joh.

Nee, het is over. De Messias is dood.
 

Laat ik eerlijk zijn. Ik zou niet bepaald een volhardend gelovige zijn geweest.
Maar ja… we zijn 2000 jaar verder, dus met de kennis van nu…

 

zondag 22 maart 2015

Een bord vol larven


Het was niet helemaal nieuw voor me.  In het Mexicaanse Oaxaca was ooit mijn bord met bonen en kippenvlees bestrooid met kleine kevertjes. Pootjes, voelsprietjes, alles zag je nog.  Specialiteit van de streek.
En in Namibië kreeg ik gefrituurde rupsen bij de lunch. Het waren net een soort zoutjes. Hap, krak, slik weg.

 

Dus toen ik in mijn supermarkt wormenburgers tussen de slavinken en het gehakt zag liggen, leek me het geen gek idee ze in het winkelwagentje te doen. De schnitzels van buffalowormen waren niet echt goedkoop, 3 euro 29, maar voila.
We zullen er aan moeten wennen: dit wordt het nieuwe vlees-eten. "Kant-en-klare vleesvervangers", meldt het pakje, maar dat klopt niet. Buffalowormen zijn de larven van de buffalokever en ook al zijn ze onherkenbaar vermalen, het blijft vlees. Misschien dat vrijzinnige vegetariërs ze wel zullen eten.

Voor het kweken van deze wormen is veel minder landbouwgrond nodig en ook de CO2 uitstoot is een stuk lager, dus draagt dit product bij aan een kleinere ecologische voetafdruk, aldus de tekst.
Toch is de ene ethiek de andere niet. Van één koe of varken eten verschillende mensen. Dit zijn honderden keverlarfjes die door één mens worden geconsumeerd. Miljarden wormpjes die het slachtoffer worden van een nieuwe bio-industrie.

 

Het eten van insecten. Volgens de Bijbel zijn alleen sprinkhanen geoorloofd. Binnen het Jodendom zal de buffaloworm dus wel niet kosher zijn. Voor moslims geldt hetzelfde: niet halal.

Twee tot drie minuten in de koekenpan en de schnitzels 2.0 zijn gaar.
Hoe ze smaken? Een zweem van een vleessmaak, droog en eiwitachtig. Niet onaangenaam. Alleen erg voedzaam. Je kunt gerust één schnitzel met zijn tweeën eten.

Dus heb je een lege maag? Neem een wormenburger. Een buffalo stilt stevige trek.

 

zaterdag 14 maart 2015

Nostalgisch Tachtig


Een week over de Jaren Tachtig op Radio 2 en onwillekeurig reis ik weer terug naar mijn middelbare schooltijd. Weer nostalgisch zwelgen naar de tijd van videorecorders en Rubik-kubussen. De smartphone bestond nog niet, toch liep je wel met een plat apparaatje in je hand, maar dat waren computerspelletjes: monstertjes in een labyrint bestrijden of aapjes die bananen moesten vangen.

De muziek blijft je altijd bij. Michael Jackson met Thriller, U2 met In the Name of Love. Tijdens schoolavonden knalde de meidengroep Bananarama of de Noorse  jongens van A-Ha uit de speakers. En als Live is Life van Opus voorbij kwam, bleef niemand meer zitten.  
Persoonlijk had ik weinig met Madonna. Ik vond Kim Wilde veel beter dan de vermeende Queen of Pop. Kim was knapper, haar muziek steviger.

 
De Jaren Tachtig, dat was ook de tijd dat ik voor het eerst naar het Flevofestival ging, de rockformatie Petra hoorde (This means war!!) en er hele discussies op de jeugdvereniging werden gevoerd over popmuziek. We hadden een spreker uitgenodigd die een verhandeling hield over omkeermuziek, of backwardmasking. Als je de muziek omgekeerd afspeelde hoorde je er satanische teksten in. Hij liet voorbeelden horen, maar zelfs met een flinke dosis fantasie lukte het niet om er iets zinnigs in te horen.

Discussie over populaire muziek zal in elke generatie wel blijven spelen. "Why should the devil have all the good music?' zong Larry Norman al op Flevo.

Het was op de drempel van de jaren '90 dat een jongen hele enthousiaste verhalen had op onze jeugdvereniging: "Ik ben nou toch in een tent geweest, joh. Daar draaiden ze muziek met supersnelle beats. Ik kon niet meer ophouden met dansen."
Een nieuw muziektijdperk was geboren. En weer nieuwe discussies.
 

De Eighties. Van brugpieper tot student.
Nederland werd Europees kampioen en de Muur in Berlijn viel.
Het was een mooie tijd.
En nu weer terug naar de onze.

 

 

 

 

 

donderdag 5 maart 2015

De moeilijke kinderen van de familie J


Die vier kinderen van de familie J zijn beslist aparte individuen. Toch ben ik bang dat we het met ze moeten doen.

Dochter L bijvoorbeeld. Iedereen is gek op haar. Geen wonder, want deze frivole vrouw ziet er leuk uit. Ze kleedt zich altijd erg modieus. Ze houdt van pastelkleuren. Soms trekt ze een rokje aan waarvan sommigen fronsen dat dat wel wat te kort is, maar de andere dag kan ze zich weer hullen in een veel te grote trui. Vaak doet ze bloemetjes in het haar en soms zet ze een witte hoed op.
 
L heeft grote dromen en ambities, maar tot nu toe is daar nog weinig van terecht gekomen. Ze is altijd verliefd, maar kan af en toe zo koel en afstandelijk overkomen, dat ik wel begrijp dat de mannen uiteindelijk niks met haar kunnen beginnen. Eigenlijk is ze haar puberteit nog niet te boven.


Dochter Z is heel anders. Ze vindt dat ze gearriveerd is. Ze wil groots en meeslepend leven waardoor anderen fluisteren dat ze heel erg decadent is. Het is waar dat ze veel met vakantie gaat. Lekker luieren op het strand, uren op een terrasje zitten en maar rosé drinken. Maar ze is niet vies van stevige trektochten, hoe avontuurlijker, hoe beter.

Ze presenteert zich het liefst als een zwoele en gepassioneerde dame. Wie haar beter kent, weet dat ze ook last kan hebben van buien. Soms zijn dat echt agressieve donderbuien, dan moet je maken dat je wegkomt.
Die driftige karaktertrek zal alleen maar toenemen, zeggen ze.
 

Dan hebben we zoon H. Zoon H staat te boek als neerslachtig en depressief. Toch is dat niet terecht. Ik geef toe dat hij zijn sombere buien heeft. Bij hem is het glas altijd half leeg. "Uiteindelijk gaan we allemaal dood, alles sterft af!" is zijn gevleugelde uitspraak. Toch is hij  best een sympathieke jongen, die al veel wijsheid over zich heeft. H is kunstzinnig en stormachtig creatief. Schrijft melancholische poëzie en leeft zich uit in de schilderkunst. Soms bezit hij de decadentie van zijn zus Z, maar hij zegt er altijd bij: "Nog even genieten, mensen. Het kan vandaag de laatste keer zijn."


 
Tenslotte zoon W. Een ruige jongen, zo kan je hem wel het beste omschrijven. Een ijzig en streng karakter. Robuust, voor niemand bang. Doortastend. Gaat niet over één nacht ijs. De meeste mensen hebben een hekel aan hem, maar er zijn er ook die hem wel mogen.
 
W houdt wel van een feestje. En ik moet zeggen, hij is gul met cadeautjes geven. Drinken kan die ook. Niet te kort. Glühwein, champagne, pilsjes. Als je daar wat van zegt, hoont hij dat altijd weg met een bulderende lach en zegt: "Moet je eens kennis maken met mijn neef uit het oosten. Die kan zuipen. Die heeft meer wodka dan bloed in zijn aderen!"

En toch. W wordt de laatste tijd milder en zachter. Je hebt mensen die dat missen. Dat stoere en avontuurlijke. Zou hij ziek zijn? Kwakkelen met zijn gezondheid?

 
De moeilijke kinderen van de familie J. We komen er niet onderuit. Op dit moment hebben we nog te maken met zoon W, maar die wordt hoe langer hoe narriger. Straks pakt hij zijn biezen. En op 21 maart huppelt dochter L weer ons leven binnen.

Eigenlijk verlang ik wel naar haar.