Totaal aantal pageviews

woensdag 1 juli 2015

Leerzaam gesprek met een niet-kerkelijke


Het allereerste kerkelijke conflict

 
Naar de kerk gaat hij nooit, is er ook niet mee opgevoed, maar hij zegt wel in God te geloven.

“Nee, een kerk is niks voor mij. Ze slaan elkaar toch alleen maar de schedels in.”
“Dat valt in Nederland wel mee,” reageer ik.
“Nu wel, maar wat er in de loop van de geschiedenis niet allemaal gebeurd is, je wilt het niet weten. Nou ken ik de Bijbel best wel goed. Bij Kaïn en Abel gaat het al mis. Beiden brengen een offer. Bij Abel gaat de rook omhoog, bij Kaïn niet. Gevolg: Jaloezie. Kaïn slaat Abel dood. Toen begon het al. De allereerste moord had te maken met de manier waarop we God zouden moeten eren. Het was het eerste kerkelijke conflict.”
“Het is waar,” beaam ik. “Kerk is natuurlijk mensenwerk.”
“Kijk maar bij de katholieken. Van bovenaf dingen opleggen. En ondertussen kunnen ze niet van kleine kinderen afblijven. De huidige Paus is wel oké, maar als die weer weggaat, weet je maar nooit wat je dan weer krijgt.”

Toren Nieuwe Kerk, Delft
 
 

“Toch zijn er ook positieve dingen over de kerk te zeggen,” probeer ik. “Het is een gemeenschap van mensen die elkaar kunnen helpen. Mis je dan geen mensen om te praten over het geloof?”
“Dat mis ik soms wel, maar zodra ik me ga aansluiten bij een kerk, ben ik bang dat ik in het gareel moet.”

Theologen redeneren God dood

“Maar hoe kijk je tegen God aan?”
Hij kijkt me niet begrijpend aan. “God is gewoon God. Hoe meer men nadenkt over God, hoe minder er van Hem overblijft. Al die theologen redeneren Hem dood. Hij is er gewoon. Dat geloof ik.”
“Dat vind ik mooi gezegd. Maar soms heb ik wel eens moeite met allerlei ellendige dingen die gebeuren. Rampen, ziekten. Waarom laat God dat toe, vraag ik me dan af.”
“Dat geeft mij nou juist troost. Als er iets vreselijks gebeurt, kun je bij Hem schuilen. Toch? Als God niet zou bestaan, dan heb je die ellende evengoed. Maar dan heb je geen troost.”
“Tjonge,” zeg ik. “Ik kan beslist wat van jou leren. Dat ik van jongst af aan kerkelijk bent opgevoed, zegt niet altijd wat.”

“Brand maar een extra kaarsje voor me,” vertrouwt hij me toe als ik wegga.
Dat is in mijn kerk wel niet gebruikelijk, maar goed.
“Nu maar hopen dat de kaarsvlam omhoog brandt,” lach ik.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten