Totaal aantal pageviews

woensdag 30 september 2015

De Bijbel: begrijp je wat je leest?


“Hoe lees ik mijn Bijbel?” was het thema van het afgelopen Vriendenweekend in de bossen bij Elspeet. Al snel werd deze titel veranderd in “Hoe lees ik Zijn Bijbel?” Want ‘mijn’ Bijbel kan een zwaardgevecht met Bijbelteksten worden: In MIJN Bijbel staat toch echt dat…

De Bijbel is zo makkelijk nog niet. Een dikke verzameling geschriften van uiteenlopende genres. Van verhalen, wetteksten en poëzie tot mysterieuze profetieën en boeiende spreuken.
 


We weten te veel van de Bijbel

Er waren sprekers zoals Harald Overeem, predikant uit Boskoop. Zijn stelling: we weten te veel. Dat is vooral het probleem met christenen die van jongst af aan vertrouwd zijn gemaakt met het geloof. Dat is natuurlijk prachtig, maar daardoor lijken veel Bijbelverhalen niet meer nieuw en verrassend en bovendien draag je een flinke lading interpretatie en dogmatiek met je mee, waardoor je de Bijbel niet meer onbevangen kunt lezen. Het kan helpen om de Bijbel niet als informatiebron te zien. De Bijbel informeert je niet maar formeert je. Hoe lastig het ook is, maar het kan verhelderend werken om het Woord weer te lezen alsof het je eerste keer is. Laat de tekst spreken en schakel dat interpretatiestemmetje uit.

Een aardig voorbeeld is Jezus’ gelijkenis van de Verloren Zoon. Alweer die Verloren Zoon, zul je denken, maar als een Joodse luisteraar dit hoort: “Een rijke man had twee zonen…” dan zal er direct een link worden gelegd met het Oude Testament. Bijvoorbeeld: Izaäk had twee zonen. Jacob en Ezau. Dat gaf behoorlijke spanningen, dus in het verhaal van Jezus zullen de gemoederen ook wel verhit raken.
 

Steekspel

Helaas worden Bijbelteksten ook dikwijls gebruikt om iemand te veroordelen of om gelijk te krijgen. Het steekspel met leerstelligheden.
“Lees jij Johannes drie nog maar eens!”
“Oh ja, dan heb je niet begrepen wat Paulus daarover schrijft!”

Een goede quote uit de groep: De Bijbel is geen stok om mee te slaan, maar een weg om te gaan.

We kunnen nog veel leren van Zijn Bijbel.

vrijdag 18 september 2015

Heilige Rozenstruik


De kapel is klein en eenvoudig, maar dat is van ondergeschikt belang. Naast de kapel bevindt zich een ommuurde tuin. De plaats waar het allemaal om draait. Een enorme rozenstruik domineert deze plek volledig. De bedwelmende geur stijgt naar je hoofd. Mensen lopen er voorzichtig omheen. Sommigen knielen en slaan kruisjes. Anderen gaan zelfs zo ver dat ze zich moedwillig verwonden aan de doorns.

In de kapel kunnen we lezen wat hier aan de hand is. Het verhaal gaat dat Maria, de moeder van Jezus, de doornenkroon van haar gekruisigde Zoon na de kruisafname heeft ontvangen. Tijdens de Paasmorgen zou de doornenkroon spontaan zijn gaan bloeien. Uit de takken ontsproten rozen. Maria heeft de kroon in een tuin geplant ergens in Jeruzalem. Latere pelgrims die het Heilige Land bezochten hebben die verwilderde roos ontdekt en er stekjes van meegenomen. En zie hier het resultaat: de Heilige Rozenstruik.
 
 

Opnieuw mensen Met tranen in de ogen. Gebeden prevelend. Ze aanschouwen de bloedrode rozen. Afkomstig van de doornenkroon van hun Verlosser.

Wij verstandige mensen gaan redeneren: was die doornenkroon van Christus echt een roos? Kunnen dooie takken spontaan bloeien? Jeruzalem is in het jaar 70 verwoest, onwaarschijnlijk dat er een rozenstruik behouden bleef.
Bovendien schijnen de Parijzenaars die doornenkroon te bewaren in de Sainte Chapelle. En in Praag moet nog een doorn zijn.

Daar hebben deze pelgrims helemaal geen boodschap aan. Deze rozenstruik is het symbool dat het leven de dood heeft overwonnen. Dat door het offer van Jezus de liefde is gaan bloeien. Rode rozen en een verrukkelijke geur.
Dorre botjes in een gouden schrijn, het zal wat. Maar een levende rozenstruik maakt indruk.

Langzaam verlaten de bedevaartgangers de bijzondere tuin. Ze gaan weer op pad. De bergen in. De reuk van de Roos nog in hun neus en in hun gedachten.

 

 

 

donderdag 10 september 2015

Het grote vergeten is begonnen


In zijn boek De Heimweefabriek, vertelt Douwe Draaisma over de (onlangs overleden) neuroloog Oliver Sacks. Bij het schrijven van zijn autobiografie, tegen zijn zestigste, ontdekte Sacks een curieus verschijnsel. Spontaan en ongevraagd kwamen bij hem allerlei herinneringen uit zijn jeugd bovendrijven die vijftig jaar hadden gesluimerd. En niet alleen herinneringen, hele geestesgesteldheden, ideeën, sferen uit de tijd toen hij tiener, begin twintiger was.
 

Zeeuwse dame

De opvatting dat herinneringen in de loop van je leven vervagen, blijkt niet te kloppen. Juist je kindertijd en de periode rondom je twintigste, blijken bij het ouder worden veel helderder voor je geest te komen. Het wordt het reminiscentie-effect genoemd. Draaisma haalt een honderdjarige Zeeuwse dame aan die nog elke week moet denken aan de watersnood. Van 1906 wel te verstaan. Het moet een lokale gebeurtenis zijn geweest die op haar, als klein meisje, veel indruk heeft gemaakt. De watersnoodramp van 1953 is bij haar flink weggezakt. Ze weet zich er eigenlijk niet veel meer van te herinneren.
 
Mijn geboortestad Delft, zal ik me dus altijd wel blijven herinneren...
 

Vage middelbare leeftijd

Zou je als tachtigjarige het levensverhaal over jezelf beginnen te schrijven, en mag je maar 100 bladzijden gebruiken, heb je dikke kans dat je het uitgebreid over je jeugd hebt en de tijd dat je twintig was. Bij bladzijde 70 ben je nog niet verder gekomen dan je dertigste levensjaar en de rest van de 30 bladzijden raffel je er doorheen omdat je je middelbare leeftijd niet goed meer voor ogen hebt.

Ik ben nu zevenenveertig. Alles wat ik dus nu beleef, zal nog maar vaag te herinneren zijn als ik bejaard ben. Het grote vergeten is begonnen. Als ze aan me vragen over Noorwegen, dan zal ik mij de vakantie van 1991 (toen ik 23 was) levendig en gedetailleerd kunnen herinneren. We voeren met de Peter Wessel van Denemarken naar het Noorse Larvik en verbleven bij het dorpje Herefoss. Een geweldige tijd!

Als ze dan opmerken dat ik in 2015 ook in dat Scandinavische land ben geweest, antwoord ik: “Jaa, inderdaad. Was dat 2015? Waar logeerde ik toen ook al weer? Werkelijk geen idee. Ik geloof dat ik toen de fjorden heb bezocht. Stavanger. Oh nee, dat was in 1991.”

Een deprimerende gedachte. Alles wat ik nu beleef, zal niet goed beklijven in mijn grijze massa. Tenzij ik er zoveel mogelijk van opschrijf. Of hulp krijg van social media.

De tijd zal het leren.

 

woensdag 2 september 2015

Zomer en winter aan de Sognefjord


Het is misschien het best bewaarde vakantiegeheim van Europa. Ineens kan het mooie weer toeslaan in het Noorden. Scandinavische zomerdagen waar – soms letterlijk- geen einde aan kan komen. En aangezien de luchtvochtigheid in de bergen van Noorwegen behoorlijk laag is, zijn de luchten er ongekend blauw.
 
 

Maar, ze geloven je bijna niet, die verstokte Zuid Europa-gangers. Die toeristen bij wie de navigatieapparatuur in de auto schijnbaar automatisch staat afgesteld op de Autoroute du Soleil.

Wij vertrokken naar de Noorderzon. Daar waar de wouden eindeloos lijken en je de berg op moet, wil je gaan kanoën, vissen of zwemmen. Want het dal ligt beduidend dieper.
 
 

Een tocht naar de fjorden hoort op het Noorwegen-menu. Weinig dorpen, eindeloze ruimte en lange tunnels. En dan ineens de onpeilbare diepten. De zee is via de Sognefjord heel erg ver het land binnengedrongen. Een fjord met zijarmen met daar tussen de fjell, een hoogvlakte van meer dan 1500 meter boven zeeniveau. Van Lærdal naar Aurland loopt onder zo’n fjell een tunnel die de langste autotunnel ter wereld blijkt te zijn. 24,5 kilometer lang en gereedgekomen in 2000. Maar ja, een tunnel is slechts een buis door onmetelijke steenmassieven. Dus de oude route over de Aurlandsfjell biedt meer perspectieven. Van groene weiden en naaldbossen naar stenige toendravlakten waar rendiermos de belangrijkste vegetatie is.
 
 
 
De weg slingert zich nog hoger en brengt je in een wereld van sneeuwvelden en bevroren meren. Dan weer omlaag de zomer in. Een half uur later ben je in het dorp Aurland waar de plaatselijke jeugd aan het strand ligt en het (koude) water van de fjord in rent.

De seizoenen zijn er gelijktijdig, maar wel in verschillende lagen. Aan de Sognefjord heerst de zomer, een zomer die vooral diepblauw is.