Totaal aantal pageviews

vrijdag 20 september 2013

Wandelen met God op Venus


De planeet Venus is geen hete hel, maar een immense oceaan met vaste en drijvende eilanden waar talloze vruchtbomen groeien. De zon is er niet te zien, want het oppervlak wordt omgeven door een dik wolkendek. Toch is het er overdag licht: een gouden gloed belicht deze ongerepte wereld.
Er wonen slechts twee mensen, een man en een vrouw. Ze leven in harmonie met de natuur en wandelen met Maleldil, die wij aardbewoners God noemen.



Het boek Perelandra van C.S. Lewis (onderdeel van een trilogie) boeit vooral omdat het zo beeldend en zintuiglijk is geschreven. Je voelt het deinen van de zee en het drijfland en je ruikt de vele vruchten. Er wordt een prachtige beschrijving van een buitenaards ecosysteem gegeven.

Hoofdpersonage Ransom wordt naar Venus gestuurd om het kwaad in de vorm van Weston te weren in deze jonge wereld.
God had gezegd: op alle drijflanden mag je wonen, maar het is niet toegestaan je te vestigen op de Vaste Landen.

Lewis demonstreert hoe het Kwaad te werk gaat. Sympathiek en sluw probeert het Onmens de liefde van God te relativeren door te beweren dat Hij geen ontwikkeling en zelfstandigheid wenst van de twee mensen. Het verdraaien van de waarheid in eindeloze redenaties.
Ransom raakt er zelf door ontmoedigd en vraagt zich op een gegeven moment af of God in deze verre wereld wel aanwezig is. Kan een nieuwe zondeval worden voorkomen?

Een intrigerende analyse van het kwaad in een onschuldige wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten