Totaal aantal pageviews

dinsdag 28 juni 2011

Ode aan de kraan

Vorige week dwarrelde er een brief van het waterleidingbedrijf op de deurmat. Gedurende twee dagen zouden er werkzaamheden plaatsvinden aan de waterleiding. De druk kon verminderen en er was een kans dat er bruin water uit de kraan zou stromen.


Natuurlijk weet ik dat er landen zijn waar helemaal geen water in huis is. Je moet uren lopen voordat je bij een troebele bron of rivier komt. En er zijn een heleboel landen die wel over een  waterleidingnet beschikken, maar waar je absoluut niet uit de kraan moet drinken. Ik ben in genoeg landen geweest waar flessenwater het enige betrouwbare drinkwater was.
Toch schoot ineens deze verontruste vraag door me heen: Wat als er helemaal geen water meer uit je kraan komt…
Je kunt je niet meer douchen. Geen koffie of thee meer zetten. Niet meer koken, wassen, afwassen, de WC doorspoelen, schoonmaken, je tuin besproeien en zeker geen kraanwater meer drinken.
Wat een luxe eigenlijk. Je draait de kraan open zonder er bij na te denken. Menig Afrikaan of Zuidoost Aziaat moet toch verrast opkijken wanneer hij verneemt dat dit land over een fijnmazig buizenstelsel beschikt waar drinkbaar water doorheen stroomt tot aan keuken en badkamer.

De werkzaamheden aan de waterleiding hebben nauwelijks gevolgen. Geen wegvallende druk of bruin gesijpel. Buiten is het 32 graden, dus ik neem nog maar een glas helder drinkwater uit mijn trouwe kraan.

woensdag 22 juni 2011

Vrouw op de preekstoel

De kerk is opgebouwd uit speelgoedblokken. Het interieur is kleurrijk speels. We zien een vrouwelijke predikant op de kansel staan. Op een andere foto doopt ze een kind.
Een vrouwelijke predikant? In heel wat kerken is dat normaal, maar er zijn genoeg kerken waar dat helemaal niet gebruikelijk is.

Ik kom oorspronkelijk uit een PKN-traditie, waarbij de letters slaan op Protestantse Kerk in Nederland. Nicolien is de dochter uit een roemrucht GKV-geslacht, waarbij dit keer de letters staan voor Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Sinds mijn trouwen ben ik ook lid van dit kerkgenootschap en dat bevalt mij heel goed, maar er is één pijnpuntje. Namelijk het gegeven dat vrouwen er (nog) niet in het ambt mogen.
De vraag is natuurlijk of Nicolien dat nou een probleem vindt.
“Diep in mijn hart vind ik het inderdaad nogal merkwaardig dat een mens geen diaken kan worden als-ie toevallig twee X-chromosoompjes heeft,” zei ze. “Maar ja, als ik het echt een groot probleem had gevonden, was ik wel overgestapt naar een andere kerk. Ik heb gewoon kunnen studeren, ik heb nooit het gevoel gehad dat ik werd belemmerd door mijn vrouw-zijn.”

Verwacht van mij geen diepgravende theologische achtergronden over het waarom. Het is wel duidelijk dat de uitspraken van de apostel Paulus grote gevolgen hebben gehad op de positie van de vrouw in de kerk. Misschien is het de invloed van Griekse orakelprofetessen in de eerste christengemeenten geweest die Paulus’ opinie hebben gevormd. Overigens was het in de synagoge ook niet gebruikelijk dat vrouwen de Tora mochten lezen.

Als puber heeft Nicolien tijdens catechisatie ooit eens de volgende stelling geponeerd: “Kerken waar vrouwen niet toegelaten worden tot het ambt, belemmeren het werk van de Heilige Geest.”
De predikant moest even slikken, maar het schoot hem direct te binnen dat Nicoliens vader ooit eens had gezegd dat het een verademing zou zijn als de kerkenraad verrijkt zou worden met zusters. Dus ja, van een vreemde had ze het niet.
Uit de discussie die toen volgde kwam naar voren dat die stelling je wel dwong tot bezinning, maar dat er geen kerk ter wereld op te noemen is waar de Heilige Geest zonder enige belemmering zou kunnen waaien. Bij de ene kerk is het ambt niet opengesteld voor vrouwen, bij de ander is de prediking te vrijzinnig of ruziën ze elkaar de kerk uit. Of de doop door onderdompeling is tot een dogma verheven, of de zondestaat van de mens wordt zo overdonderend gepredikt dat er geen sterveling meer naar het Avondmaal durft. Overal is er wel wat.

Nicolien heeft haar moeite met het vrouwenstandpunt therapeutisch van zich afgespeeld. Met blokken en Playmobil.

zondag 19 juni 2011

Gewoon weer lekker spelen!

Zoals ik al in mijn allereerste blog schreef, is Nicolien speltherapeute. Als wij volwassenen problemen hebben kunnen we daarover praten, maar kinderen uiten zich veel beter tijdens het spelen. Bij speltherapie probeert Nicolien doormiddel van het spel problemen, verdriet en zelfs trauma’s bij kinderen te behandelen.
De spelkamer is het domein waar het allemaal gebeurt en moet voor menig kind een speelgoedparadijs zijn. Poppen, blokken, autootjes, ridderkastelen, verkleedkleren, een zandbak, een poppenhuis, knutsel- en tekenmaterialen… het is er allemaal.

Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen, schreef Hieronymus van Alphen in de 18de eeuw al. En hoewel een uitspraak als Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken eigenlijk in de vitrine hoort van het Museum voor Achterhaalde Opvattingen, was deze dichter – van onder andere Jantje zag eens pruimen hangen – toch zijn tijd ver vooruit.

Hoe zag de spelkamer van mijn eigen jeugd er eigenlijk uit? Ik bouwde hele wolkenkrabbersteden van blokken en liet autootjes over hoge viaducten rijden. Lijkt wel wat op de Chinese steden anno nu. Met mijn zus speelde ik eindeloos veel met poppen en speelgoeddieren. Geen zoetsappig ‘vadertje en moedertje’. Nee, de speelgoedbeesten beleefden complete Indiana Jones-achtige avonturen. Het decor was het ouderlijke huis. Een tafel werd een paleis, de poten pilaren. De vensterbank met planten: een oerwoud, de trap was een berg. Een omgekeerde schoenendoos…een boot. Nicolien zegt het ook altijd: “Hoe eenvoudiger het speelgoed, hoe creatiever het kind.”

Op de foto’s zie je het speelgoed uit mijn jeugd. Blokken en Playmobil én een aantal speelgoedbeesten poserend tijdens een fotoshoot. Het eekhoorn-achtige wezentje links op de eerste sport van de ladder heet bijvoorbeeld Bruine Miauw. Waarschijnlijk omdat ik als kind dacht dat het een poes was.
Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen.
Misschien moeten we als volwassenen wat minder gaan piekeren en tobben, maar gewoon weer lekker gaan spelen.

zaterdag 11 juni 2011

Pinksteren: het vage feest?

Stefanie, de vriendin van Nicolien, keek vroeger altijd met reikhalzend verlangen uit naar Pinksteren. Niet dat ze destijds ook maar iets met het christelijke geloof had, het ging haar uitsluitend om Pinkpop.
Omdat Pinksteren voor velen een ‘vaag’ feest is, vroeg ik een tijdje geleden aan haar hoe zij toen – voordat ze tot geloof kwam – tegen Pinksteren aankeek.
Meestal dus het popfestijn in Landgraaf, maar zeilen in Friesland was ook een zinvolle bezigheid tijdens die vage feestdagen, die restanten van een ooit christelijke kalender.
“Ik geloof dat het ontstaan van de kerk dan wordt gevierd,” verklaarde haar moeder, in een poging het Pinksterfeest te duiden.
“Nou, dan is het meer een dag om te rouwen,” vond Stefanie.
Toen ze tijdens haar studie een Joods meisje leerde kennen, kreeg ze dingen over Pinksteren te horen die haar nog door niemand waren verteld. Pinksteren was oorspronkelijk een oogstfeest, maar tegenwoordig vieren de joden tijdens het Wekenfeest de openbaring van de Wet, de Tora, op de berg Sinaï.
“Dat lijkt me ook al geen reden tot feest, dat je die loodzware Wet om je nek te hangen krijgt,” zei Stefanie tegen het Joodse meisje. Zij reageerde met een voorbeeld:
“Niemand gaat zomaar met een zware koffer aan de wandel, behalve als je met vakantie gaat. Dan vind je dat ineens geen probleem meer. Zo is het ook met de Tora. Het brengt ons God dichterbij.”
Stefanie vond dat wel een mooie vergelijking en ze besloot zich wat meer te verdiepen in het Jodendom.
Jaren later leerde ze haar huidige man kennen die christelijk bleek te zijn. En tijdens een Pinkstermorgen vielen opeens alle puzzelstukjes samen. De openbaring van de Tora, de uitstorting van Gods Heilige Geest…daar zat een verband tussen. De Heilige Geest zorgt er voor dat God niet meer op afstand staat en dat Jezus geen dode held bleef.
“Pinksteren is voor mij Gods regen op dorstig land. Het zijn de druppels op de bladeren van de vrouwenmantel in mijn tuin.”

En Pinkpop? Stefanie zakt dit weekeinde na jaren van afwezigheid (kinderen en zo) weer af naar het diepe Limburgse zuiden.
Voor anderhalve dag, met een vriendin, geloof ik.

Maar Pinksteren is voor haar geen vaag feest meer.

zondag 5 juni 2011

Het vrije China

Neem een goede Chinese basissaus en giet daar een flinke scheut Londen doorheen. Strooi wat brokken New York door het geheel en maak het gerecht af met een heet en vochtig klimaat. Even flink wokken met steile bergen en een weidse baai en voilá, het resultaat is Hongkong.
“This part of China is free,” zegt ons local contact als we na een snelle bootreis vanuit Kanton in Hongkong zijn gearriveerd. Per bus naar ons hotel in Kowloon zie ik ineens overal kerken. Jesus is Lord staat er in neonletters op de gevel van een flatgebouw van tien verdiepingen hoog.
Eén land, twee systemen, aldus de Chinese overheid. In de praktijk heeft de voormalige Britse kroonkolonie een status aparte. In tegenstelling tot China is hier geen visum nodig en je betaalt er niet in yuan, maar in Hongkong dollars. En er is een apart bestuur dat bijvoorbeeld veel vrijer omgaat met godsdienst dan in China zelf.

De oorspronkelijke godsdienst in China is overigens het taoïsme. Misschien tamelijk onbekend, maar als ik zeg dat een van de belangrijkste symbolen van het taoïsme het yin en yang-teken is, zal iedereen met “oh ja…” reageren. Er gaat een complexe filosofie schuil achter yin en yang: iets dat tegengesteld is aan elkaar, vult elkaar ook weer aan. Het ene kan slechts bestaan in relatie tot het andere.
Hoewel Mao Zedong tijdens de Culturele Revolutie veel taoïstische tempels kort en klein liet slaan, mag het taoïsme tegenwoordig weer in toenemende mate. Wij bezochten een tempeltje op het platteland waar offers aan verschillende goden konden worden gebracht, zoals miniatuurversies van Chinese gerechtjes.

De deur voor het taoïsme mag dan open gaan, voor het christendom geldt dit niet. Er zijn officiële, door de staat gecontroleerde kerken in China, maar de boodschap moet onder de ’korenmaat’ blijven: evangelisatie is verboden. Volgens Chinese cijfers zijn er 23 miljoen christenen in de Volksrepubliek en 70% daarvan is vrouw. In werkelijkheid moeten er ruim 100 miljoen christenen zijn en elk jaar groeit dat aantal met ongeveer drie miljoen. Dat aantal is gigantisch groot en let wel: tegen de stroom in.

Op de hotelkamer in Kowloon kunnen we weer BBC World ontvangen.
This part of China is free.
Eén land, twee systemen…
De relatie van China met Hongkong heeft wel iets weg van dat ingewikkelde yin en yang-teken.