Totaal aantal pageviews

dinsdag 5 juli 2016

En zij leefden niet lang en gelukkig

Het verhaal van de Zwolse blauwvingers uit mijn vorige blog haalde ik uit een dik sprookjesboek: Het Beste Sprookjesboek: 75 sprookjes en volksverhalen. Als kind dacht ik dat dit dus het allerbeste sprookjesboek ter wereld was, maar ‘Het Beste’ had te maken met het tijdschrift van de uitgeversmaatschappij.
 

Fantastisch om al die sprookjes uit dit boek weer eens te herlezen en wat opvalt is dat deze variant nog niet is verpest door de tere zieltjes van opvoedkundigen die bang zijn dat kinderen nachtmerries krijgen als Billy Beg de hoofden afhakt van een veelkoppige reus. De bloedspetters vliegen uit het boek.
Ik vond het juist reuzespannend dat de reus uit Klein Duimpje zo’n zin had in mals gebraden kindervlees. Gelukkig pakt de reus Klein Duimpje niet, maar bij vergissing slacht hij zijn zeven dochters af en vreet ze op. Da’s even slikken, maar dan lees je dat het hele lelijke meisjes waren. Dus dan was het niet erg.
Ik heb geen seconde naar gedroomd over het lot van de boze stiefmoeder van Sneeuwwitje. Zij werd gedwongen gloeiend hete ijzeren schoenen aan te trekken. Zij danste tot ze dood neerviel. Eigen schuld, dikke bult!
En dan dat nare kaboutertje Repelsteeltje. Toen dat kereltje er achter kwam dat zijn naam was geraden, scheurde hij zich zelf in tweeën.
 

Niks mis mee als kinderen dit lezen of horen. Let wel: lezen, niet zien. Wat dat betreft is onze huidige beeldcultuur een stuk indringender. Bij het lezen van of luisteren naar sprookjes maak je kennis met onze wereld in symbolen. De strijd tussen goed en kwaad, beloning en straf. Voor nuance is het nog te vroeg. Je kunt pas het grijze zien als je zwart en wit kent.
 
Soms loopt het ook goed af. Assepoester zal uiteindelijk haar vervelende stiefzusters vergeven. Die zusjes komen ook aan de man. Weliswaar geen prins, maar voorname heren van het hof.
 
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten