Vier havo leert Turken kennen, kopte het dagblad Trouw in het najaar
van 1985. Het betrof een openingsartikel van een hele reeks reportages over
het project 'Turken in Nederland' dat door het Christelijk Lyceum Delft werd
georganiseerd.
Ik zat op dat
moment in havo vier.
Een unieke
tijd brak aan: tijdens de lessen godsdienst ging het over de islam, bij
economie en geschiedenis werd er ruim
aandacht geschonken aan Turkije. We bezochten een moskee, wandelden door de
Haagse Schilderswijk en woonden een Turkse bruiloft bij. In het voorjaar van
1986 mochten we zelfs op schoolreis naar Turkije...
Blauwe Moskee, Istanbul |
Ik was
slechts een etmaal in Parijs geweest, had misschien met een been in België
gestaan en nu kwam ik plotsklaps in een totaal andere wereld in een ver land,
want Turkije in de jaren '80, dat was nog voor het massatoerisme en de all
inclusive vakantieparadijzen. In Istanbul mochten we nog toerist zijn, in Izmir
werden we ondergebracht bij gastgezinnen van leerlingen van een lisesi, een
middelbare school.
Erg nieuwsgierig
was ik dan ook hoe het land er zesentwintig jaar na dato uit zou zien. Opnieuw
in Istanbul, maar vandaag de dag vertrek je vanaf de luchthaven per metro en er
wurmt zich een hypermoderne tram door de smalle Osmaanse straatjes. Gelukkig,
de skyline van minaretten is er nog als vanouds, maar in de buitenwijken bouwen
ze het ene futuristische bouwwerk na het andere. Europa is allang niet meer de
inspiratiebron, wel Dubai of Shanghai. Het gaat de Turken economisch voor de
wind, het is booming business aan de Bosporus. Dat is te merken aan de koers
van de lira. In de jaren '80 nog een soort monopolygeld, nu evenveel waard als
de gulden destijds. De wegen die het landschap doorsnijden zijn voorzien van
gladde lagen asfalt en ernaast verrijzen mega wegrestaurants en shoppingmalls.
Zuidkust bij Kas
Wat is er nog
over van het Turkije uit mijn herinnering? Het schijnt dat je brein niets kan
vergeten, maar al je indrukken, gedachten en waarnemingen heel diep weg kan
stoppen. Een voor een werden die herinneringen uit de schemerige
achterkamertjes van mijn geheugen weer opgediept en afgestoft. De handkarren in
de straten van Istanbul. Galmende oosterse muziek uit café's en restaurants met
backgammon-spelende mannen daarvoor op de stoep. Zilverkleurige schalen met
glaasjes thee. Dorpjes van witte huisjes met rode daken en daaromheen kleine
flatgebouwtjes in pasteltinten. In het midden altijd een koepelmoskee met
minaret. Net een potlood, voorzien van een versgeslepen punt die in de blauwe
hemel prikt.
En dan
openbaart zich aan mij een herinnering die ik totaal kwijt was geraakt: de
katten! Overal lopen ze: sluipend, schrijdend, rennend. Ze zijn vooral op de
terrassen van restaurants te vinden, loerend naar wat lekkers. Visrestaurants
zijn drukbezochte kattenattracties. Je ziet ze in de bomen en op de luifels van
winkels. Op auto's of in droge fonteinen. Ik zag dat er één zich had genesteld in
een aardewerken schaal bij een souvenirshop. Soms liggen ze te soezen in de
smoorhete zon. Eén poes dronk water uit het zwembad. Ze worden nauwelijks
weggejaagd alsof het de heilige koeien van India zijn.
De katten van
Anatolië bevolken de ruïnes van antieke steden als Troje, Efese of Afrodisias. Ze
wandelen door de zuilengalerijen van de agora's, door resten van raadszalen,
tempels en paleizen.
Grappig dat
de poes mijn herinnering aan Turkije weer compleet heeft gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten