Juist
toen we afgelopen zaterdag weer eens wilden barbecueën, las ik in een bijlage
van de Volkskrant hoe slecht dit roosterfestijn eigenlijk is. Rook en verbrand
vlees kan kankercellen doen ontluiken. Verderop werd er gerelativeerd. Een paar
keer per jaar vlees grillen en er was niets aan de hand.
We
staken dus toch maar de BBQ aan en herinneringen kwamen boven. Die keer op mijn
werk. Het stroomde ongenadig van de regen, maar de barbecue was nu eenmaal
gepland, dus werd het vuur ontstoken in het fietsenhok. Onder een grote
partytent stond je je worstjes en hamburgers naar binnen te werken.
Of
die keer dat onder mijn vriendengroep iemand bij een slagerij werkte. Hij kon
spotgoedkoop aan vlees komen, maar het was zoveel dat we half Delft wel hadden
kunnen uitnodigen. Ik geloof dat iemand een stuk of vijftien kippenpootjes had
opgevroten, om een beetje door de voorraad te komen.
De
meest legendarische barbecue was een Zuid Afrikaanse braai even buiten Vryburg.
Onze zomer is daar winter. Niet dat je daar overdag veel last van had, want de
zon scheen overvloedig, maar ’s avonds koelde het wel heel hard af. Zo stonden
we met vijf graden Celsius te braaien. Winterjas aan. Het vuur was niet alleen
handig om het vlees dicht te schroeien, je kon je er ook lekker aan opwarmen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten