Diepgroene druipende weelde. Mals gebladerte zover het oog reikt onder een veilige grijze hemel. Tergend traag zetten natte naakte lijven zich in beweging. Het zal nog uren duren voordat de slijmerige lichamen het kletsnatte paradijs bereiken. De ogen tasten de omgeving af en ontwaren een kleurrijk schouwspel. En terwijl glimmende slijmsporen achterblijven op de stenen, wordt een nieuwe bladerenmassa vol overgave geconsumeerd.
Dit zou een stukje slakkenproza kunnen zijn. Ik denk dat slakken nog handmatig schrijven. Heel langzaam zetten zij sierlijke letters op droge bladeren.
Maar de gebeurtenis hierboven beschreven, slaat wel op onze tuin. Want de kleurrijke bloemen die wij begin juni plantten, zijn niet meer. Volledig kaalgevreten door de glibberige tuinbewoners. En het weer hielp netjes mee. Want slakken hebben een broertje dood aan de zon en die scheen weinig. Nat en grijs, dat is het echte slakkenparadijs.
Ook de natuur is onderworpen aan de zonde; het kwaad woedt zelfs in de tuin. In het voorjaar zuchtte de tuin onder een meedogenloze droogte en nu woekert de schimmel en regeert de slak.
De natuur is fascinerend. Maar mooi? Het is eten of gegeten worden, survival of the fittest. Wat is daar mooi aan? En ja, een slak moet ook eten. Een slak zal zeggen:
“Ik eet slechts vegetarisch, maar jullie ‘hogere wezens’ vreten complete veestapels op.”
Wij mensen mogen de natuur wel beheren als goede rentmeesters. Dus heb ik nieuwe bloemen geplant op de plek van de kaalslag. De blauwe hagelslag op de aarde is slakkengif. Dat is wreed, maar de natuur is dat ook. Wees gerust: dit strooisel is ecologisch verantwoord en niet gevaarlijk voor mens en dier.
Behalve voor slakken dan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten