Totaal aantal pageviews

dinsdag 4 juni 2013

Vijfenveertig jaar geleden


Toen mijn moeder zo'n vier maanden was getrouwd, klaagde ze over vermoeidheid en misselijkheid. Misschien werk ik te hard, dacht ze. Maar de huisarts hoefde er niet lang over na te denken.
 
"Het zou natuurlijk ook kunnen zijn dat u in verwachting bent," veronderstelde hij.
"Maar, ik ben 42."
"Misschien is het toch verstandig om dat eens te testen."

De kiem van mijn leven bleek inderdaad te zijn gelegd.

Natuurlijk droomde mijn moeder ervan ooit een kind te krijgen, maar ze leerde mijn vader pas op haar 40ste kennen. En als het moment dan daar is, kun je het eigenlijk bijna niet geloven. Het wonder zou zich na vier jaar herhalen: mijn zus aanschouwde het levenslicht toen mijn moeder inmiddels 46 was.
 
 

Ik weet niet hoe het zat met zwangerschapsverlof anno 1968, maar mijn moeder bleef maar doorploeteren met de potten en de pannen van het bejaardentehuis Sionshof. Mijn oma verzuchtte: "Kind, neem toch eens wat rust in acht. Straks wordt die baby nog in de keuken geboren."
Tijdens de Pinksternacht ontdekte de buurvrouw - die leed aan slapeloosheid - dat er licht brandde in het huis van mijn vader en moeder. Ze vermoedde wat er aan de hand zou kunnen zijn en belde aan. De weeën waren inderdaad begonnen.

In het oude Bethel ziekenhuis aan het  Bagijnhof, hartje Delft,  kwam ik ter wereld. Enkele jaren geleden vertelde een collega dat haar dochter in een Delfts studentenhuis woonde dat ooit een ziekenhuis was geweest. Dat bleek dus mijn geboorteplek te zijn.

Die allereerste foto's waren vierkante plaatjes in zwart-wit, maar ook in kleur, waarbij je een glunderende vader zag met een baby in z'n armen en een stralende moeder liggend in bed met een kindje op haar buik.

Vijfenveertig jaar geleden. De reden om afgelopen zondag gebak te eten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten