Totaal aantal pageviews

vrijdag 25 mei 2012

Help! Mijn kind gelooft...

Hij had zijn best gedaan om het zijn kinderen mee te geven: heb respect voor religie, maar uiteindelijk kun je alleen in jezelf geloven. Niemand anders kan je redden: als het erop aankomt moet je het zelf doen en dat kun je alleen als je het beste bij je zelf naar boven haalt.
Echter, als je kinderen volwassen worden, gaan ze vaak hun eigen weg en nemen ze niet zomaar alles meer aan. Zijn dochter bijvoorbeeld. Ze vindt dat je wel in jezelf kunt geloven, maar dat dat alleen via God kan. Bovendien: enkel Jezus kan je redden. Hij haalt het beste bij je naar boven.

Fundamentalistisch EO-gezwets, vond hij het. Sinds ze haar man had leren kennen, is hij haar steeds minder gaan begrijpen. Ze is christelijk geworden en gaat elke zondag naar de kerk. En in plaats dat ze eerst gezellig gingen samenwonen, zijn ze direct getrouwd. Dat is nu alweer zo'n vijftien jaar geleden.
En toch... Hij voelde een brok in zijn keel toen zijn dochter zich samen met haar kind liet dopen. Later zouden er nog twee doopfeesten volgen, maar ook een uitvaart van een pasgeboren kind. Hij zou helemaal gek geworden zijn van verdriet, maar zij putte - door haar tranen heen - troost uit haar geloof.

Misschien kwam het ook wel door zijn tweede vrouw. Die reis naar Rusland. Al die opgeknapte kerken en kloosters met die prachtige iconen. Ze zei: "Hoe is het mogelijk, in een land dat ooit het atheïsme propageerde."

Laatst vroeg hij aan zijn dochter: "Hoe zit het nou, jij komt later in de hemel en ik mag naar de hel omdat ik niet geloof?"
"Pa", antwoordde ze. "Als u echt in de hel zou komen en ik in de hemel, zou ik aan Petrus vragen of ik naar de hel zou mogen gaan om u te troosten. Eigenlijk is zoiets al gebeurd door iemand anders. Toen Jezus aan het kruis stierf, daalde Hij af naar de hel om mensen te zoeken die zichzelf proberen te redden. Hij wil namelijk dat niemand de weg kwijtraakt. U moet dat natuurlijk wel geloven, pap. Ik zeg dat nu al vijftien jaar tegen u."

Hij kreeg er tranen van in zijn ogen. Dacht bij zichzelf: ik ben begin zeventig, gepensioneerd wetenschapper, artikelen geschreven, op symposia gesproken, maar van het christendom weet ik maar weinig af.
Dus zei hij tegen zijn dochter: "Ik wil er nou verdorie meer van weten ook. Heb je niet wat boeken voor me. Niet van die simpele bekeringsverhaaltjes, hoor."

Een stapeltje boeken ligt voor hem. Gregory & Edward Boyd: Brieven van een scepticus; Ben Hobrink:  Moderne wetenschap in de Bijbel. Beslist geen simpele boeken. En natuurlijk de Bijbel zelf. In september gaat hij met zijn vrouw naar een Alpha-cursus, een soort kennismaking met het christelijk geloof. Het zal hem benieuwen.

"Wouw, dat is pas Pinksteren! De Geest waait maar door, zelfs van jou naar jouw pa,"  riep Nicolien uit toen haar vriendin Stefanie had vertelt over haar vader.

zaterdag 19 mei 2012

Hemel op aarde

De kalme golven van een diepblauwe oceaan rollen teder op het parelwitte zandstrand. Palmbomen wiegen zachtjes in de wind. De zon schijnt er van opgang tot ondergang. Op de achtergrond speelt een Caribisch orkestje. Knappe dames en stoere heren geven jou mixdrankjes en tropische fruitcocktails te drinken. In Hotel Paradise beleef je de hemel op aarde. All inclusive.
Maar zelfs dit paradijs gaat vervelen. Op een dag wil je weten waar die kleine bouwvallige huisjes voor dienen achter dat palmenbosje. Prikkeldraad verspert je de toegang, maar je kunt nog net zien dat het de slaapvertrekken zijn voor het personeel.

                                        
En als je wilt snorkelen vertelt het excursiebureau jou doodleuk dat dat buiten de all inclusive regeling valt. Een uurtje varen met de boot. Eerst even dokken: in dollar uiteraard. "Maar dat koraalrif dichtbij," probeer je nog. "Ach, mijnheer, da's allang morsdood."

De hemel op aarde valt vaak tegen. De mooie verre paradijzen... vaak zijn het oorlogslanden, vervuilde landen, hongerloontjeslanden, kinderprostitutielanden. En als de mens zegt dat hij de hemel op aarde kan realiseren, moet je al helemaal argwaan krijgen. Voor je het weet moeten er muren om de heilstaat heen, marcheren er laarzen en rollen er  tanks. En de hemel is ook niet te koop. Er kunnen geen hemelse aandelen worden verhandeld op Wallstreet.

Soms zijn er wel flitsen van het paradijs. Een vallei in Yosemite National Park, Californië, onder een blauwe meihemel, zeven jaar geleden. Bruisende watervallen, een diepgroen woud. Best mogelijk dat de hemel er zo uitziet, dacht ik toen.
De eerste ontluikende bloesemknoppen, zingende vogels... ook dat zijn kleine flitsen van een mogelijke hemel, maar meer ook niet.

In Openbaring 21 schrijft Johannes over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Gods woonplaats zal onder de mensen zijn. Dan wordt het echt de hemel op aarde. Voor altijd all inclusive.

zaterdag 12 mei 2012

De veertiende mei

De zon ging stralend op. Het was een prachtige dag, en zo rustig. Je zou niet zeggen dat het oorlog was. De hele morgen was het rustig, je hoorde geen vliegtuig, zelfs geen schot.

Dit hierboven zijn de eerste regels die mijn moeder in haar dagboek schreef onder het opschrift Dinsdag 14 Mei 1940. Ze was toen 14 jaar.
Het moet inderdaad een prachtige wolkenloze meidag zijn geweest. Rotterdam haalde weer adem na een aantal zeer onrustige dagen. Toen op vrijdag 10 mei de oorlog uitbrak logeerde er toevallig net een tante uit Scheveningen bij het gezin in Kralingen. De radio berichtte over Duitse vliegbewegingen boven Nederland, maar dat hadden ze zelf ook al gehoord. De tante wilde terug, maar er reden geen treinen meer.


Straten werden afgezet. Rond de Maasoevers vonden heftige schotenwisselingen plaats. Regelmatig was er luchtalarm. Er heerste angst en ongeloof. Op zondag 12 mei (eerste Pinksterdag) was het niet mogelijk om naar de kerk te gaan; op straat was het veel te gevaarlijk. Het Maasstation brandde, de Marinierskazerne was gebombardeerd. De dag daarop kreeg de oom uit Scheveningen het toch voor elkaar om tante op te halen per tandem. Op de veertiende mei leek de rust te zijn teruggekeerd.
Ze waren 's ochtends nog even buiten geweest. Ze wilden tussen de middag net een boterham eten toen toch weer dat luchtalarm afging. Mijn oma at terstond niets meer, maar mijn moeder had honger en nam twee boterhammen mee. Ze stonden onderaan de trap van hun bovenwoning. Ze hoorden knallen die steeds dichterbij leken te komen. Een soort van machinaal gehuil weerklonk boven de stad. En toen het inferno. Hun huis schudde op een manier dat ze nooit voor mogelijk hadden gehouden. Rookwolken in de straat. Overal het geluid van instortende huizen en glasgerinkel. Gillende en huilende mensen die voorbij renden. Geschreeuw: "De Oostzeedijk staat in brand!"

Wat moet er op dat helse ogenblik door mijn moeder zijn heengegaan. Een gevoel dat je wereld instort in de meest letterlijke zin. Dat niets er meer toe doet, behalve je eigen leven en dat van je dierbaren.
"Jullie moeten bidden," zei mijn oma.
"Dat doe ik al, maar het helpt niet," reageerde mijn moeders jongste broertje.

Meer dan een kwartier stonden ze daar met een deken onder de arm, dicht tegen elkaar. Biddend, smekend dat het ophouden mocht. De laatste klap was zo oorverdovend dat mijn moeder hem nooit meer zou vergeten. Achteraf bleek er een blindganger op het balkon te zijn gevallen waardoor slechts het keukenraam aan diggelen ging. Als het een voltreffer was geweest had mijn moeder het niet overleefd en had ik nooit bestaan.

Rotterdam brandde. Bluswater was er niet meer. Hoewel het huis niet was verwoest, dreigde het nu ten prooi te vallen aan een ongetemde vuurzee, dus moesten ze vluchten. Ze zijn naar Hillegersberg gelopen waar ze konden overnachten bij kennissen van hun buren. De dag daarop bleek het huis er nog te staan, maar de buurt was onherkenbaar geworden. Mijn moeder schrijft: Van de Lusthofstraat was niets meer over. Die mooie winkelstraat. Een heel klein stukje stond er nog.

Hoe heeft mijn moeder dit ooit verwerkt? Telkens als er vliegtuigen laag overvlogen, sirenes afgingen en er een zwaar onweer overtrok zou de angst bij haar weer bovenkomen. Haar leven lang. Maar ze heeft er veel over gepraat en het gedetailleerd opgeschreven. Zo zijn haar ervaringen bewaard gebleven. Opdat het bombardement van Rotterdam op die veertiende mei nooit zal worden vergeten.

woensdag 2 mei 2012

De stem van het water

Ik heb al behoorlijk wat van de wereld gezien, maar Nederland blijft voor mij een fascinerende thuishaven. Een overvol land? Ja, de woestijn van Namibië is wel wat anders, maar je bent onze hoofdstad nog niet uit of de weidse polders ontvouwen zich voor je. Ik moet dan altijd aan het gedicht van Hendrik Marsman denken: Herinnering aan Holland. Denkend aan Holland zie ik brede rivieren... Maar hij dicht ook over de geweldige ruimte waarin boerderijen zijn verzonken, verspreid door het land.


De jachthaven van Monnickendam. De harde wind maakt muziek met touwen en masten. Het wil vandaag niet zo met de zon en weer moet ik aan Marsman denken: de lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord. Met windkracht zeven is het niet verstandig om uit zeilen te gaan. We zien een waaghals - klaar om de zeilen te hijsen - toch langs varen, de Gouwzee op.

Terug naar Amsterdam, naar het Scheepvaartmuseum. Prachtig opgeknapt na de renovatie. Natuurlijk is de replica van het VOC-schip een absolute trekker. Vroeger bevoeren dergelijke schepen de wereldzeeën, vandaag komt de wereld hier. De interactieve zwerftocht door de Gouden Eeuw is vooral voor kinderen heel leuk. Daarnaast kun je eeuwenoude globes bekijken, talloze scheepsmodellen, scheepsornamenten, schilderijen van zeegezichten en navigatieapparatuur.
We hadden een sompige moerasdelta kunnen blijven, een reusachtig waddengebied met landinwaarts venen en bossen. Ook heel apart, maar dat werd het niet. We zijn een drooggemalen zeevarende natie geworden. We proberen respectvol met dat water om te gaan, want - om in Marsman-termen te blijven - in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.