Het
zou een leuke vraag zijn tijdens een quiz.
Wat
is de grootste kerk van Rome? Logisch dat iemand "de Sint Pieter!"
zal antwoorden.
Maar,
het antwoord is fout. Want de Sint Pieter met het beroemde plein staat niet in
Rome, sterker nog de fameuze basiliek staat niet eens in Italië. De grootste
kerk van Rome is de San Giovanni in
Laterano, ofwel de Sint Jan in Lateranen.
De
Sint Pieter staat in Vaticaanstad, een onafhankelijk ministaatje.
Ooit
was het Pauselijk gebied veel groter, maar toen het koninkrijk Italië in 1870
tot stand kwam, was er geen plaats meer voor een kerkelijke staat. De Paus trok
zich mokkend terug binnen de muren van het Vaticaan. Na decennia van gesteggel
hakte Mussolini de knoop in 1929 door: Vaticaanstad werd een soevereine staat.
De grenzen zijn sinds die tijd vastgelegd en hoewel er af en toe nog
gebakkeleid wordt over een smal stukje straat, stap je, eenmaal op het Sint
Pietersplein, Italië uit.
Het
kleinste landje van de wereld heeft overigens een van de grootste musea binnen
haar grenzen: het Vaticaans Museum. Een complex van paleizen met talloze
pronkzalen die uiteindelijk leiden naar het hoogtepunt voor elke
kunstliefhebber: de schilderingen van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel.
Op
zondag 23 maart stonden we om twaalf uur 's middags op een druk Sint
Pietersplein.
"Buon
giorno!" weergalmde het uit de krachtige luidsprekers. Paus Franciscus
begon aan zijn wekelijks woordje. Vanuit een raam van het Apostolisch Paleis
konden we een speldenknopje ontwaren. Op een gigantisch videoscherm herkenden
we hem ook daadwerkelijk.
Het
Vaticaan mag dan klein zijn. Van hieruit weerklonk een boodschap voor de Stad
en de Wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten