Totaal aantal pageviews

vrijdag 28 oktober 2011

Spiegeling

Met de handspiegel van mijn moeder kon ik als kind een andere wereld betreden. Als ik de spiegel aan de zijkant van mijn gezicht hield en tegelijkertijd ging lopen, was het net of ik door een heel ander huis wandelde. Spiegelbeeld en werkelijkheid vloeiden ineen. Kamers werden zalen of nauwe gangen, er waren ineens twee televisies of eettafels en je kon tussen twee ramen in lopen, zodat het net was of je door een kas liep.
Hield ik de spiegel horizontaal net onder mijn kin was het net of ik over het plafond liep. Hanglampen stonden op smalle snoertjes en als je naar een andere kamer wilde moest je over een hoge drempel stappen, door een omgekeerde deur. Duizelingen overvielen mij als ik naar buiten wandelde. Alsof je een luchtkasteel verliet. Beneden mij dreven witte wolken boven een eindeloos diepe blauwe lucht.

Het grappige is dat ook water kan spiegelen. En dat bracht me op het volgende verhaal.
Er sjokte een zeer bedroefde man door het bos. Hij was zo verdrietig omdat de hemel grijs was en het al dagen regende. Hij liet zijn hoofd hangen en staarde voortdurend naar de grond en daardoor bemerkte hij niet dat de lucht boven hem was opgeklaard.

Toen kwam hij bij een regenplas en zag de blauwe lucht daarin gespiegeld. Hij keek eindelijk weer omhoog en zag de zon.
De belofte “na regen komt zonneschijn” wordt pas concreet als je de blauwe lucht kan zien in een regenplas.

donderdag 20 oktober 2011

Geen kind meer

De dag waarop je moeder sterft.
Aan het liedje "Geen kind meer" van Karin Bloemen moest ik de laatste dagen af en toe denken. Een jaar na het heengaan van mijn vader, overleed – onverwacht - vorige week ook mijn moeder. Ze bereikte de leeftijd van 85 jaar.
De navelstreng met mijn jeugd is definitief doorgesneden.
En niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen.

Ze laat talloze herinneringen na, maar ook dozen vol knipsels, plakboeken, foto’s, briefkaarten en zelfs een compleet dagboek waarin ze haar oorlogsherinneringen beschrijft. Ze woonde in Rotterdam toen in mei 1940 de stad werd gebombardeerd en ze moest vluchten.
Ze schreef graag en dit was voor haar de manier om de gebeurtenissen te verwerken. Graag willen schrijven: een stukje van mijn moeder zit nog altijd in mij.

Afgelopen woensdag hebben we haar begraven in Delft. Een stevige herfstwind veegde de lucht boven de begraafplaats schoon en liet alleen witte pluizige wolken toe.
De asters bloeiden nog. Twee weken daarvoor had ik er nog foto’s van gemaakt.

Het is een troost dat ze in Gods heerlijkheid is opgenomen.
Zij is Thuis.

dinsdag 11 oktober 2011

Vandaag nog even een boompje planten

Het einde is aangebroken.
2008: Gods laatste waarschuwing.
2011: Instorting wereldeconomie.

Deze internetadvertentie zag ik ongeveer een half jaar geleden voor het eerst op het web verschijnen. Nu het met de wereldeconomie helemaal niet goed gaat werd ik toch nieuwsgierig en klikte ik de link aan. Ik kwam terecht op een website van The Church of God. Het komt er in het kort op neer dat onze wereldeconomie inderdaad, dit jaar nog, volledig in elkaar zal klappen, gevolgd door een wereldoorlog op een schaal zoals de geschiedenis die nog niet eerder heeft gekend. De wederkomst van Jezus Christus wordt verwacht op 27 mei 2012. Tijdens Pinksteren.

Hoewel Jezus nadrukkelijk heeft gezegd dat niemand het uur kent waarop de Mensenzoon zal verschijnen, duiken er met de regelmaat van de klok telkens weer eindtijdpredikers op in de media.
Toen begin 1991 de Golfoorlog uitbrak hoorde je die geluiden ook. Saddam Hoessein kwam er openlijk voor uit Israël te willen vernietigen en schoot Scud-raketten af op de Joodse staat. Toen ook de olievelden in Koeweit in de brand werden gestoken en daar de zon dagenlang werd verduisterd was dat voor sommigen het teken dat de eindtijd begonnen was.
Tien jaar geleden werd New York, na de aanslagen van elf september, vergeleken met het brandende Babylon uit het Bijbelboek Openbaring. Zou dit dan het begin van het einde zijn?
Ook nu is het onrustig en met name op economisch gebied dreigt er een grote crisis. En wederom hoor je het: dit moeten de voortekenen van de Eindtijd zijn.

Het kan misschien waar zijn, maar misschien ook niet. En vanuit die onzekerheid worden talloze boeken geschreven en websites gevuld. Ik denk dat je als christen moet oppassen om overal eindtijdberen op je pad te zien. Maar de hele boel afdoen als lariekoek is ook niet juist, want de Bijbel zegt wel degelijk iets over de ‘laatste dingen’, het is alleen geen NOS-journaal van de toekomst.
Het is erg verleidelijk om de toekomst te willen weten, ook ik trap soms in die val. Het is goed om waakzaam te blijven, maar wees daarbij vooral nuchter. Om Luther maar weer eens te citeren: Als ik wist dat morgen de aarde zou vergaan, plantte ik vandaag nog een boompje.

PS: Hoe illustreer je zo’n stukje over de Eindtijd? Met een foto van de Veluwse hei en een vulkaan op IJsland…

donderdag 6 oktober 2011

Geen makkelijke profeet

Afgelopen weekend hadden wij een Vriendenweekend in de bossen bij Beekbergen. We genoten van de zomerse oktoberdagen en verdiepten ons ook in het thema ‘Volgen of vluchten’ naar aanleiding van het Bijbelboek Jona.
Hoewel het verhaal al in mijn kleutertijd werd verteld, blijf ik hem een merkwaardige profeet vinden, die Jona. Moet van God naar de vijandelijke stad Nineve, heeft daar geen zin in en vlucht de andere kant uit de zee op. Tijdens een zware storm beslist het lot dat hij over boord wordt gegooid zodat de golven weer tot bedaren komen. Ondertussen hapt een walvis / groot zeedier hem op. Hij smeekt tot God om redding en wordt door de vis uitgespuugd op het strand.

Na zo’n heftige ervaring ben je dubbel gemotiveerd om alsnog op missie te gaan naar Nineve, zou je denken. Niet bij Jona. Hij gaat, maar met tegenzin. Eenmaal ter plaatse begint hij te prediken. Nou ja prediken… “Nog veertig dagen en jullie complete stad wordt weggevaagd!”
Als heel Nineve zich bekeert tot de God van Israël, is Jona woedend.
“Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.”
Kennelijk heeft hij niets met dat softe gedoe. Vuurwerk wil hij zien. In de puinpoeder die stad. Hoog op een heuvel verwacht hij alsnog een speelfilm van het kaliber Armageddon of Independence Day. Helaas, God is genadig en de stad blijft staan.

Wat zou het bij Jona geweest zijn? Angst? Wantrouwen? Een beperkt Godsbeeld? Maar blijkbaar kan God zelfs een ongemotiveerde, wantrouwige profeet gebruiken.
Toch wel heel herkenbaar bij mij. Dus waarom zou ik dan zo hoog opkijken tegen al die succesvolle predikanten, charismatische sprekers, christelijke bestsellerschrijvers en ploeterende zendelingen?
Met al je vaardigheden en talenten ben je uniek. En heb je wat bizarre karaktertrekjes?
Och.
Jona was ook geen makkelijke…