Een blog van Nicolien
Je mag niet het bed
delen met een man zoals met een vrouw, dat is gruwelijk, aldus de Bijbel in
Leviticus 18: 22
Mijn broer Benjamin is homo.
Ik weet het nog goed. We waren net getrouwd en woonden in
Amstelveen. Mijn broer kwam een dagje langs. Gezellig, vond ik, maar hij deed
zenuwachtig en wilde iets met ons bespreken. Het hoge woord kwam er uit: hij
viel op jongens. Ergens had ik wel een vermoeden, maar ik hoopte dat ik er
naast zat.
Ik heb absoluut schatten van ouders, maar met seksuele
voorlichting hadden ze grote moeite. Mijn moeder moest natuurlijk op een
gegeven moment wel iets vertellen, voordat het 'schoolplein' mij dingen zou
bijbrengen. Seks was beslist plezierig, hoorde binnen het huwelijk en je kon er
baby's van krijgen. Maar homoseksualiteit? Een andere planeet. Als je die
gevoelens had? Onderdrukken en bidden dat het ophield.
Ik heb er slapeloze nachten van gehad, in Bijbelteksten
zitten peuteren, voor mijn broertje gebeden. Hele gesprekken met Arend gevoerd.
Wat was zijn lot? Uitsluiting, eenzaamheid? En ik wist niet hoe mijn ouders en
mijn zus er op zouden reageren, want Arend en ik waren de enigen aan wie hij
het had toevertrouwd.
Mijn ouders reageerden niet echt geschokt, eerder
verdrietig, hadden het ook wel een beetje gedacht. Benjamin zocht aanvankelijk
geen relatie. Maar ja...wie verlangt er niet naar liefde? Dus na acht jaar
stelde hij Coen aan ons voor. Een zoon van een predikant uit de bevindelijke
hoek. Een leuke en aardige jongen.
Inmiddels zijn ze getrouwd. Arend noemt Ben en Coen zijn
'zwager en zwager'.
Verwacht van mij geen theologische beschouwingen en ethische
analyses. Ik ben een nuchtere Gereformeerde vrouw en toch kreeg ik tijdens mijn
intense worstelingen een droom. Ik liep met zware koffers te zeulen. Ik zag dat
Benjamin mij tegemoet kwam. Hij wilde mij omhelzen, maar ik kon dat niet omdat
ik koffers vol vragen en zorgen vasthield. En toen ineens...ik liet die koffers
los en nam mijn broer in mijn armen.
Ik zoek niet meer naar antwoorden. Ik heb het losgelaten en
daardoor heb ik weer alle ruimte om te houden van mijn broertje. Ik denk dat
God dat ook van ons vraagt: dat we elkaar liefhebben en niet veroordelen. Want
God is zoveel groter dan wij vaak denken.
Nicolien
Geen opmerkingen:
Een reactie posten