Totaal aantal pageviews

donderdag 21 december 2017

Jij tovert regenbogen in een grijze wereld


Het raam wordt de kerkruimte binnengereden. Eén vierkante meter, kleurrijk maar toch ook weer niet duizelend. Iris loopt er wat onzeker achteraan. Fay legt haar hand op haar schouder. De pastoor loopt op de twee vrouwen af en geeft handen.
‘Ik was bang dat-ie onderweg zou sneuvelen, het ziet er zo kwetsbaar uit,’ zegt hij.
‘Juist daarom is het zo mooi,’ zegt Fay.
‘Als kind speelde ik al met glas,’ vertelt Iris. ‘Ik heb me er een keer aan verwond, daarna nooit meer. Het is venijnig en ook kwetsbaar materiaal.’
‘Ik vind het prachtig,’ zegt de pastoor. Hij doet zijn bril af en bestudeert het glas-in-lood van dichtbij.


Explosie


Het lijkt op een explosie. Een intense lichtbron in het midden, uitwaaierend in regenbogen. Ze was – bij wijze van therapie - aan een mozaïek van oude tegelstukjes begonnen, maar bedacht halverwege dat ze met glas wilde werken.
Het is nu meer dan een half jaar geleden. Operaties, CT-scans, Posttraumatisch Stresssyndroom, ze heeft er ondertussen genoeg van: behandelkamers en ziekenhuisbedden. Het hoeft ook niet meer. Hoewel de littekens op haar buik en zij herinneren aan de explosie van geweld, is haar gezondheid nu best goed.



Strijdbare vastberadenheid


Ze gaat gewoon weer haar gang. Rondjes hardlopen in het park of door het bos met een strijdbare vastberadenheid. Ze laat zich niet langer meer gijzelen door angst.
Ze heeft trouwplannen. Gek, dat zo iets in een stroomversnelling is gekomen. Ze houdt meer van Stefan dan ooit. Misschien kinderen? De gynaecoloog heeft gezegd dat dáár geen blijvende beschadigingen meer zijn, dus in principe kan het. Ze vind het op zich heerlijk om intiem met Stefan te zijn, maar het maakt haar (en ook hem) onzeker waardoor het niet meer zo onbevangen is als vroeger. Ze heeft het gevoel dat haar hele seksualiteit opnieuw uitgevonden moet worden.




Jezusbeeld


‘We bevestigen jouw kunstwerk daar aan de muur en doen er een felle lamp achter,’ wijst de pastoor.
Ze is eigenlijk helemaal niet kerkelijk. Dat Fay haar heeft gered van een zekere dood, is voor haar het bewijs dat er een hogere macht moet zijn. Ze las op een site dat je al jouw verdriet voor de voeten van Jezus mag werpen. Makkelijk gezegd. Ze kreeg een idee. Ze zocht wat  tegelscherven bij elkaar, besloot dat dit haar kapotgeslagen leven was, en ging er mee naar een kerk in de binnenstad.  Ze gooide de scherven onder aan een Jezusbeeld. Pastoor in paniek en zij barstte in huilen uit. Het uiteindelijke gevolg is dat naar glas-in-lood creatie nu in deze kerk is.




Kwetsbare kracht


‘Dat glas straalt een kwetsbare kracht uit,’ zegt de pastoor. ‘Het materiaal is broos, toch weet je er met een verfijnde perfectie kunst uit te scheppen.’
‘Ik heb er vaak ’s nachts aan gewerkt,’ zegt Iris. ‘Als ik weer een nachtmerrie had, besloot ik glas te gaan snijden.’
Ze doet even haar ogen dicht. Dit is haar toekomst. De zolder moet atelier worden. Ze wil experimenteren en proberen. Cursussen volgen. Glas zal steeds haar materiaal zijn. Ze zal exposeren in galeries en musea. Ze gaat dat gewoon doen. Made by Iris. Ze vlogt er nu al over en zet haar filmpjes op YouTube.
‘Dat ene filmpje op YouTube vond ik best heftig,’ zegt de pastoor. ‘Toch vond ik het indrukwekkend. Het is een soort moderne Psalm, ruw en rauw.’



Ik heb een naam


In het filmpje zie je Iris hardlopen door het park. Tussendoor fragmenten waarin glas aan gruzelementen wordt geslagen. Rode verf sijpelt tussen de scherven als was het bloed. Dan beelden van vrouwen die krav maga beoefenen, heavy metal op de achtergrond. Die opnames schoot ze in de sportschool bij haar in de buurt. Vervolgens het betraande gezicht van Iris zelf, gefilmd door Stefan. Trieste vioolmuziek erbij. En daarna haar vingers met roodgelakte nagels die de stukjes glas bijeen zoeken. Allerlei gekleurde stukjes glas die een regenboog vormen. Speeldoosjesmuziek. Haar stem als statement, een geprojecteerde Engelse tekst als vertaling.

‘Ik ben geen anoniem slachtoffer van een zedenmisdrijf. Ik ben geen lustobject dat je na gebruik kunt dumpen in de struiken. Ik ben een universum van dromen en gedachten.
Ik heb een naam. Ik heet Iris. Ik ben een dochter – het enige kind - van mijn ouders. Vriendin  van mijn grote liefde. Ze hebben de buik van mijn moeder  opengesneden om mij ter wereld te laten komen. Voluit noemden ze mij Iris Lucia. Jij tovert regenbogen in een grijze wereld, stond er op mijn geboortekaartje. Ik zal regenbogen blijven toveren zo lang ik leef.’




Regenbogen voor altijd


Ze loopt met Fay naar een hoekje van de kerk om kaarsjes te branden. Haar gedachten dansen als muggen door haar hoofd. Dat filmpje gaat behoorlijk viraal. Heeft ze er wel goed aangedaan om het op internet te zetten? Ze deelt haar zorg met Fay.

‘Ik vind het dapper dat je het hebt gepubliceerd,’ zegt haar vriendin.

‘Straks denken ze dat ik mijn trauma uitbuit omwille van mijn kunst.’

‘Natuurlijk niet,’ weerspreekt Fay haar. ‘Je hebt je kwetsbaar opgesteld, maar daaruit put je ook je kracht. Het maakt ontzettend veel los bij mensen die iets dergelijks hebben meegemaakt. Ze identificeren zich met jou.’

Iris knikt. ‘Ik zou ze allemaal willen troosten, maar ik heb er de kracht nog niet voor.’


Fay knielt en steekt een kaarsje aan.

‘Ik heb genoeg aandacht gekregen,’ zegt Iris. ‘We steken vandaag kaarsjes aan voor alle slachtoffers van incest en huiselijk geweld.’ Ze koestert de pasgeboren vlammetjes.

Wat zou erger zijn? Tien minuten horror of een jeugd vol misbruik. Het is de vergelijking tussen een explosie en een veenbrand. De veenbrand is erger, besluit ze. Ze wil het zo graag relativeren. Ze kijkt naar de vlammetjes. Haar ogen worden vochtig. Ze ziet een vloeiend haardvuur en regenboogjes aan de randen.

Ze is opnieuw geboren. Fay bracht haar ter wereld. Ze heeft rivieren gehuild, maar nu mag de zon weer knipogen. Zij tovert regenbogen, voor altijd.



donderdag 14 december 2017

Santa in Centro

Nu de zwarte Abellio-sprinter Arnhem en tussengelegen Duitse dorpjes en steden verbindt met Düsseldorf, leek het ons een aardig idee om een Kerstmarkt te bezoeken. In Düsseldorf waren we al eens geweest, dus werd het Oberhausen.
Toch al gauw een stad met meer dan 200.000 inwoners. Het Ruhrgebied is allang geen streek meer van schoorstenen en sintelbergen, de vraag is: wat doe je met de restanten van al die oude mijnen en industriecomplexen? In Oberhausen losten ze dat op door een winkelcentrum neer te zetten dat wat betreft omvang zich kan meten met Amerikaanse of Japanse shoppingmalls. Centro in Neue Mitte is een stad op zich. Je kunt er shoppen tot je er bij neervalt, er is een megabioscoop, theater, aquarium, stadion en pretpark.
 
 

Het gevolg is dat de oude stad van Oberhausen zo ongeveer is leeggezogen. Door de stromende regen zochten we een weg naar een Kerstmarktje op de Altmarkt, maar alle verlepte straten leken op elkaar. Blindelings betraden we een soort van kledingwinkel om de weg te vragen. De vrouw achter de toonbank leek op een etalagepop, maar bleek te bewegen. Ze had geen idee. Een man, die tussen de kledingrekken scharrelde, wist wel hoe we moesten lopen.
In wat voor zaak waren we eigenlijk beland? Ik zag jarretels, sexy lingerie en seksspeeltjes op de schappen.
Enfin, de regen maar weer in.
 
 
Op de Altmarkt ondernamen ze een poging tot Kerstmarkt. Er waren sparrenbomen en een paar houten stalletjes.
 
Voor DE Kerstmarkt moest je dus toch naar Centro. Om de twee minuten ging daar een bus of tram heen via een aparte baan. OV is in Duitsland gründlich.
Hier tientallen stalletjes, honderden lichtjes. De Santa Boulevard twinkelde als een Kerstboom. Snuisterijen van glas, hout en papier. Honderden figuranten voor je Kerststal, geurige zeepjes, een winkel met likeur en honingwijn. En overal braadworst en glühwein.
En terwijl de regen de laatste sneeuwresten wegspoelde, hoopte ik maar dat ze komend weekend op de Altmarkt wat meer bezoekers zouden krijgen.

dinsdag 28 november 2017

SCHERVEN


Iris slaat het tegeltje kapot met een hamer. Ze sluit onwillekeurig even haar ogen. Voorzichtig, met duim en wijsvinger, pakt ze een voor een de scherven beet en deponeert ze in het bakje voor ‘lichtblauw’. Het volgende tegeltje is violet. Krampachtig omklemt ze de hamersteel en slaat, veel te hard, de steen aan diggelen. De brokstukken vliegen alle kanten uit.

Evelien had het haar aangeraden. Doe iets creatiefs. Het leidt je gedachten misschien wat af. Een mozaïek maken van stukjes oude tegel. Eigenlijk wist ze niet eens wat ze zou gaan maken. ‘Mijn leven is in stukken gegooid’, had ze tegen Evelien verteld. ‘Ik probeer alle scherven weer bijeen te rapen.’ Evelien had haar geprezen om deze verbale uiting.

‘Heel goed hoe jij je gevoelens uit via zulk soort metaforen,’ had ze gezegd.

Haar ogen worden vochtig. Ze moet toegeven dat ze zo dapper mogelijk de sessies van Evelien ondergaat. Fijn dat ze zich zo goed kan uiten, maar is dat niet gewoon een masker?





Zintuigen op scherp



Ze moet haar leven weer ordenen. De drie V’s volgens Evelien: Veilig voelen, vertellen en vooruitkijken.

Er zijn allemaal lieve mensen om haar heen die ontzettend met haar begaan zijn en haar een veilig gevoel geven. Stefan natuurlijk en Fay. Ze leeft in een bubbel van meeleven. Nu nog wel.

Vertellen is al een stuk lastiger. Wat er die avond gebeurde? Er alleen al aan denken maakt haar kotsmisselijk. Ze kan het überhaupt navertellen omdat Fay ingreep. Ook een hardloopster die direct zag dat er iets heel goed fout ging. Fay heeft haar uit de klauwen van de dood weggesleept.

Ze kijkt liever vooruit.

Alleen thuis lukt wel, maar als de bel gaat doet ze niet open. Ze heeft zelfs gedeeltelijk haar werk weer hervat. ‘s Morgens als het nog donker is fietst ze met Stefan mee die voor haar een enorme omweg maakt. Aan het begin van de middag rijdt ze alleen naar huis. Ze heeft zichzelf daartoe gedwongen. Voorheen had ze haar oortjes in een luisterde ze naar Martin Garrix. Nu niet, nu staan al haar zintuigen op scherp. Haar vingers bij de SOS-knop van haar telefoon. Alsof de stad een guerrillagebied is. Ze bekijkt haar wijk met kritische blik. Dat straatje bij die garageboxen is bijvoorbeeld wel erg schaars verlicht. Hier en daar moeten bosjes worden gerooid. Overzicht wil ze.

Verder vooruitkijken is moeilijk.

Het liefst weer terug naar normaal. Gewoon weer hardlopen door het park.





Be a light in the dark forest



Tranen langs haar wangen. Een steek in haar zij. Alsof haar lichaam in scherven ligt.   ‘De wonden genezen goed’, zeiden ze in het ziekenhuis. Maar ja, die littekens…

Ze moet slikken. Niet aan denken! Niet nu. Het mozaïek maken, tegelscherven op kleur sorteren. De kleuren van de regenboog. Gebroken licht. Iris. Be a light in the dark forest.

Ze staat op en knielt neer op de grond. De brokstukken van het violette tegeltje oprapen. Had ze al een apart bakje voor violet?

Als ze weer aan de tafel zit duizelen de tegelstukjes voor haar ogen. Waarom zij? Waarom had uitgerekend zij de pech zo’n man tegen te komen? ‘De man in de bosjes’ is zeldzaam, las ze.  Wat heeft ze aan die statistiek? Ze balt haar handen tot vuisten. Bloed trekt weg uit haar knokkels. Ze wil brullen, maar houdt zich in. Anders komt Stefan haar weer troosten. Stefan is oneindig lief voor haar, echt oneindig lief, maar nu wil ze alleen zijn met haar verdriet.

Ze leeft. Ze voelt zich bijna schuldig dat ze nog ademt. Kennelijk was het haar tijd nog niet. Heeft ze nog een taak in deze wereld?



Mozaïek



Fay wist: de wereld is niet altijd lief. Ze had al eens ‘iets’ meegemaakt. Fay redde haar met krav maga-technieken en spoot  pepperspray in de ogen van die man. Ze had geen minuut later moeten komen…

112, troost, EHBO. Fay wist precies wat ze deed. Sirenes in het park.

De politie had hem snel gepakt. Er kwam een einde aan een spoor van vrouwelijk leed. Fay voelt zich geen heldin. Mijdt angstvallig elk contact met de media. Fay zit ook bij Evelien.

Ze moet glimlachen. We zitten met zijn allen bij de trauma-psych. Is het raar om te glimlachen? Humor met een knoop in je maag. Het is ook allemaal zo bizar.

Ze wil Fay bellen. Haar vingers zoeken het icoontje met het telefoonhoorntje.



‘Hoe gaat het met je mozaïek?’ vraagt Fay.

‘Ach. Ik weet het niet.’

‘Ik vond het wel indrukwekkend wat je toen zei bij Evelien. Je leven is in scherven gevallen en nu moet je alle stukken bij elkaar rapen. Je kunt van je scherven een mooi mozaïek maken. Niemand zal zeggen: wat zijn dat allemaal voor brokken? Ze zien een mozaïek.’

Ze haalt diep adem. Het voelt prettig. ‘Je hebt gelijk,’ zegt ze.

Fay reageert niet.

‘Fay?’

‘Sorry, ik schiet even vol. Zal ik vanavond langskomen? Praat wat makkelijker dan door de telefoon.’

‘Als je dat zou willen doen?’





Ze trekt haar jas aan en loopt naar buiten, de tuin in. Ze kijkt omhoog naar grijze wolkensluiers en geniet van de koele druppels in haar gezicht. Vanuit haar ooghoek ziet ze Stefan naar haar toe lopen. Heeft hij tranen in zijn ogen of zijn het de regendruppels? Hij slaat een arm om haar heen. Ze zeggen niets.

Het is goed zo.

woensdag 15 november 2017

Saksische samenzwering


Ik heb in mijn leven al vele romans gelezen. De boeken speelden zich op de meest mogelijke en onmogelijke plekken af: van Nederland tot Peru, van de regenwouden in Suriname tot de slums van Calcutta, op verre planeten of in fictieve werelden als Midden Aarde of Narnia.

Al grasduinend in de bibliotheek stuitte ik op de thriller De afstammeling van Almar Otten uit 2011. Grappig om een boek te lezen dat zich afspeelt in Deventer, de stad waar ik al achttien jaar werk. De schrijver is – net als ik – verbonden met de Gemeente Deventer.

 
Toren Lebuinuskerk, Deventer



Nu zijn thrillers niet mijn favoriete genre, maar de geheimzinnige historische insteek pakte me direct. Het draait allemaal om de Irminsul, een heiligdom van de Saksen uit de vroege Middeleeuwen. Volgens de overlevering was het een hoge houten zuil (of was het een heilige boom?), immers, irmin sul betekent zoiets als grootse of alomvattende zuil. Mogelijk verwees het heiligdom naar Yggdrasil, de wereldboom uit de Noordse mythologie. In 772 verwoestten de christelijke legers van Karel de Grote de heidense Irminsul. Waarschijnlijk vond de slag plaats in Eresburg, het tegenwoordige (Ober)Marsberg, ten zuiden van Paderborn in Duitsland.



Terug naar het verhaal in Deventer. In De afstammeling ontdekt historica Lineke Tesinga – die werkzaam is in de Stads Atheneum Bibliotheek – een Middeleeuws boekwerk waaruit zou blijken dat de Irminsul ook een groot aantal diamanten zou hebben bevat.

Ondertussen is er een verknipte baron in Duitsland die wraak wil nemen op Karel de Grote. De Saksen moeten hun gebied weer innemen en de christelijke bezetters verjagen. Heeft de brandstichting in de Lebuïnuskerk daarmee te maken?

Een achtbaan van spannende scènes begint.



Het decor is voor mij zeer herkenbaar. Een biertje in Café de Heks of de Dikke van Dale, een etentje in Bouwkunde, achtervolgingen in de Papenstraat en natuurlijk de  gangen, trappetjes en oude zolderruimten van de Stads Atheneum Bibliotheek.

Toegegeven, sommige plots vond ik minder geloofwaardig, maar ik kon het boek maar moeilijk wegleggen. Een recensent noemde de het werk zelfs De Da Vinci Code aan de IJssel.




dinsdag 31 oktober 2017

Onverdraaglijk intiem


Ze was een studente die internationale betrekkingen in haar bagage had zitten. Ze kwam op het ministerie – waar ik jaren geleden als uitzendkracht werkte – als stagiaire. Het was hoogzomer, ze droeg een rok en ik bewonderde voortdurend haar mooie benen.

Die benen waren helemaal niet meer belangrijk toen ze vertelde dat ze in haar eentje door India en Nepal had gereisd. Super interessant natuurlijk en dat ze dat durfde, als vrouw alleen.

Twee weken later bleek haar stageperiode alweer voorbij te zijn. Wat was er in vredesnaam gebeurd? Dat kregen we niet al te lang daarna een beetje fluisterend te horen. Een hogere ambtenaar had tijdens een afdelingsetentje zijn handen niet kunnen thuishouden.

‘Als ik haar was geweest had ik hem een rotschop verkocht,’ reageerde een collega in haar platste Rotterdams.

Ik schaamde me. Ik had gekeken, hij had betast. Hij had een hoge positie, zij was slechts een stagiaire.




# Me Too



Ik dacht weer aan dat voorval nu ‘MeToo’ volop in de belangstelling staat. Dat allemaal na de onthullingen over seksueel misbruik door Hollywoodproducent Harvey Weinstein. En de maand oktober was sowieso al zo’n intens verdrietige maand wat dat betreft.


Hoe ga ik als man daar nu allemaal mee om. Natuurlijk, er is een groot verschil tussen ‘billenknijpen’ en een gewelddadige verkrachting. Zou je zeggen…

“De moeizame waarheid is dat dit voor menige vrouw toch zo eenduidig niet ligt,” schrijft Joyce Roodnat in het NRC. “Haar overweldigen kan door haar alleen maar aan te raken. Het kan zelfs met woorden – die kunnen onverdraaglijk intiem zijn.”

Sterker nog: er loopt een lijn van voortdurend vrouwonvriendelijke grappen maken naar seksueel geweld, lees ik elders op de NRC-site. Het komt namelijk uit dezelfde bron: vrouwen niet als je gelijke zien, als mooie rekwisieten, als lustobject.



Machtsverschil



Nee, we moeten niet terug naar het Victoriaanse tijdperk. Puriteinse preutsheid is niet het antwoord. “Machtsverschil is steeds de sleutel” aldus Roodnat. Seksueel geweld heeft altijd met machtsverschil te maken.

Ik kan me niet herinneren ooit onverdraaglijk intiem tegenover een vrouw te zijn geweest. Maar ik wil mezelf niet op de borst kloppen, want kwam dat door verlegenheid? Of was ik het me niet bewust?

Mijn sleutel zit hem, denk ik, in de eerste zin van de tweede alinea van dit stukje.

“Die benen waren helemaal niet meer belangrijk toen ze vertelde dat ze…” Natuurlijk, benen kunnen mooi zijn, lichamen zijn prachtig, maar als je je daadwerkelijk in iemand verdiept, of als je alleen maar beseft dat die leuke vrouw op straat een universum van gedachten, gevoelens en dromen herbergt, dan zie je zo veel meer dan slechts de buitenkant.



Tranen of woede



Vrouw en man. Laten we respect voor elkaar hebben. Laten we elkaar als gelijke zien, ook al weten we best dat er fysieke verschillen zijn.



Wie weet heeft die stagiaire inmiddels een prachtige carrière opgebouwd in de internationale betrekkingen. Goed mogelijk dat ze de afgelopen weken ineens weer werd geconfronteerd met wat er toen op dat ministerie gebeurde. En ineens kwamen de tranen weer. Of de woede. Me Too.




woensdag 11 oktober 2017

Taart en trapezezwaaien als levenskunst


Levenskunst. Het thema van het afgelopen Vriendenweekend.

Als ‘leven’ echt een kunst is, moeten we – net als een kunstenaar – die vaardigheden blijven beoefenen. Vandaar dat we in de bossen bij Elspeet bijeen waren om iets te leren over ‘vasthouden en loslaten’ door ds. Wim Rietkerk. De predikant is mede oprichter van Stichting l’Abri en auteur van boeken als ‘De kunst van het vasthouden en loslaten.’ Loslaten lijkt eng. Je laat een glas water los en de boel klettert kapot op de vloer. Een trapezewerker weet als geen ander wanneer hij los moet laten om in vol vertrouwen door de ander te worden vastgegrepen. Zo kunnen we ook in vol vertrouwen loslaten om te worden opgevangen door God. Het klinkt misschien makkelijk, maar het is een houding die je moet oefenen.



De dag ervoor leerde Paulien Vervoorn ons al enkele praktische punten rond het geven van feedback. Zij schreef het boek ‘Feedback in de kerk’. Woorden die je tot de ander spreekt – complimenten, kritiek of advies - kunnen de ander opbouwen, maar ook afbreken als je het niet handig aanpakt. Het is opvallend dat we het normaal vinden om feedback te geven en te ontvangen op ons werk, maar worden hierover verlegen in een kerkelijke omgeving.


Paulien vergeleek feedback met een taart. Er moet aanleiding voor zijn om het te geven, maar je moet je op- of aanmerkingen niet in een laatje wegstoppen, anders bederft het gebak.

Belangrijk is dat je elkaar aanvaardt. Respect toont voor de ander. Pas in zo’n vertrouwensrelatie kun je op een veilige manier met elkaar in gesprek. Zorg er voor dat de kerk voor iedereen een HOME is, aldus Vervoorn. Heilig Omgaan Met Elkaar.


dinsdag 12 september 2017

De Bom...is er nog steeds


De bommen die men nu heeft hebben in totaal zoveel kracht dat ze wel 500x de aarde kunnen vernietigen.


Dit schreef ik toen ik een jaar of tien was. Het liep tegen de vredesweek aan en je kon in de schoolkrant van onze lagere school een stukje schrijven over oorlog en vrede. Ik maakte me als kind zorgen over kernraketten en atoombommen.




Ik ben een kind van de Koude Oorlog en een kind van ouders die de Tweede Wereldoorlog zeer bewust hebben meegemaakt. Mijn ouders zeiden: ‘Als het ooit weer oorlog wordt zal dat de laatste zijn. Want dan zullen er atoomwapens worden ingezet. Het zal nog erger worden dan Hiroshima en Nagasaki.’

Ik wist precies wat ze bedoelden. Die steden in Japan. Ik had geen idee waar ze lagen, gelukkig ver van Delft. Maar ik wist dat de wereld één groot Hiroshima zou worden.

Je had atoombommen, maar ook waterstofbommen. We speelden op het schoolplein wel eens bommetje. ‘Ik ben een waterstofbom, ik ga de hele wereld kapotmaken!’ schreeuwden we. We waren kinderen van de Koude Oorlog. Je had de Russen en de Amerikanen en omdat wij vrienden van de Amerikanen waren zouden de Russen kernbommen op Nederland laten vallen. Van die paddenstoelachtige wolken kreeg je er van.

Op een dag zag ik dat ze alle lantaarnpalen beplakt hadden met macabere stickers: Stop de neutronenbom stond er op.

‘Dat zijn bommen die de gebouwen laten staan, maar alle mensen doden,’ sprak mijn moeder.



In mijn middelbareschooltijd werd het allemaal venijniger. De leraren verkondigden zo ongeveer de revolutie. ‘Hollanditis!’ scandeerden ze. Er werden grote vredesdemonstraties gehouden. Er werden felle discussies gevoerd van ‘liever rood dan dood’ tot ‘stelletje communisten.’

Van de film The Day After zag ik slechts fragmenten. Een horrorfilm was er niks bij. Je kon beter in een seconde versmelten dan de rest van je leven lijden aan stralingsziekte was mijn sombere conclusie. Het was de tijd van doemdenken en no future.

En toen kwam de populaire band Doe Maar ook nog met dat liedje over DE BOM.





Nu is het 2017. De Berlijnse Muur is allang geslecht, het IJzeren Gordijn opengeschoven. Je gaat naar Tsjechië of Hongarije met vakantie net zo makkelijk als Frankrijk en Spanje.

Denk niet dat de kernwapens de wereld uit zijn. Sinds kort staan de raketten weer in het brandpunt van de belangstelling. Noord-Korea experimenteert volop met bommen voor de lange afstand. ‘Wij kunnen steden in Amerika raken!’ President Trump waarschuwt voor vuur en furie.


Of het ooit zover komt weten we niet, maar het is natuurlijk krankzinnig dat er in veertig jaar tijd weinig veranderd is. Nu wordt de huidige jonge generatie uitgelegd wat de gevolgen zijn van een aanval met een H-bom.

Doe Maar treedt zo nu en dan weer op. Eerst nog huiswerk en carrière maken voordat de Bom valt.

Eerst nog je Duitse lesje stampen.


Mit-nach-nächst-nebst-sammt-bei-seit-von-zu-zuwieder-entgegen-ausser-aus……………….

dinsdag 29 augustus 2017

Vakantiereisje naar de toekomst

Bij een reis naar Japan werp je meteen ook een blik in de toekomst. Het kan best zijn dat sommige ontwikkelingen daar, ook hier gemeengoed worden over pakweg tien jaar.
Vind je weg met de OV-navigatie-app
OV9292 is best handig, maar toch nog wat primitief bij vergeleken een OV navigatie app zoals die in Japan al gebruikelijk is. Bus, trein, metro, tram. Hoe je reist maakt niet uit; de app vertelt je niet alleen welk vervoermiddel je moet nemen en hoe laat deze vertrekt, het navigatiesysteem zorgt er voor dat je ter plekke de weg wordt gewezen in een oogopslag.


Vanavond in de Dining Mall
Een shopping mall met dat verschil dat er uitsluitend restaurants te vinden zijn in plaats van winkels. De gemiddelde dining mall in Japan bevat meer restaurantjes dan een Nederlandse stad met pakweg 100.000 inwoners. Toch is het niet te hopen dat een of andere losgeslagen projectontwikkelaar dit concept ook gaat toepassen in ons land; het zou de doodssteek voor de horeca in onze binnensteden zijn. Ik denk niet dat het zo’n vaart gaat lopen. De Japanners gaan veel meer uit eten dan wij en onze binnensteden zijn velen malen gezelliger dan die van Japan. 
 
Tolken overbodig door vertaalcomputers
Kennis van de Engelse taal is bij de meeste Japanners nogal belabberd. Geen nood: tegenwoordig is er de vertaal-app op tablet of telefoon. Praat er Engels tegen en hij vertaalt de zin in het Japans en andersom. Ook nu heb je al vertaalmogelijkheden via Google Translate bijvoorbeeld, maar niemand zal ontkennen dat die vertalingen van het type ‘steenkool’ zijn. Toch zal zich dat steeds beter gaan ontwikkelen en over een jaar of tien is de vertaalcomputer net zo alledaags als het rekenmachientje.


Het uitschuifbare rietje
Ik heb de komst van het buigbare rietje nog gekend. De rietjestechniek is daarna stil blijven staan, maar in Japan kennen ze nu het uitschuifbare rietje
Elektrisch wagenpark wordt alledaags
Een ontwikkeling die niet meer te stuiten is. In Japan rijden er behoorlijk veel van rond en ook in onze contreien rukt de e-car op. Over een jaar of tien is een auto met verbrandingsmotor een beetje ouderwets geworden. Misschien kun je je vehikel dan nog verpatsen als old timer…
Roken kan niet meer, ik zou niet weten waar…
In Japan kun je op een stadsplattegrond precies zien welke delen van de stad rookvrij zijn. In de binnensteden (en die zijn daar immens) mag het sowieso vrijwel nergens meer. Ongetwijfeld krijgen wij met die ontwikkeling te maken. Zorg dus dat je er van af komt of zoek een of andere illegale rookkelder. Want op straat, in het park…de sigaret is taboe.
Grappig genoeg doen de Japanners niet moeilijk met roken in de auto en in sommige restaurants mag je gerust een peuk opsteken. Wel onder een afzuigkap die zo krachtig is, dat je je pakje shag stevig moet vasthouden.

vrijdag 18 augustus 2017

Nederlanders in Nagasaki

Ook Nagasaki werd getroffen door een atoombom (9 augustus 1945). Hoewel het aantal slachtoffers, net als in Hiroshima enorm was, lag het epicentrum van de explosie ver buiten het centrum van de stad waardoor Nagasaki slechts gedeeltelijk werd weggevaagd.
 

De stad is nu vooral bekend door zijn ‘Hollandse invloeden’. De Nederlanders mochten namelijk als enige westerlingen gedurende twee eeuwen handel drijven met het verder hermetisch afgesloten Japanse Keizerrijk. De Hollanders bouwden een handelspost op een klein eilandje voor de kust: Dejima.
Vandaag de dag is de zee voor Dejima ingepolderd en verstedelijkt, maar de handelspost is vrijwel volledig gerenoveerd. Kleine, Europees aandoende, huizen staan keurig in het gelid. Een levensgrote afbeelding van Nijntje (Miffy) en de Nederlandse driekleur verraden er ons verleden.
 

Er is een opslagplaats voor koper, suiker, het huis van het Opperhoofd en een plantentuin waar op een bordje het lachende gezicht prijkt van prins Willem Alexander toen hij in 1990 hier een boom plantte. De boom is nu - net als Alexander - volwassen.
 
Nagasaki heeft met zijn baaien en omringende bergen een prachtige ligging. De Nederlandse invloed reikt nog verder via de Holland Street waar je afbeeldingen van tulpen in het plaveisel kunt zien.  
Je kunt er zelfs naar Huis ten Bosch. We zijn er niet geweest, want erg duur en behoorlijk ver buiten de stad, maar de Japanners hebben een compleet themapark uit de grond gestampt vol met Nederlandse gebouwen. Een knal-oranje Huis ten Bosch Trein rijdt je er speciaal naar toe.
 

En in het Historisch Museum kom je Nederlandse geschriften tegen achter vitrineglas. Er werd meer gedaan dan alleen handel drijven: Nederlandse wetenschappelijke werken liet men vertalen in het Japans en er werden typisch Japanse planten verzameld. Dat we overal ter wereld kunnen genieten van de hortensia, hebben we aan Nederland te danken dat de plant in Japan ontdekte.
 
Toen een medewerker van het museum er achter kwam dat wij uit Nederland kwamen, gaf hij ons spontaan een privé-rondleiding… 
 

zaterdag 5 augustus 2017

Hiroshima: 6 augustus, 8:15 uur

Het vliegtuig heette Enola Gay, de naam van de moeder van de piloot. De bom werd Little Boy genoemd. Dit oorlogssarcasme kwam in 1980 terug in een song van Orchestral Manoeuvres in the Dark (OMD): Enola Gay, is mother proud of little boy today.
De lucht was blauw en men zag de condensatiestreep van slechts één vliegtuig. Er werd een parachute afgeworpen. Om precies 8:15 uur verschroeide een helwitte flits de lucht. Binnen enkele seconden werd de stad en 60.000 inwoners letterlijk van de kaart geveegd. Binnen een straal van drie kilometer rondom het epicentrum stond nauwelijks nog iets overeind. Uiteindelijk zou in de jaren daarna het dodental oplopen tot meer dan 150.000. Velen bezweken als gevolg van de radio actieve straling.
 

 
Vandaag de dag is het ongeveer een kwartier met de tram van het Centraal Station van Hiroshima naar de ruïne van de Genbaku-koepel, beter bekend als A-Bomb Dome. Dit gebouw is nog redelijk intact gebleven omdat de bom er 600 meter hoger ontplofte en de verticale destructieve krachten beduidend minder waren dan de horizontale ‘blast’.
 
Aan de andere kant van de rivier ligt het Vredespark met tal van monumenten. In de Hal der Herinnering worden duizenden foto’s en namen geprojecteerd van de slachtoffers. In het Monument voor de Kinderen kun je ontelbaar veel papieren kraanvogeltjes zien. Het Japanse meisje Sadako Sasaki kreeg op haar tiende leukemie als gevolg van de straling. Ze wilde duizend kraanvogels vouwen omdat dan, volgens een oud verhaal, je wensen worden vervuld. Ze kwam niet verder dan honderd. Sinds die tijd vouwen schoolklassen kraanvogels voor de vrede.
 

In het museum liggen stille getuigen achter de vitrines. Verminkte horloges die voor altijd stil staan op 8:15 uur. Half gesmolten flesjes en gesmolten en weer aan elkaar  geklonterde stukken metaal dat ooit de inhoud van een portemonnee moet zijn geweest.
 
Buiten het Vredespark is Hiroshima anno 2017 een stad als elke andere in Japan: druk en bruisend. Grote shoppingmalls en hoge kantoorgebouwen. Het Mazda-museum laat zien dat Hiroshima ook een ‘autostad’ is.
 
De vraag dringt op: wat als de Amerikanen niet deze bom op Hiroshima hadden gedropt (en op Nagasaki, drie dagen later). Hoe lang had de Japanse agressie dan nog geduurd, inclusief de interneringskampen in onder andere Nederlands Indië? Het zijn de duivelse dilemmavragen van de oorlog.
Het is wel opvallend dat er nergens enig verwijt of wrok jegens de Amerikanen te bespeuren valt. Het boek Hiroshima van John Hersey beschrijft zelfs de veranderde houding van Japan ten opzichte van de VS: van vijand tot verlosser en ondersteuner.
 
Op 6 augustus is het om 8:15 uur, één minuut stil in Hiroshima.
 
 

maandag 31 juli 2017

Van hier tot Tokio

Een educatieve video tijdens de lessen aardrijkskunde. Crowded Islands, heette de reportage als ik me goed herinner en het ging over Japan. We keken onze ogen uit. Het was begin jaren 80, maar in Japan hadden ze al overal computers, tientallen televisiekanalen, honderden radiofrequenties. Je reed er in supersnelle treinen en auto’s werden door robots gemaakt.
Osaka
 
Japan heeft ons de laatste decennia beïnvloed. Pokémon, Hello Kitty, Ninja’s, karaoke, emoji’s op je telefoon: het komt allemaal uit Japan.  En toch… na drie weken rondreizen over deze ‘overvolle eilanden’ moet je concluderen dat je in een totaal andere wereld bent beland, in een totaal andere mentaliteit.
Bijvoorbeeld: de straten zijn er brandschoon en er zijn nauwelijks vuilnisbakken te vinden. De Japanner neemt zijn rotzooi mee naar huis en gooit het daar weg. Het is een kwestie van mentaliteit die je in Nederland in nog geen honderd jaar er in gezweept krijgt.
 
Alles is er mega. Shoppingmalls met meer winkels en restaurants dan in een gemiddelde stad bij ons. Alles is er gestructureerd tot in detail. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Je vraagt je af waarom. Misschien is het de grillige natuur. Aardbevingen, tsunami’s en tyfoons kunnen zomaar het dagelijks leven ernstig verstoren. Dan kun je beter de alledaagse dingen zo goed mogelijk organiseren.
 
Elke vierkante meter grond wordt benut, maar eenmaal in de bergen, en die beginnen zeer abrupt, heerst er de leegte. Er zijn dichte bossen met ceders en bamboe. Dorpjes met rijstveldjes. En overal kun je tempels bezoeken, Boeddhistisch of Shinto, vaak met grote tuinen er omheen. Die tuinen zijn dan wel weer gedresseerd. Kunstig gesnoeide dennetjes, kort geschoren gras. Elke steen en elke bloem heeft een betekenis.
 
Koyasan
Drie weken Japan. Drie weken mensenmenigten, shoppingmalls, kastelen en tempels. Drie weken met stokjes eten. Maar, ook drie weken nauwelijks sushi. Ach, sushi. Wie in Japan is geweest, weet dat er véél meer te eten is.

vrijdag 30 juni 2017

God gaat met Zijn tijd mee


Eindelijk is het er door. Volgens het synodebesluit  van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, mogen nu ook vrouwen worden toegelaten tot het ambt van diaken, ouderling en predikant.

Eindelijk!, denk ik dan persoonlijk, maar niet iedereen kan zich er in vinden. De brieven van Paulus worden aangehaald. Er wordt verweten dat de synode het standpunt van de Bijbel naast zich neerlegt.

Zonder me in de discussie te mengen, kan ik alleen maar zeggen dat maatschappij en cultuur verandert en dat God zich aanpast aan deze veranderingen. Dat klinkt vreemd: is God dan niet soeverein? Niet als je bedenkt dat Hij ons geschapen heeft, inclusief onze culturele ontwikkelingen. De tijdloze God gaat met de tijd mee omdat Hij met Zijn tijd mee gaat.



Voorbeelden: Het was nooit Gods bedoeling dat een man met meerdere vrouwen kon trouwen. Toch zien we dat dit de praktijk is in het Oude Testament niet verboden werd. Abraham, Jacob, David…. Allemaal beschikten ze over meerdere vrouwen.

In latere tijden vind je dat niet meer terug en vandaag de dag is dit bij de meeste christenen (uitgezonderd bepaalde stromingen binnen de Mormonen) beslist niet meer gebruikelijk.





Het was niet Gods plan om het volk Israël een koning te geven. Maar, het volk wilde een koning en kreeg hem. Het gaf regelmatig strubbelingen, toch werd het koningschap door Hem geaccepteerd.



In Jezus’ tijd was slavernij een geaccepteerd verschijnsel. Als je als slaaf christen werd, betekende dat niet automatisch dat je ‘vrij’ kwam. Tegenwoordig keuren we slavernij in alle toonaarden af.



Er waren geen vrouwen onder de twaalf leerlingen van Jezus. Het was in die eeuwen over het algemeen niet gebruikelijk dat vrouwen toonaangevende functies vervulden. Inmiddels zijn we twee millennia verder en zijn de tijden veranderd…  



God is als een rivier die zich aanpast aan het menselijk reliëf. Toch zal die rivier altijd naar de zee blijven stromen, blokkades of niet. Zijn er bergen? De stroom zal meanderen en gaat er omheen of slijpt er een diepe kloof dwars door heen. Is de menselijke versperring keihard? Desnoods verdampt het water en vervolgt elders als regen en een nieuwe rivier de weg naar de zee.