Oranje
Die
zaterdagochtend had ze – voordat ze naar haar werk ging - oranje versieringen
in haar tas gestopt voor het geval dat. Wel een beetje onderin, want je zag nog
overal Duitsers.
Aan
het einde van de tunnel (was het de Statentunnel?) merkte ze dat het goed mis
was. Duitse militairen stonden te controleren. Ze keken tassen na. Niet van
iedereen; ze pikten er af en toe iemand uit. Met bonkende keel is ze langs het
checkpoint gelopen. Zij werd er niet tussenuit gehaald. Als ze wel was gecontroleerd en ze hadden het oranje in haar tas gevonden, was ze waarschijnlijk afgevoerd en doodgeschoten. Dan had ik dit blog niet kunnen schrijven, dan had ik nooit bestaan…
Geen vlag zag je nog
Het
was zaterdag de vijfde mei 1945. De Rotterdammers snakten naar vrede. De
Hongerwinter had er ingehakt. Mijn oma en opa, mijn moeder en haar twee broers
moesten het op een gegeven moment per week doen met: 3 ons vlees, 1 kilo
aardappelen, een half brood en 3 kilo suikerbieten. Geen wonder dat ook aardappelschillen
en tulpenbollen werden geconsumeerd. “Varkensvoer” schreef mijn moeder in haar
dagboek.
Uit
dat dagboek haalde ik meer informatie over die vijfde mei:
Het
is een snertdag geworden, die zaterdag. Je verwachtte iedere keer wat en er gebeurde
niets: geen vlag zag je nog.
Pas
op zondag 6 mei omstreeks 10 uur in de morgen werd er geroepen: “Oranje boven,
leve de koningin! Het is vrede, steek de vlaggen uit!”
Veel
moffen droegen nog wapens, de ondergrondse hield ze wel in bedwang totdat de
Canadezen zouden komen.
Chaos en euforie
Het
was voor mij opvallend om te lezen dat ‘Vijf Mei’ in Rotterdam nog helemaal
niet feestelijk was. Nagezocht op de website van het Rotterdamse
Gemeentearchief en inderdaad. De Duitse troepen wilden zich niet overgeven aan
de NBS, de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, maar aan de Geallieerden.
Er vonden nog schietpartijen en executies plaats.
Er
heerste naast euforie vooral chaos en verwarring.
Pas
na 6 mei begonnen de feesten en het grootschalig vlagvertoon, maar ook de afrekeningen.
Huizen van landverraders werden geplunderd, huisraad in brand gestoken.
‘Moffenmeiden’ werden er bij gesleept. Hoe keek mijn moeder daar tegenaan?
Op
21 mei 1945 schreef ze:
Meiden
die met Duitsers liepen daarvan werd het haar er af geknipt en met rode menie
schilderden ze hakenkruizen op hun hoofd. En er werd bij gezongen:
Kale
kop, kale kop
Met
een hakenkruis er bovenop
Helemaal
goedkeuren kan ik het niet. Het is een erg griezelig gezicht. Maar hun
verdiende loon is het wel.
Mijn
moeder kan niet meer vertellen over de oorlog, maar haar schrijven spreekt
boekdelen.
Dat klopt. Ik was bij een oudere die dit kan bevestigen. Grappig dat ik 't voor het eerst hoor en vervolgens hier lees.
BeantwoordenVerwijderenJa, dat dagboek van mijn moeder is van onschatbare waarde voor mij. Informatie over de oorlog van de eerste hand.
Verwijderen