Totaal aantal pageviews

woensdag 27 april 2011

Paasherinneringen

Bloeiende narcissen. Gele kuikentjes met rode snaveltjes en zwarte kraaloogjes tussen de met kakelverse eieren gevulde eierdopjes tijdens het Paasontbijt. Feestelijke gezangen in de kerk…  Dat zijn mijn herinneringen aan de Paasfeesten uit mijn jeugd.
Aan eieren zoeken deden we niet. Maar een ‘eierboom’ maken kon weer wel. De eieren beschilderden we en de inhoud werd er uitgezogen. De kleurrijke eieren hingen we op aan de takken van de forsythia die we in een vaas hadden gezet.
De opstanding van Jezus was als kind moeilijk te begrijpen. Eén ding was duidelijk: alleen Jezus kon dat, want de grafsteen van mijn oma op de begraafplaats in Rotterdam bleef ook na Pasen onberoerd.

Nu ben ik volwassen, maar de opstanding uit de dood is voor mij nog altijd niet te begrijpen. Kerst is wat dat betreft logischer. Je verwacht iets, namelijk de geboorte van een kind. Het moment van de geboorte kun je uitrekenen; als alles goed gaat is de kleine er na negen maanden. Pasen is onverwacht. Dat de dood niet het laatste woord heeft, drong ook maar moeilijk door bij de leerlingen van Jezus. Het is niet te vatten, maar wel buitengewoon mooi. Want als we delen in Zijn lijden, dan delen we ook in Zijn opstanding.
Daarom mag met Pasen het nieuwe leven uitbundig worden gevierd en dat deed de natuur dan ook tijdens Paasdagen. Daarom wat foto’s van knoppen en bloemen. Ook de natuur begint weer opnieuw.

vrijdag 22 april 2011

Brekend brood

Tijdens het Avondmaal wordt het steeds weer uit de Bijbel gelezen: “Jezus sprak het zegengebed uit en brak het brood en deelde het uit.”
Toen ik als kind op een leeftijd gekomen was dat ik wat dieper over kerkelijke gebruiken begon na te denken, begreep ik dat ‘brekend brood’ niet. IJverige ambtsdragers hadden een stuk wittebrood in allerlei kleine stukjes gesneden en op een zilverkleurige schaal gestapeld. De dominee nam een stukje van dat zachte brood en kneep het als het ware nog verder in tweeën en daarbij las hij dat Jezus het brood brak. Hoezo breken? Een koekje zou je nog kunnen breken of een stuk brood dat te lang in de broodrooster had gezeten, maar toch niet dat sneeuwzachte brood.
Pas jaren later werd het me duidelijk.

De Joden vieren al sinds mensenheugenis Pasen, namelijk de herdenking van de Uittocht uit Egypte waar ze als slaven leefden. Jezus vierde met zijn leerlingen ook Pesach en dat begon met de Seiderviering. Ze aten het Paaslam, maar daar voorafgaand werden ongezuurde broden gegeten en bekers wijn gedronken. En ongezuurde broden kun je nog steeds in de supermarkt kopen. Het zijn namelijk matzes en die kun je hoorbaar breken.
Jezus leidde op die bewuste avond de Seider en actualiseerde die met het oog op zijn lijden. De bekers wijn vergeleek Hij met zijn bloed dat zou worden vergoten en de gebroken matze zou symbool staan voor zijn gebroken lichaam.

Eigenlijk staan die matzes ook voor eenvoud. Een beetje meel en wat water en dat is alles. Immers, Hij kwam bij ons heel gewoon.

zaterdag 16 april 2011

Eén van ons

Stel dat iemand zegt: “Je moet nog de groeten hebben van God. Hij zat tegenover mij in de bus vanmiddag.”
Je zou hem niet geloven. Maar, stel je voor dat God af en toe door ons land reist. Incognito. Boodschappen doen in de supermarkt en rennend met een volle tas nog even proberen de bus te halen.

Ik moet denken aan het liedje One of Us (1995) van Joan Osborne.
Ooit schreef ik, geïnspireerd door dat liedje, een gedicht.

Eén van ons

Stel dat God één van ons zou zijn.
Slechts een vraag…Ik zou het willen weten.
Heeft hij een naam? Hoe zou hij dan heten?
Stel dat God één van ons zou zijn.
Was hij de vreemdeling in de bus…tegenover mij gezeten?
Hoe zag hij er uit? Zijn gezicht ben ik alweer vergeten…
Stel dat God één van ons zou zijn?
Slechts één vraag…Ik zou het willen weten.

Ooit heeft God daadwerkelijk zijn God-zijn afgelegd. In de persoon van Jezus was Hij één van ons. Hij maakte veel indruk met zijn wonderen en genezingen. Met zijn toespraken trok Hij ‘volle zalen’. Men verwachtte veel van Hem.
Uiteindelijk liet iedereen Hem in de steek. Zijn gang naar Golgotha was eenzaam.
Back up to heaven all alone.

zaterdag 9 april 2011

Papieren blogjes

Met permissie mag ik een aantal fragmentjes publiceren uit het dagboek dat Nicolien in de jaren ’90 bijhield. Het zijn eigenlijk kleine krabbeltjes, een soort blogs of tweets avant la lettre, over de dingen die haar bezighielden in die tijd: het wereldgebeuren, geloofszaken, alledaagse ontwikkelingen en beslist ook jongens, al zal ik dat laatste onderwerp lekker laten voor wat het is.
In april 1993 schreef ze:

Wij mochten op zondag wél fietsen. Tegenwoordig met dat hele milieugebeuren zou je beter kunnen zeggen: je MOET op zondag fietsen. Laat die auto maar eens lekker een dagje staan!

In de zomer van 1993 had ze haar VWO-diploma op zak. En ondanks de verhuizing van de Veluwe naar Amstelveen was er nog wel tijd om boeken te lezen, want in juli schreef ze over de christelijke bestsellers van Frank Peretti De duisternis aanwezig en Licht door de duisternis:

Allemaal erg spannend, maar totaal onwaarschijnlijk. Ik weet wel: in Efese staat dat we te maken hebben met de strijd in de hemelse gewesten en ik geloof zeer zeker in demonische machten, maar ik ben ook een erg nuchter Gereformeerd meisje en ik geloof toch echt niet dat engelen en demonen ergens bovenop een schapenwolkje elkaar te lijf gaan met bliksemende zwaarden.

September 1994. Inmiddels studeert Nicolien al een jaar aan de Vrije Universiteit en woont ze in het studentencomplex Uilenstede te Amstelveen. Ik lees:

Onze studentenvereniging organiseerde een sponsorloop om geld op te halen voor de slachtoffers uit Rwanda en Burundi. Ik ben er extra fanatiek tegenaan gegaan. Meer dan 150 gulden opgehaald.
“Rwanda schijnt een erg christelijk land te zijn, nou dat is te merken,” snoefden  medestudenten  tegen mij op de eenheid. “Als Jezus echt bestaat, had Hij allang ingegrepen.”
“Als Jezus echt de Zoon van God zou zijn geweest, dan was Hij wel van het kruis afgekomen, zeiden de omstanders daar op Golgotha. Er is in 2000 jaar weinig veranderd,” reageerde ik.

Daar valt weinig aan toe te voegen. Die papieren blogjes uit de jaren ’90 spreken voor zich…

dinsdag 5 april 2011

De appel en het ei

Iets verkopen voor een appel en een ei betekent zoveel als: voor een habbekrats.
Binnenkort is het Pasen en toen ik daar aan dacht associeerde ik dat met een appel en een ei. Want door de zonde van de appel moest het ei van Pasen er aan te pas komen.
Adam en Eva aten de verboden vrucht van de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad (helemaal niet zeker of dat ook echt een appel was) waardoor de zonde in de wereld kwam. Door Jezus’ dood en opstanding is die zonde de wereld uitgedragen.
Je kunt je natuurlijk afvragen waarom God die vruchtenboom – waarvan niet gegeten mocht worden - überhaupt in het Paradijs heeft geplant. Alle verboden zijn juist aantrekkelijk, toch?
Je kunt je ook afvragen hoe de wereld eruit zou hebben gezien als God die boom er niet had neergezet. We dartelden nog altijd rond in de Hof van Eden. We hadden alleen maar kennis van het goede en God zou een vanzelfsprekendheid zijn.

Het is te vergelijken met de prins die de prinses van zijn dromen een liefdesdrankje gaf. Ze leefden nog lang en gelukkig, maar haar liefde was het resultaat van de magie van dat drankje. Nooit zou de prins te weten komen of de prinses ook echt voor hem had gekozen als dat drankje er niet was geweest.
De Boom in het Paradijs had, denk ik, dezelfde functie. Als je weet dat je tegen God kunt kiezen, kun je met heel je hart ook vóór Hem kiezen.
Was het dus maar goed dat Adam en Eva van de appel aten? Je kunt het beter zo formuleren: door God is die gebeurtenis uiteindelijk ten goede gekeerd, doordat Hij Jezus naar de wereld heeft gezonden. Dat was bepaald niet voor een appel en een ei. Het koste Hem zijn enige Zoon…