Totaal aantal pageviews

donderdag 26 december 2013

Wandelen door het Kerstverhaal


Je loopt door het donker achter de herder aan, een koude wind jaagt in je gezicht. De lampions zijn een lamp voor je voet en geven je een beetje licht op je pad. Ineens wordt de weg versperd door een soldaat. Is het wel een soldaat? Nee, het is een heraut die Latijn tegen je praat. Natuurlijk versta je we wel een beetje Latijn, zolang je je kunt heugen besturen Romeinen deze landstreek.
"Als je in de karavaanserail bent moet je je naam noteren. Bevel van de keizer," zegt de heraut.

 

Je gaat weer verder door de duisternis, maar je hoort het tikken van de herdersstaf en de lampion geeft aan dat het pad moeizamer wordt.

Dan ineens een helder licht. Een engel op je pad die naar de horizon wijst: "Er is een heel bijzonder kind geboren." Boven de horizon zie je een grote ster.

Eerst even uitrusten in de karavaanserail, het is er een drukte van jewelste. Reizigers verwarmen zich bij het vuur, je kunt er wat eten en drinken.

Op een stuk perkament moet je je naam noteren. Keizer Augustus zal tevreden zijn.

Als je weer op weg gaat, blijkt het niet ver meer naar Bethlehem te zijn. Bethlehem betekent  niet voor niets 'broodhuis',  je kunt er je eigen brood bakken. In de plaatselijke synagoge worden de kaarsen in de chanoeka-kandelaar aangestoken. Het lichtfeest dat verwijst naar de hernieuwde inwijding van de tempel nadat de bezetters Jeruzalem hadden verlaten.

De ster hangt niet boven Bethlehem, maar er iets buiten. Je moet weer de velden in, daar waar herders kleine uitkijktorentjes hebben gebouwd zodat ze beter op de kudden kunnen letten. De ster blijft hangen boven een verhoging. Dan ontdek je een opening in de flank van de heuvel. Je gaat naar binnen en ruikt beesten. Je loopt door een gang die steeds lichter wordt. Daar is het doel van je wandeling: Jozef en Maria zitten daar in een dierenverblijf. Maria heeft een kindje in haar armen.

Niet in een paleis, niet in een tempel, hier in de stal ontmoet je het Koningskind.

 

Afgelopen zaterdag kon je in Museumpark Oriëntalis (voorheen Bijbels Openluchtmuseum) bij Nijmegen letterlijk door het Kerstverhaal wandelen. Geen 3D-ervaring, maar een belevenis voor al je vijf zintuigen.

dinsdag 17 december 2013

God hield Zijn adem in


In de kerk wordt elke week een kaarsje extra aangestoken. Zelfs al zou je de taal in zo'n kerk niet verstaan, maar wel christen zijn, dan nog zou je weten: het is Advent.

Het is de stilte voor de Kerst, de verwachting. Niet het ongeduldige wachten bij de bushalte als de bus te laat blijkt te zijn, of de dienstregeling op de kop blijkt gegooid. Meer het wachten terwijl je gewoon met je dagelijkse beslommeringen doorgaat. Wat dat betreft lijkt het op een zwangerschap en de associatie met Maria, de moeder van Jezus is snel gelegd.
 
 

Je kunt je afvragen waarom de Messias nu precies in een tijd werd geboren van bezetting. De Romeinen bezaten het land. Israël was een onderdeel van het grote rijk geworden met een keizer aan de top die als een god werd gezien. Het kan zijn dat daardoor de boodschap van Jezus Christus juist sneller is verspreid. Via de handelswegen van het Imperium, via snelle schepen naar het Middellandse Zeegebied. Naar grote havensteden. Rome kreeg er lucht van: het New York en het Washington van die tijd.

Jezus werd precies op het goede moment geboren.

Maar of Maria, die met Jozef van Nazareth naar Bethlehem reisde, dat al helemaal kon voorzien? Ik denk het niet.

Het was nog de stilte voor Kerst.

En toen het kindje werd geboren hield God Zijn adem in.

 

dinsdag 10 december 2013

South Western Townships


Op de dag waarop Nelson Mandela werd vrijgelaten kleurden we het schoolbord onder met groen en geel krijt. De kleuren van het ANC, inclusief het zwart van het bord zelf,  prijkten zo in het leslokaal van Bibliotheekacademie in Den Haag.  Al weet ik niet meer of dat precies op 11 februari 1990 was of een dag daarna. Als studenten leefden we  in een revolutionaire tijd. Wij maakten het mee: de val van de Muur, de omverwerping van dictatoriale regimes en bij de dageraad van het laatste decennium van de 20ste eeuw, de afschaffing van de apartheid in Zuid Afrika.

Ik kon toen nog niet bevroeden dat ik meer dan dertien jaar later midden in Johannesburg zou staan. Na drie weken reizen door het noordwesten van Zuid-Afrika, Namibië en Botswana, neemt gids Joe ons mee naar South Western Townships, oftewel Soweto. Per snelweg verlaten we downtown Johannesburg naar de stad die jarenlang synoniem stond voor de strijd tegen de apartheid.

Journaalbeelden uit de jaren '80 staan me weer helder voor de geest. Valleien met talloze optrekjes, golfplaten daken, doorsneden door hoogspanningsmasten, overal mensen op de been.
"Vroeger mochten we geen elektriciteit hebben, hoewel we naast de masten woonden, nu mag het wel, maar is er geen geld voor," vertelt Joe.
We zullen nog veel meer plekken zien. Zelfs het busstation heeft symboliek. Ooit was er een protest waarbij men weigerde gebruik te maken van de bus.
Het Hector Pieterson Monument maakt veel indruk en herinnert aan het bloedbad op demonstrerende scholieren in de grimmige junidagen van 1976.

De zon gaat onder en er steekt een koude juliwind op in Soweto. We komen bij een eenvoudig bakstenen huisje. Het huis waar Mandela woonde en van waaruit hij werd weggevoerd naar de gevangenis. Maar de man die uit dit huisje werd weggevoerd, kwam ongebroken terug en was bereid zijn vijanden te vergeven en werd president van Zuid Afrika.

Het maakt de avondkou een stuk draaglijker.

woensdag 4 december 2013

Het einde van de droom


Enkele weken geleden stond in Trouw een artikel over onderzoek naar de zogenaamde wekdromen. Daar waar je wakker van wordt, blijkt te worden verwerkt in je droom. Ik zal niet in gaan op de wetenschappelijke analyses in dat stuk, maar herkenbaar is het wel.

Vaak is het de wekker die de droom verstoord, of die je uit je droom verlost.

Je bent net opgestegen met het vliegtuig op weg naar een zonovergoten vakantie op Lanzarote en er weergalmt een soort alarm in het toestel. Dat blijkt dan je wekker te zijn. Helemaal geen vakantie, je moet gewoon weer aan het werk.

Ik droomde een keer dat ik in een druk zaaltje zat met vage personen die onsamenhangend met elkaar kletsten. Er was een merkwaardig mannetje bij, een soort kabouter, leek het wel, die ineens op lage toon begon te brullen.

Het was mijn wekker.
 


Jaren geleden, het moet eind jaren tachtig zijn geweest, beleefde ik een einde aan mijn droom dat niet door mijn wekker kwam. Ik droomde dat rond mijn ouderlijk huis postbodes slopen die van alles door onze brievenbus gooiden. Soms joegen we ze weg, maar de bodes  kropen weer terug en wierpen weer allerlei onleesbare brieven door de deur. Ik ging letterlijk voor de deur liggen om de postbezorgers op heterdaad te kunnen betrappen. Ineens gooide iemand een zeer zwaar telefoonboek door de gleuf en die kwam op mijn arm terecht. Ik schrok daar wakker van en het bleek dat ik op mijn arm had liggen slapen.

Het einde van de droom is altijd verrassend.