Ik vraag me wel eens af hoe het zou zijn als je je eigen geboorte nog kon herinneren. Dan weet je nog hoe je in een veilige, donkere en warme omgeving ronddobberde. Zuurstof en voedsel kreeg je zorgeloos via de navelstreng. Die ‘lifeline’ verbond jou met een beschermend iets, maar je had er geen idee van wie of wat dat zou zijn.
Je bewoog af en toe wat en je hoorde gedempte geluiden. Je leefde je onbezorgde bestaan en je had er geen idee van dat dat ooit eindigen zou.
Maar dan… Op een dag lijkt het of die veilige omgeving jou wil uitdrijven. Je wordt ergens uitgestuwd en komt in een totaal andere wereld terecht. Verblindend licht, schelle geluiden, koud… en het ergste van allemaal: je wordt losgesneden van jouw levenslijn. Het is alsof je sterft. Dan is er ineens dat liefdevolle en intens gelukkige iets. Je wordt als het ware verwelkomd door iemand die er altijd al was en jou heeft gewild.
Wij mensen zijn dus ergens van afgeleid; we ontstonden niet zomaar. Onze oorsprong ligt bij onze voorouders. Misschien is het dan ook niet zo’n vreemde gedachte dat de oorsprong van de mensheid bij God ligt. Ik geloof dat Hij er altijd al was en ons heeft gewild. En als je het met een geboorte vergelijkt, is het in dit verband niet raar om te spreken van God als Zij. Of Onze Moeder. Of Onze Vader en Onze Moeder, want elk kind vindt natuurlijk zijn of haar oorsprong in een – laten we hopen – gelukkige moeder én vader!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten