In
deze politieke tijden was afgelopen week een Bijbelkring over God en de
overheid wel op zijn plaats.
Eeuwenlang
werd het volk Israël bestuurd door Richters die door God werden aangesteld,
maar op een bepaald moment wil het volk verandering. Het wil een koning zoals de
omringende volkeren die ook hadden. We kunnen het verhaal lezen in 1 Samuël 8.
Hoewel Samuël namens God de nadelen van zo’n koning opnoemt: je zonen moeten in
militaire dienst, de vorst zal land en goederen vorderen, zal veel te veel
macht willen hebben. Het volk blijft erbij: ze willen een koning en ze krijgen
een koning.
Als
je eindeloos blijft zeuren tegen God zal Hij je je zin geven, maar je krijgt dan
ook de volle verantwoordelijkheid in handen.
We
kennen het vervolg: vorsten komen en gaan. Er zaten goeden tussen, maar de
meesten maakten misbruik van hun macht, voerden oorlogen, aanbaden
afgodsbeelden.
In
Romeinen 13 lezen we dat de overheid een instelling van God is. We moeten de
overheid respecteren en dienen. De instelling is van Hem, de praktische
invulling is aan de mens. Corruptie en dictatuur kunnen nooit van God zijn, het
is wat de mens er van maakt.
Vergelijk
het met een huwelijk. Een prachtige instelling, maar een slechte relatie wil
niet zeggen dat het huwelijk als zodanig verkeerd is. Precies zo is het met de
overheid.
Ik
wens onze overheid veel wijsheid toe.
Ik heb dit juist vanmorgen gelezen met mijn zoon. Dank je voor je mooie post erover.
BeantwoordenVerwijderenBedankt!
BeantwoordenVerwijderen