Al meer dan
een uur zaten mijn ouders en mijn oma en opa welhaast geobsedeerd naar de
televisie te kijken. Als kleuter vond ik die televisie ook bijzonder
fascinerend, maar waar mijn familie naar keek was werkelijk vreselijk saai. Ze
staarden naar schokkerige beelden (zwart-wit, maar de TV was sowieso niet in
kleur) van een man in een dik wit pak met een soort motorhelm op zijn hoofd.
Soms waren er twee mannen te zien met op de achtergrond iets als een caravan op
poten. Ze liepen heel raar, een beetje zweverig. Het landschap bestond uit een
eentonige grijze vlakte en de lucht was pikzwart.
"Het
is toch niet te geloven, wat zijn de mensen toch knap," verzuchtte mijn
oma keer op keer."Ja, je kunt het je eigen niet indenken, hè. Zo ver weg," reageerde mijn vader.
"Kijk, ze komen nu zelfs met een karretje," wees mijn moeder.
Het kan
best zo zijn dat het de Apollo 17-reis was die ik me als kleuter van vier nog
vaag kan herinneren. Later, als schoolkind, was ik er van overtuigd dat ik als
volwassene met vakantie naar de maan zou gaan.
Helaas,
toen de mannen van Apollo 17 de maan verlieten, is er nooit meer iemand
teruggekomen. Voetstappen, landingsgestel, VS-vlag, alles ligt en staat er nog
precies zo bij als toen. En dat zal zo blijven tot in lengte van eeuwen.
Die hele
race naar de maan was in feite één grote prestigeslag tussen Russen en
Amerikanen. Toen de Russen de eerste mens de ruimte in schoten, konden de
Amerikanen natuurlijk niet achterblijven. Er moest een man op de maan; de sky was zelfs niet the limit.
Er is anno
2013 een volk op aarde dat er alles aan doet om technologisch en economisch de
nummer één van de wereld te worden: China. Grote kans dat zij binnen pakweg
vijftien jaar hun vlag op het maanoppervlak zullen planten. Aan het einde van
deze eeuw is er misschien toch een vakantiereisje naar de maan mogelijk. De
voertaal zal er Chinees zijn en je zult er met stokjes moeten eten. Nou ja, met
die geringe maanzwaartekracht is dat eigenlijk best makkelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten