Enkele
weken geleden stond in Trouw een artikel over onderzoek naar de zogenaamde wekdromen. Daar waar je wakker van
wordt, blijkt te worden verwerkt in je droom. Ik zal niet in gaan op de wetenschappelijke
analyses in dat stuk, maar herkenbaar is het wel.
Vaak
is het de wekker die de droom verstoord, of die je uit je droom verlost.
Je
bent net opgestegen met het vliegtuig op weg naar een zonovergoten vakantie op Lanzarote
en er weergalmt een soort alarm in het toestel. Dat blijkt dan je wekker te
zijn. Helemaal geen vakantie, je moet gewoon weer aan het werk.
Ik
droomde een keer dat ik in een druk zaaltje zat met vage personen die
onsamenhangend met elkaar kletsten. Er was een merkwaardig mannetje bij, een
soort kabouter, leek het wel, die ineens op lage toon begon te brullen.
Het
was mijn wekker.
Jaren
geleden, het moet eind jaren tachtig zijn geweest, beleefde ik een einde aan
mijn droom dat niet door mijn wekker kwam. Ik droomde dat rond mijn ouderlijk
huis postbodes slopen die van alles door onze brievenbus gooiden. Soms joegen
we ze weg, maar de bodes kropen weer
terug en wierpen weer allerlei onleesbare brieven door de deur. Ik ging
letterlijk voor de deur liggen om de postbezorgers op heterdaad te kunnen
betrappen. Ineens gooide iemand een zeer zwaar telefoonboek door de gleuf en
die kwam op mijn arm terecht. Ik schrok daar wakker van en het bleek dat ik op
mijn arm had liggen slapen.
Het
einde van de droom is altijd verrassend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten