Wij kochten vroeger nooit oliebollen. Mijn moeder bakte ze altijd zelf. Volgens een oud en vergeeld recept dat weer van mijn oma afkomstig was. De bakkersgist moest er speciaal voor besteld worden. Ook de appelbeignets werden volgens hetzelfde procédé vervaardigd.
Later heb ik het wel eens gewaagd een oliebollenkraam te bezoeken en daar het een en ander te kopen, maar de smaak kon toch echt niet tippen aan de lekkernijen van mijn moeder. Te droog, te vet of te massief, alsof je gefrituurde tennisballen had gekocht. In de supermarkt moet je het ook maar net treffen. De appelbeignets zijn veel te grote vette schijven van waterige appelpulp met een gefrituurd deeglaagje eromheen. Zoiets schaf je ook maar één keer aan, waarna je jezelf beloofd zoiets nooit meer te doen.
Er zit dus niets anders op: zelf bakken! En dat vind ik bepaald geen straf. Het hoort evenzeer bij de Oudejaarstraditie als knallende rotjes in de straat en de gitaarrock van de Top 2000.
Moeilijk is het niet. Verwacht van mij geen frituursels van Michelinsterrenkwaliteit. Gewoon de aanwijzingen volgen op het pak oliebollenmix, frituren in zonnebloemolie en de bollen goed laten uitlekken op keukenpapier.
En de appelbeignets? Ik schilde een aantal goudrenetten, verwijderde de klokhuizen met een appelboor en sneed alles aan plakjes, inwrijven met suiker en kaneel, dopen in het beslag en dan laten sissen in de frituurpan.
De vrienden op Oudejaarsavond vonden het verslavend lekker.
Alle trouwe lezers van deze weblog wens ik een heel mooi en inspirerend 2012 !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten