Totaal aantal pageviews

dinsdag 2 april 2013

Eetbaar geloven


Een aantal appelen, een handvol rozijnen, wat walnoten, amandelen en een theelepeltje suiker en kaneel.  Appelen raspen, de rest mengen en omscheppen en er ontstaat charoset.

 

De zaterdagavond voor Pasen bestond de paasmaaltijd van onze Bijbelkring uit allerlei Joodse gerechten die betrekking hadden op Pesach en de seidermaaltijd, het avondmaal dat ook Jezus voor zijn dood vierde en tot op de dag van vandaag door talloze Joden nog altijd wordt gevierd.

Naast de matzes en de wijn hadden we onder andere dunne soep met matzeballen, vleespasteitjes, een lamsvleesgerecht, aardappelpannenkoekjes en een Russisch roomdessert.

Ik maakte er het zoete charoset bij.
 

 

De betekenis van charoset waaiert uit langs allerlei commentaren. De meesten zien het als symbool van de klei en de stenen die de Israëlieten als slaven in Egypte  moesten bakken. Toch is het gerecht erg zoet. Daarom wordt er ook de vreugde van na de bevrijding in gezien. Of een tegenhanger van het bittere kruid, de maror, vaak mierikswortel. Sommigen zien er ook 'zoetheid van de slavernij' in. Als slaaf weet je waar je aan toe bent, het leven is overzichtelijk. Na de Uittocht uit Egypte moet je ineens kunnen omgaan met de vrijheid in een onherbergzame woestijn. Niet voor niets komt het volk na een tijdje in opstand tegen Mozes: "Waren we maar bij de vleespotten van Egypte gebleven!"

Die hele seider is één en al symboliek; een eetbare eredienst of smakelijke liturgie. Als christen moet je er voor waken dat je een compleet Joods feest gaat imiteren, want dan moet je ook consequent zijn: zeven dagen geen gegist brood eten en na Pesach vasten tot Pinksteren.

Maar zo'n Joods paasdiner maakt duidelijk dat geloven meer is dan alleen bidden, zingen, Bijbellezen en preek luisteren. Geloven doe je ook met je neus en je tong en kan heel smakelijk zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten