Totaal aantal pageviews

vrijdag 13 september 2013

Hoe ver is de heide


Vanuit ons huis ben je binnen een half uurtje lopen in een groot heidegebied, waar we onlangs nog een vallei ontdekten die we eigenlijk nog niet eerder hadden gezien.


In mijn kindertijd zag ik de bloeiende heide hooguit een keer per jaar. Toen we als trouwe gezinsabonnementhouders een dagje vrij mochten reizen per trein, was het doel van de reis snel bepaald: wij wilden de hei zien.
 
 

De intercity naar Amersfoort en daar overstappen op de boemel richting Zwolle.
Nabij 't Harde zagen we wel zoveel hei vanuit het coupéraam dat we besloten uit te stappen.
We kwamen niet ver. Grote hekken versperden de statige laan door het bos. Er stond een bord van het Ministerie van Defensie: Schietterrein Levensgevaarlijk! Een ander paadje richting heideveld mocht niet baten: prikkeldraad en mijngevaar.

"Ommen is mooi," zei mijn moeder. "Laten we daar naar toe gaan. Ik kwam er als kind en daar zijn uitgestrekte heidevelden."
De trein weer in en op station Zwolle overstappen naar een volgend lokaalspoor. Knarsend stopten we op station Ommen. Het zonnetje scheen uitbundig, aan het weer zou het niet liggen.
Na een tijd langs een drukke provinciale weg te hebben gelopen, door bos en maïsveld, klampten we toch maar eens een authentieke Ommense aan en vroegen haar hoe ver de heide nog was.
"Heide?" vroeg ze. "Dan zou je naar de Lemelerberg moeten, maar da's nog een eind lopen."
 

Teleurgesteld namen we de volgende trein. Nog dieper Oost Nederland in.
Mariënberg klonk erg lieflijk, daar zouden vast wel dieppaarse heidevelden zijn met witgewolde schaapskudden.
Schapen zagen we inderdaad, ze liepen in een diepgroen weilandje. Er was een rood bakstenen kerkje waar met zwarte letters DE Gereformeerde Kerk op de gevel stond.
"Dat zijn zeker de Vrijgemaakten, die vinden dat zij DE gereformeerde kerk zijn," zei mijn moeder.
"Het kunnen ook de Nederlands Gereformeerden zijn, die denken ook dat zij DE gereformeerden zijn," veronderstelde mijn vader.

Heideloos stapten we opnieuw een stoptrein in. Het eindpunt zou Emmen zijn, maar ja, vlak naast dat station zou ook wel geen heide groeien en bovendien werd het al laat. Dus stapten we te Gramsbergen uit om de trein terug te nemen, uiteindelijk richting huis.
Er is nog een foto van mij. Ik zit op een bankje van het stationnetje van Gramsbergen en kijk chagrijnig en vol 'gram' in de lens.

Een bloeiend heideveld zat er die dag niet in.
Zelfs geen heidestruikje.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten