In
het Grote Bos klaagde de hulst tegen zijn Schepper.
“Waarom
heeft U me van die akelige stekelbladeren gegeven? Waarom geen blaadjes met een
normale gladde rand, zoals alle andere bomen?”
En
ook de rode beuk deed zijn beklag tegenover Hem die alles maakte.
“Alle
andere bomen hebben groene bladeren, bij mij zijn ze rood. Waarom toch die
afwijking?”
De
acacia begon te mopperen:
“Waarom
moet ik zo laat tot bloei komen? Het is vaak al bijna zomer als ik een keertje
kom met m’n bloemen.”
De
eik, de beuk en de kastanje begonnen eveneens bezwaren in te dienen.
“Wij
zijn veel te groot en vangen daardoor veel te veel wind. En als het winter
wordt, moeten we ons prachtige bladerdek weer laten vallen.”
Toen
daalde de Schepper af naar het Grote Bos en wandelde door het groen. En Hij
sprak tot de bomen:
“Prachtige
hulst. In de winter blijf jij groen. Jij bent daarom het symbool van kerst
geworden. Bovendien kunnen de vogels zich tussen jouw bladeren verstoppen.
Niemand zal ze daar bedreigen omdat jij stekelbladen hebt.
En
rode beuk. Jij bent al van verre te zien, iedereen zal jouw naam weten. Jij
past prima in het veelzijdige kleurenpalet van de natuur.
Acacia.
Als alle andere bomen zijn uitgebloeid, breng je een ieder tot verbazing als je
je prachtige witte bloemen laat zien. De zomer is dan echt begonnen.
En
luister goed kastanje, beuk en eik. Jullie reiken met jullie takken naar Mijn
hemel. Jullie brengen schaduw als de zon warm en zinderend is. Wanneer de
winter komt, moet je je bladeren loslaten en krijg je alle rust om in het
voorjaar opnieuw heel veel bladeren te geven.”
Afgelopen
weekend beleefden we een retraite in de natuur. We waren te gast bij De Spil in
Maarssen. De regelmatige vieringen brachten rust. De natuur was inspiratiebron
voor het geloofsleven. De vraag was: kun je troost putten uit de natuur?
Ik
schreef het bovenstaande verhaal. Hoe verschillend iedereen ook is, onze
eigenschappen en talenten passen prima in het onbegrensde kleurenpalet van Gods
Koninkrijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten