Als
kind droomde ik regelmatig dat de plaats waar ik woonde was veranderd en dat ik
moeite had om de weg naar huis te vinden. Er waren nieuwe gebouwen verrezen,
anderen afgebroken, wegen verlegd. Uiteindelijk bereikte ik toch mijn huis,
maar nu zag het er anders uit en woonden er vreemde mensen.
Ik
moest denken aan zo'n droom toen ik afgelopen zaterdag van de Delftse
binnenstad naar het huis fietste waar ik ooit ben opgegroeid.
Aan
historisch Delft ligt het niet, de toren van de Oude Kerk staat nog even scheef
als eeuwen geleden en de grachten weerspiegelen de tijdloosheid. Aan de
Beestenmarkt is café Kobus Kuch gelukkig niet verdwenen.
Maar
eenmaal buiten de Gouden Eeuw begint het: rondom het station is een grote
bouwput omdat het spoor ondergronds gaat. De vertrouwde geur van de Gistfabriek
is nog wel te ruiken, maar ze zijn het terrein aan het herstructureren. Enkele gebouwen zijn verdwenen. Nu vind je er -tijdelijk - zanderige
puinvlakten met berkenboompjes. Fietsend door de Ruys de Beerenbrouckstraat zal
ik Het Open Hof niet meer vinden. De kerk waar mijn ouders trouwden, ik werd
gedoopt en belijdenis deed, is al meer dan tien jaar geleden gesloopt. Nu staat
er een bakstenen kolos dat de nieuwe Albert Heijn blijkt te zijn. Op de plaats
waar de oude supermarkt stond, groeit het onkruid boomhoog.
Rechtsaf
de Prinses Beatrixlaan op. Dat 'Prinses' is sinds 30 april weer helemaal
actueel. Als ik Rijswijk nader, zie ik links een wijk in aanbouw. Het oude
vertrouwde Sion een nieuwbouwwijk? De kassen, de slootjes, urenlang kon je er
spelen en verdwalen. Met dit nachtmerriescenario hield ik destijds, zelfs in
mijn dromen, geen rekening.
Het Haantje kruist de drukste spoorlijn van Nederland |
Het
bruggetje over en dan rechtsaf het Haantje in. Links vrijstaande huizen of twee
onder een kap, rechts de vaart. De straat van mijn jeugd. Het riet wuift er als
vanouds, er varen bootjes voorbij. Even lijkt het of ik terug ben in de tijd. Ik kom terug uit
school, fiets de stoep op, neem het betegelde tuinpad. Mijn moeder zwaait
vanachter het voorkamerraam. Ik zet mijn fiets tegen de heg. Ik ben thuis.
Mijn
geboortehuis heeft een uitbouw die er vroeger niet was. In de tuin spelen
kinderen. Opnieuw wordt er opgegroeid. Geboortehuizen, geboortesteden, ze
zullen er altijd zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten