Totaal aantal pageviews

donderdag 23 maart 2017

De granaatappel van Galaten


Wat zijn de goede vruchten die groeien aan de Geest?

Zo begint Lied 252 van het Liedboek der Kerken; we zongen het vaak. Die ‘vruchten’ komen uit de Brief van Paulus aan de Galaten ( Galaten 5 vanaf vers 22). Het zijn een negental goede dingen: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.

Als je het stukje goed leest, kom je er achter dat het helemaal niet om ‘vruchten’ gaat, maar om één vrucht. Want het een kan niet zonder het ander: vrede en vreugde wel, maar als geduld bij je ontbreekt en je ook geen zelfbeheersing kunt opbrengen, schiet het niet erg op.

Misschien kun je de vrucht nog het best vergelijken met een granaatappel: de vrucht die uit verschillende partjes en eetbare zaadjes bestaat. De legende wil dat het een granaatappel was waar Eva in het paradijs van snoepte.

 

Die negen goede dingen vind je misschien te hoog gegrepen en soms leggen predikanten de lat erg hoog, want er bestaat ook nog een boom met een verderfelijke vrucht. Die bestaat uit: ontucht, zedeloosheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie, woede, gekonkel, geruzie, rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen. Dat zijn maarliefst veertien ‘kwade zaken’ en misschien wel vijftien als je het verschil weet tussen slempen en brassen.
Niet je eigen wil, maar de vrucht van de Geest. Mocht dat fruit erg hoog hangen, weet dan dat het een vrucht is dat nog moeten groeien. Misschien is de vriendelijkheid al rijp, maar moet het geduld nog wat verder gedijen.

1 opmerking: