Zoals ik al in mijn allereerste blog schreef, is Nicolien speltherapeute. Als wij volwassenen problemen hebben kunnen we daarover praten, maar kinderen uiten zich veel beter tijdens het spelen. Bij speltherapie probeert Nicolien doormiddel van het spel problemen, verdriet en zelfs trauma’s bij kinderen te behandelen.
De spelkamer is het domein waar het allemaal gebeurt en moet voor menig kind een speelgoedparadijs zijn. Poppen, blokken, autootjes, ridderkastelen, verkleedkleren, een zandbak, een poppenhuis, knutsel- en tekenmaterialen… het is er allemaal.
Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen, schreef Hieronymus van Alphen in de 18de eeuw al. En hoewel een uitspraak als Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken eigenlijk in de vitrine hoort van het Museum voor Achterhaalde Opvattingen, was deze dichter – van onder andere Jantje zag eens pruimen hangen – toch zijn tijd ver vooruit.
Hoe zag de spelkamer van mijn eigen jeugd er eigenlijk uit? Ik bouwde hele wolkenkrabbersteden van blokken en liet autootjes over hoge viaducten rijden. Lijkt wel wat op de Chinese steden anno nu. Met mijn zus speelde ik eindeloos veel met poppen en speelgoeddieren. Geen zoetsappig ‘vadertje en moedertje’. Nee, de speelgoedbeesten beleefden complete Indiana Jones-achtige avonturen. Het decor was het ouderlijke huis. Een tafel werd een paleis, de poten pilaren. De vensterbank met planten: een oerwoud, de trap was een berg. Een omgekeerde schoenendoos…een boot. Nicolien zegt het ook altijd: “Hoe eenvoudiger het speelgoed, hoe creatiever het kind.”
Op de foto’s zie je het speelgoed uit mijn jeugd. Blokken en Playmobil én een aantal speelgoedbeesten poserend tijdens een fotoshoot. Het eekhoorn-achtige wezentje links op de eerste sport van de ladder heet bijvoorbeeld Bruine Miauw. Waarschijnlijk omdat ik als kind dacht dat het een poes was.
Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen.
Misschien moeten we als volwassenen wat minder gaan piekeren en tobben, maar gewoon weer lekker gaan spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten