Herfst
betekent lampionnentijd. En dan bedoel ik niet zo zeer het feest van Sint
Maarten op 11 november. Het feest waarbij kinderen met lampionnetjes door de
straten lopen. Want, lampionnen groeien ook in de tuin.
Ooit moet
mijn vader een aantal jonge plantjes gekregen hebben die hij aan de zijkant van
het huis in de grond zette. In de zomer bloeiden de planten waarna er groene
lampionnetjes begonnen te ontstaan die in de herfst oranje kleurden. Naast
gekleurde blaadjes en paddenstoelen werd ook de lampionplant het symbool van de
herfst.
De fleurige
plant blijkt tot de familie van de nachtschade te horen. Dat betekent dat de
tabaksplant, maar ook de aardappel, paprika en tomaat broertjes en zusjes zijn
van de lampion. De oranje vruchten in het lampionnetje blijk je te kunnen eten,
maar dat hebben we nooit gedaan; misschien vonden we dat al te exotisch.
We sneden de
takken af en hingen ze te drogen. Een vaas met gedroogde lampiontakken staat
erg vrolijk in de donkere dagen voor de Kerst waarin andere bloemen een voor
een het loodje leggen.
Als er bij
ons bezoek was, gingen ze nooit weg met lege handen. In de lente en de zomer een
bosje bloemen uit eigen tuin en in het najaar en de winter: kalebassen die mijn
vader ook kweekte of een bos lampionnen.
En nu staan
ze weer in onze kamer. Oranje lampionnen. Jammer dat ze geen licht geven...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten