Alsof je even een blik mag werpen in de Zeventiende Eeuw. Plotseling beland in een Suske en Wiske verhaal waarbij professor Barabas je met zijn teletijdmachine heeft teruggeflitst in een tijd dat trotse Vlamingen streden tegen die vermaledijde Spanjolen.
Wie een aantal Belgische steden opnoemt, komt al snel uit bij Antwerpen, Brussel, Brugge…. Maar vlak Gent niet uit. Een lang weekend in deze stad en je moet toch wel concluderen dat het hier vol staat met kathedralen en abdijen. Restanten van een bruisend en rijk Rooms leven. Talloze kroegen en eethuizen verraden een Bourgondische traditie. Een salade met Gentse blauwkaas in Chez Leontine, waterzooi in ’t Stropke. Kerk en kroeg gaan hier samen. Monniken brouwden door de eeuwen heen talloze biersoorten en het bierbrouwersgilde bouwde zelfs een kerk: de Sint-Michielskerk. De toren had de hoogste van Gent moeten worden, maar verrees niet verder dan een schamele 24 meter . Dat valt niet op tussen de torens van de Sint Niklaas, de beroemde Sint Baaf en – de mooiste toren van allemaal – het Belfort. Op de hoogste trans van het Belfort kijk je op de stad neer. Helaas, ook de Belgische zomer toont zich van zijn meest ongunstige kant, zodat het koud en nat is op deze Middeleeuwse hoogten.
Wanneer op zondagmiddag de zon ons even genadig is, kan een ‘bootjestocht’ natuurlijk niet worden afgeslagen. De langharige gids, die zelf uit vervlogen tijden lijkt te komen, loodst ons niet alleen over de Leie, maar ook door smalle watertjes, langs stokoude gevels en kademuren en een door wilgen overwoekerde ruïne.
In de Begijnhoven kom je tot rust. De drukte lijkt ver en de eeuwen omringen je. Witte muren, natte kinderkopjes. Deze dorpjes in de stad, staan niet voor niets op de werelderfgoedlijst van de Unesco.
Maar ook aan een lang weekend Gent komt weer een einde.
“Het is gedaan, hè. Professor Barabas, flits ons maar weer naar huis!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten