In de film Hurton hears a Who! ontdekt de olifant Hurton dat een klein stofje, dat door de jungle zweeft en zich vervolgens vasthecht aan een roze bloempje, in werkelijkheid een minuscule planeet is die bevolkt wordt door microscopisch kleine mensjes.
Vorige week vrijdag was de film op de televisie te zien. Ik weet nog dat ik als kind diep onder de indruk raakte van die film (een oudere versie van de huidige uit 2008). Zouden er inderdaad planeetjes zijn zo groot als pluisjes? Draaiden er hele zonnestelsels om grassprietjes heen? Ik speurde alle – vooral roze – bloemen af op zoek naar verborgen wereldjes. En stel dat onze aarde in werkelijkheid niet meer was dan een stofje, vastgehecht aan een gigantische bloem, gedragen door een olifant met kosmische afmetingen, struinend door een jungle zo groot als het heelal.
Door keihard te schreeuwen kan de olifant Hurton communiceren met de bewoners van de piepkleine planeet: de Who’s. Zo wil hij de burgemeester van de stad Who-ville duidelijk maken dat hij de planeet wil redden door het stofje naar een stabiele plaats te brengen. De Who’s echter kunnen maar moeilijk begrijpen dat de burgemeester contacten onderhoudt met een wezen dat onvoorstelbaar veel groter moet zijn dan hun wereld. En andersom wordt Hurton door zijn junglevriendjes compleet voor gek verklaard.
Het blijft een intrigerend denkbeeld. Wie weet is ons heelal niet meer dan een waterdruppel op een bloemblad in een tuin. De waarneembare werkelijkheid, ons complete universum gevat in een druppel. Daar buiten bevindt zich een dimensie die alle verstand te boven gaat.
Wat stelt de mensheid eigenlijk voor. Zeven miljard microben op een stukje steen, zwevend door een onmetelijke ruimte, ijl en koud. Toch geloof ik in een Maker die ons ooit heeft bedacht. Kennelijk zijn we de moeite waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten