Ik was elf
toen de koningin afstand deed van de troon. Juliana was een soort nationale oma
voor mij. Een lieve gemoedelijke grootmoeder die het niet zo nauw nam met
allerlei protocollaire aangelegenheden.
In de
zesde klas van de lagere school werd uitgebreid aandacht besteed aan de
"abdicatie". Het is geen kroning,
leerde de meester ons. We kregen een mok met de afbeeldingen van Juliana en
Beatrix op de buitenkant.
"Als
je er heet water in doet, zie je aan de binnenkant Bernard en Claus
verschijnen," vertelde de meester. Ik geloof dat ik er ook in stonk.
Natuurlijk
keken we op 30 april naar de televisie. Juliana en Beatrix verschenen op het
balkon van het Paleis op de Dam.
"Zojuist...zooojuiuiuist,
heb ik afstand gedaan van de regering," probeerde Juliana er bovenuit de
roepen. Het was onrustig in Amsterdam. Het paleis en de kerk stonden in een luchtbel
van plechtstatigheid, daarbuiten regeerde de chaos en werden complete
veldslagen uitgevochten. Hoewel ik de inhuldiging in de Nieuwe Kerk oersaai
vond, had ik wel het idee iets historisch te zien. De nieuwe koningin die in
een hermelijnen mantel voortschreed, alsof ze uit een zeventiende eeuws schilderij
kwam wandelen.
En nu dus
Willem Alexander in die koninklijke mantel. Drieëndertig jaar later komt er een
generatiegenoot op de troon, hij had een iets oudere broer van mij kunnen zijn.
Nichtje
Willemijn vond het wel grappig dat prinses Alexia bijna even oud is als
zijzelf, Amalia zou zomaar een oudere zus van haar kunnen zijn. En zo heeft
iedere generatie zijn eigen koning of koningin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten